-
1 toggle
-
2 питаться манной небесной
vgener. droog brood eten, op een houtje bijtenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > питаться манной небесной
-
3 (all) by herself
(all) by herselfalleen, op eigen houtje -
4 (all) by himself
(all) by himselfalleen, op eigen houtje -
5 bat
eindletters (extensie) BAT, de laatste drie letters van een bestand dat een verzameling verwerkingen uitvoert (batch)bat1[ bæt] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:〈Brits-Engels; informeel〉 off one's own bat • uit eigen beweging, op eigen houtje→ blind blind/————————bat2〈 batted〉1 battenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
6 herself
pron. haarzelf[ (h)əself, hə:-] 〈 3e persoon enkelvoud vrouwelijk〉1 zich ⇒ haarzelf, zichzelf2 zelf♦voorbeelden:beside herself with joy • uitzinnig van vreugde(all) by herself • alleen, op eigen houtjeherself a mother … • zij is zelf moeder en …Mary did it herself • Mary deed het zelf/alleen -
7 himself
pron. zichzelf; aan zichzelf; bij zichzelf; van zichzelf; voor zichzelf[ (h)imself] 〈 3e persoon enkelvoud mannelijk〉♦voorbeelden:beside himself with joy • uitzinnig van vreugde(all) by himself • alleen, op eigen houtjehe talks to himself • hij praat tegen zichzelfhimself a father … • hij is zelf vader en …Jack did it himself • Jack deed het zelf/alleenhe himself had done it • hij zelf had het gedaan -
8 off one's own bat
off one's own batuit eigen beweging, op eigen houtje -
9 on one's own
-
10 own
adj. van mij (van jou, van haar, etc.); zelf--------v. behoren tot; dank verschuldigd zijn aan; erkennen; bezittenown1[ oon] 〈bijvoeglijk naamwoord; voornaamwoord〉1 eigen ⇒ van … zelf, eigen bezit/familie♦voorbeelden:mind one's own business • zich met zijn eigen zaken bemoeienthey ate of their own cooking • zij aten uit hun eigen keukenleave someone to his/her own devices/resources • iemand aan zijn lot overlatenan own goal • een doelpunt in eigen doelput/set one's own house in order • orde op zaken stellentake the law into one's own hands • het recht in eigen handen nemen, voor eigen rechter spelentake matters into one's own hands • de zaak zelf onder handen nemenlet someone stew in his own juice • iemand in zijn eigen vet/sop gaar laten kokenbe one's own man/master • zijn eigen heer en meester/onafhankelijk zijnthe truth for its own sake • de waarheid op zich(zelf)my time is my own • ik heb de tijd aan mezelffor one's own use • voor eigen gebruiknot have a moment/minute/second to call one's own • geen moment voor zichzelf hebbenhe finally came into his own • eindelijk kreeg hij wat hem toekwamit has a value all its own • het heeft een heel bijzondere waardemay I have it for my own? • mag ik het echt hebben?/houden?he has a computer of his own • hij heeft zijn eigen computerfor reasons of his own • om persoonlijke redenenhave a way of his own • zo zijn eigen manier van doen hebbenmy own self • ikzelf, ik persoonlijkin his own (good) time • wanneer het hem zo uitkomt/uitkwam→ come into come into/————————own2♦voorbeelden:he owned to having said that • hij gaf toe dat hij dat gezegd hadII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
11 self-study
n. zelfstudie, studie over zichzelf; studie zonder begeleiding, onafhankelijk leren, leren zonder een leraar, het op eigen houtje leren -
12 wildcatter
n. iem. die op eigen houtje proefboringen doet (naar gas/olie) -
13 cavalier
cavalier1 [kaavaaljee],cavalière [kaavaaljer]〈m., v.〉1 ruiter, amazone ⇒ paardrijder, -rijdster2 heer, dame ⇒ (dans)partner♦voorbeelden:2 〈 figuurlijk, informeel〉 faire cavalier seul • op eigen houtje handelen, zich als eenling opstellen————————cavalier2 [kaavaaljee],cavalière [kaavaaljer]1 brutaal ⇒ ongegeneerd, vrijpostig, ongemanierd♦voorbeelden:1. m (f - cavalière)1) ruiter/amazone3) paard [schaken]4) cavalerist2. = cavalière; adj1) brutaal, ongemanierd, vrijpostig2) ruiter- -
14 lui
lui1 [lŵie]〈 werkwoord〉 → luire————————lui2 [lŵie]♦voorbeelden:1 nous lui en avons parlé • wij hebben er met hem, haar over gesprokendes idées à lui • zijn eigen denkbeeldende lui seul • op zijn eigen houtje, eigenmachtigil avait un carnet sur lui • hij had een notitieboekje bij zichpron1) hem, haar2) hij, hem3) zich -
15 ventre
ventre [vãtr]〈m.〉1 buik2 buikholte ⇒ maag, moederschoot♦voorbeelden:bas ventre • onderbuikavoir du ventre • een buikje hebbencourir ventre à terre • lopen zo snel als men kanavoir qc. dans le ventre • fut in zijn lijf hebbenchercher à savoir ce que qn. a dans le ventre • willen weten wat iemand van plan isse remplir le ventre • zich vol etenm1) buik2) maag -
16 agir en franc-tireur
agir en franc-tireur -
17 de lui seul
de lui seulop zijn eigen houtje, eigenmachtig -
18 duffel-coat
-
19 faire cavalier seul
faire cavalier seulop eigen houtje handelen, zich als eenling opstellen -
20 franc-tireur
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Cinekid Festival — Location Amsterdam, The Netherlands Founded 1986 Language Dutch English … Wikipedia
Holz — 1. Alle krummen Hölzer sind quaat (schwer) zu richten. – Schottel, 1133b. 2. Alles da, Holz un Torf, die Mieth wird abgedanzt, drêmol um n Ofen1 is ein Monat weg. (Stettin.) 1) Der Ofen steht nämlich dicht in einer Ecke. 3. Alt dürr Holtz ist… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Hölzlein — 1. Ein Hölzlein erhält das Feuer nicht. Holl.: Eén houtje aan t vuur is niet genoeg, het wil gezelschap. (Harrebomée, I, 335.) 2. Es ist schon manch krumm Hölzlein gerade geworden. 3. Es thut dirs wol ein schlechter höltzlin. – Franck, II, 89b;… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kerbholz — 1. Wer vffs kerffholtz zehret, der muss auch rechnen vnd zahlen. – Lehmann, 922b, 7. Die Seiten 922 und 923 sind in der von mir benutzten Ausgabe Lehmann s doppelt. *2. Auf dem Kerbholz stehen. – Eiselein, 370. Schulden haben. *3. Auffs Kerbholtz … Deutsches Sprichwörter-Lexikon