-
1 hôtel
hôtel [ootel]〈m.〉♦voorbeelden:3 l'hôtel de la Monnaie • de Munt, de Rijksmunthôtel de Postes • hoofdpostkantoorhôtel des ventes • veilinggebouwhôtel de ville • stadhuis, raadhuism1) hotel2) herenhuis -
2 hôtel-Dieu
-
3 hôtel de Postes
hôtel de Postes -
4 hôtel de ville
hôtel de villestadhuis, raadhuis -
5 hôtel des ventes
hôtel des ventes -
6 hôtel particulier
hôtel particulier -
7 descendre à l'hôtel
descendre à l'hôtel -
8 maître d'hôtel
maître d'hôtel————————(à la) maître d'hôtel -
9 beurre maître d'hôtel
beurre maître d'hôtel -
10 l'hôtel de la Monnaie
l'hôtel de la Monnaiede Munt, de Rijksmunt -
11 rat d'hôtel
rat d'hôtel -
12 souris d'hôtel
souris d'hôtel -
13 descendre
descendre [dessãdr]1 naar beneden gaan, komen ⇒ afdalen, zakken, aflopen2 uit-, afstappen ⇒ afstijgen, van boord gaan3 gaan (naar, in)♦voorbeelden:descendre d' un arbre • uit een boom klimmendescendre dans le détail, jusqu'aux détails • in bijzonderheden tredendescendre de la voiture • uit de auto stappendescendre chez son oncle • bij zijn oom gaan logerendescendre dans le Midi • naar het zuiden gaanla police est descendue dans le café • de politie heeft een inval in het café gedaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 afgaan ⇒ afdalen, aflopen, afzakken2 naar beneden brengen ⇒ laten zakken, lager hangen♦voorbeelden:v1) afdalen, zakken, aflopen2) uitstappen3) gaan (naar, in)6) laten zakken, lager hangen7) neerschieten8) doden -
14 maître
maître1 [metr],maîtresse [metres]〈m., v.〉1 heer, vrouw ⇒ meester(es), gebieder, baas2 onderwijzer(es) ⇒ leermeester, schoolmeester, voorganger♦voorbeelden:maître, maîtresse de maison • heer, vrouw des huizesêtre maître de son sujet • zijn onderwerp beheersenêtre maître, le maître • de baas zijnêtre son maître • zijn eigen baas zijnêtre maître de soi • zich beheersenêtre maître de son destin • het lot in eigen handen hebbenêtre maître de faire qc. • vrij zijn iets te doenmaître à penser • geestelijk leermeesterse rendre maître de • zich meester maken van, bemachtigense rendre maître d'un incendie • een brand meester wordense rendre maître d'un secret • achter een geheim komenle capitaine est le maître après Dieu • de kapitein is schipper naast Godil est passé maître dans l'art de mentir • hij is heel handig geworden in het liegenen maître • met gezagrégner en maître • de onmiskenbare heerser, meester zijnparler en maître • op gebiedende toon sprekenmaître nageur • badmeester; zwemleraarmaître auxiliaire • leraar met tijdelijke aanstellingmaître de chapelle • kapelmeestermaître compagnon • werkbaas, meesterknechtmaître de conférences • lectormaître d'école • (school)meester, onderwijzermaître de l'heure • persoon van wie actuele gebeurtenissen afhangen(à la) maître d'hôtel • met boter- en peterseliesaus4 maître Aliboron • steiloor, domme bemoeialmaître Renard • Reinaert de Vosmaître anonyme • onbekende meester————————maître2 [metr],maîtresse [metres]1 hoofd- ⇒ belangrijkste, meester-♦voorbeelden:maître autel • hoofdaltaarmaître coq, queux • meester-kokmaîtresse femme • kranige vrouwl'oeuvre maîtresse • het belangrijkste werkpoutre maîtresse • hoofdligger, -balk1. m (f - maîtresse)1) heer/vrouw, meester/-eres, baas/bazin2) onderwijzer/-eres, schoolmeester2. = maîtresse; adjbelangrijkste, hoofd-, meester- -
15 réception
réception [reesepsjõ]〈v.〉3 ontvangst ⇒ receptie, partij5 toelating ⇒ opneming, installatie6 aanvaarding ⇒ overneming, (op)levering♦voorbeelden:f1) ontvangst, onthaal2) receptie [hotel]3) toelating4) aanvaarding5) (het) opvangen [bal]6) (het) neerkomen [sprong] -
16 auberge
auberge [ooberzĵ]〈v.〉1 herberg ⇒ eethuis, klein hotel-restaurant♦voorbeelden:auberge espagnole • situatie waarvoor men zelf alles moet meenemenon n'est pas sorti de l'auberge • we zijn nog niet uit de zorgenf -
17 aubergiste
aubergiste [ooberzĵiest]〈m. & v.〉1 herbergier(ster) ⇒ waard, eigenaar van een klein hotel-restaurant, van een eethuism/fwaard/-in, herbergier/-rster -
18 beurre
beurre [bur]〈m.〉1 boter♦voorbeelden:tartine de beurre • beboterde snee broodfaire son beurre • zich verrijkenau beurre noir • in sterk gebruinde boterbeurre de cacao • cacaoboter¶ ça entre comme dans du beurre • dat gaat er heel gemakkelijk in, dat gaat (als) gesmeerdc'est du beurre • dat is gesneden koek, een (zacht) eitjeça met du beurre dans les épinards • dat maakt het veel aangenamercompter pour du beurre • voor spek en bonen meedoenm1) boter2) pasta -
19 coursier
-
20 hôtelier
hôtelier [ootəljee],hôtelière [ootəljer]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 hotel-♦voorbeelden:un hôtelier, une hôtelière • hotelhouder, -sterm (f - hôtelière)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
hôtel — hôtel … Dictionnaire des rimes
Hotel- — Hotel … Deutsch Wörterbuch
hôtel — [ ɔtɛl; otɛl ] n. m. • XIe ostel « demeure, logis »; bas lat. hospitale « chambre pour les hôtes » → hôpital 1 ♦ (XIIIe dans le Nord) Établissement où on loge et où l on trouve toutes les commodités du service (à la différence du meublé), pour un … Encyclopédie Universelle
hotel.de — AG Rechtsform Aktiengesellschaft ISIN DE0006910938 Gründung 2001 … Deutsch Wikipedia
Hôtel — Hotel steht für: Hotel, ein Beherbergungsbetrieb Hotel (Spiel), ein Brettspiel Hôtel, französisch Hôtel particulier, ein Stadtpalais Hôtel de ville, das Rathaus Hôtel Dieu, ein Krankenhaus Hotel, Publikationen: Hotel (Film), ein Film von Jessica… … Deutsch Wikipedia
hotel.de — hotel.info hotel booking Ltd Тип Публичная компания Год основания 2001 … Википедия
hotel — ho‧tel [həʊˈtel ǁ hoʊ ] noun [countable] TRAVEL a building where people pay to stay and have meals: • large international hotels whose operations are geared to the needs of overseas travellers * * * Ⅰ. hotel UK US /həʊˈtel/ noun [C] ► a building… … Financial and business terms
Hotel — Студийный альбом Моби Дата выпуска … Википедия
Hotel X — is a world music/jazz group founded in 1992 in Richmond, Virginia by Tim Harding and Ron T. Curry as a setting to explore electric bass duets, Hotel X was quickly joined by a host of Richmond, Virginia underground music scene veterans and… … Wikipedia
Hotel FM — Основная информация … Википедия
hotel — hotél s. n., pl. hotéluri Trimis de siveco, 10.04.2007. Sursa: Dicţionar ortografic HOTÉL hoteluri n. Local cu camere special amenajate pentru trai care se închiriază pe termen scurt mai ales călătorilor. /<fr. hôtel Trimis de siveco,… … Dicționar Român