-
81 computer-literate
computer-literate1 vaardig in het gebruik van de computer ⇒ bekend met/op de hoogte van computers -
82 condescend
v. je zelfrespekt verliezen; je laten vernederen[ kondissend]1 zich verlagen ⇒ zich lenen, zich verwaardigen2 neerbuigend/uit de hoogte doen ⇒ neerkijken♦voorbeelden:1 the prime minister condescended to open the new factory • de premier was zo goed/vriendelijk de nieuwe fabriek te openenhe condescended to take bribes • hij verlaagde zich tot het aannemen van steekpenningen -
83 dead
adj. dood; levenloos, gevoelloos; absoluut; pal; dode; holst--------adv. compleet, totaal; zeker; (Slang) extreem, heel (Bv. "Our vacation in the Bahamas was dead good")--------n. dood; ten midden (van), in de kern (van)dead1[ ded] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoogte/dieptepunt♦voorbeelden:the dead of winter • hartje winter————————dead2〈 deadness〉1 dood ⇒ overleden, gestorven3 onwerkzaam ⇒ leeg, uit, op♦voorbeelden:leave for dead • voor dood achterlatenthe dead • de dode(n)raise from the dead • uit de dood wekkenrise from the dead • uit de dood opstaandead coal • dove/ 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉dead flame • uitgedoofde vlamdead match • afgebrande luciferthe radio is dead • de radio is uitgevallen/doet het niet (meer)cut out (the) dead wood • ontdoen/verwijderen van ballast/overbodige franje¶ dead as a doornail/as mutton • morsdood, zo dood als een pier〈 slang〉 dead duck • mislukk(el)ing, verliezerdead end • doodlopende straat; impasse, dood puntcome to a dead end • op niets uitlopen〈 sport〉 dead heat • gedeelde eerste (tweede enz.) plaatsbeat/flog a dead horse • oude koeien uit de sloot halenstep into a dead man's shoes • iemand opvolgenwait for a dead man's shoes • op iemands bezit/erfenis/baantje azen〈 informeel〉 dead from the neck up • hersenloos, stompzinnigdead nettle • dovenetelQueen Anne is dead • (dat is) oud nieuwsdead weight • dood gewicht, dode last; 〈 techniek, technologie〉deadweight, draagvermogen, eigen gewicht; 〈 figuurlijk〉 ongedekte schuldgo dead • vastlopen, niet verder kunnen; 〈 figuurlijk〉 opgeven; verbroken worden, uitvallen 〈 van verbinding〉〈 informeel〉 I wouldn't be seen dead in that dress/in there • voor geen geld/goud zou ik me in die jurk/daar vertonenI'll see you dead first • over mijn lijkII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 volkomen ⇒ absoluut, compleet♦voorbeelden:in dead earnest • doodernstigdead silence • doodse stilteon a dead level • precies naast elkaar¶ the dead spit of (his father) • het evenbeeld van/precies (zijn vader)————————dead3〈 bijwoord〉2 pal ⇒ vlak, onmiddellijk♦voorbeelden:dead certain • honderd procent zekerdead drunk • stomdronkendead easy • doodsimpelbe dead right • groot gelijk hebbendead slow • met een slakkengangdead straight • kaarsrechtstop dead • stokstijf blijven staandead tired/exhausted • doodop, bekaf2 dead ahead of you • pal/vlak voor je (uit) -
84 dizzy
adj. duizelig--------v. duizelig voelen; duizelenddizzy1[ dizzie] 〈bijvoeglijk naamwoord; dizziness〉♦voorbeelden:————————dizzy2〈werkwoord; dizzied〉1 verwarren ⇒ verbijsteren, in de war brengen -
85 doing
-
86 draw level with
-
87 ear
n. oor; gehoor; graan[ iə]1 oor ⇒ oorschelp; gehoororgaan4 oor ⇒ lus; oog; handvat♦voorbeelden:in (at) one ear, out (at) the other • het ene oor in, het andere uitup to one's ears • tot over zijn oren2 have an ear for • een oor/gevoel hebben voor¶ keep an ear/one's ear(s) (close) to the ground • (goed) op de hoogte blijven 〈 van trends, roddels〉; de boel goed in de gaten houdennot believe one's ears • zijn oren niet gelovenfall about one's ears • (om iemand heen) instortenlend someone an ear/one's ears • het oor aan iemand lenen, naar iemand luisterenprick up one's ears • de oren spitsenbe out on one's ear • ontslagen wordenbe all ears • een en al oor zijn -
88 event
n. gebeuren, voorval; wedstrijd[ ivvent]1 gebeurtenis ⇒ evenement, manifestatie2 geval♦voorbeelden:1 the natural/normal/usual course of events • de gewone/normale gang van zakenafter the event • achteraf, te laatin any/either event I'll let you know • in elk geval/wat er ook moge gebeuren, ik hou je op de hoogtein the event of his death • in het geval dat hij komt te overlijdenthe next event will be the ladies' race • het volgende nummer is de dameswedloop→ wise wise/ -
89 familiar
adj. gewoon, vaak voorkomend; kundig, bedreven; verwant; bekend; open, onofficieel; tam, getemd; familiaar--------n. vriend, kennis; gevolg van de pausfamiliar1[ fəmilliə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 boezemvriend(in) ⇒ intimus, intima————————familiar21 vertrouwd ⇒ bekend, gewoon3 informeel ⇒ ongedwongen, gemeenzaam4 vrijpostig ⇒ familiair, gemeenzaam♦voorbeelden:doesn't that look familiar to you? • komt dat je niet bekend voor? -
90 figure out
nadenken; begrijpenfigure out1 berekenen ⇒ becijferen, uitwerken♦voorbeelden:figure out a problem • een probleem oplossen -
91 fill in
n. invullen (formulier); kurk, plaatsvervanger--------invullen, beantwoorden, toevoegen van informatie (formulier, aanvraagformulier)fill inII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 passeren♦voorbeelden: -
92 fly at high altitudes
fly at high altitudes -
93 get abreast of
-
94 get
v. krijgen; halen; bereiken; verkrijgen; pakken; begrijpen; worden; aangestoken worden (met een ziekte); komen; veroorzaken[ get] 〈 got, got, verouderd, behalve in Amerikaans-Engels of in Brits-Engels in vaste verbindingen gotten〉1 (ge)raken ⇒ (ertoe) komen, gaan, bereiken♦voorbeelden:get ready • zich klaarmakenhe's getting to be an old man • hij is een oude man aan het worden〈 Amerikaans-Engels〉 get to do something • erin slagen/ertoe komen iets te doenget done with • afmakenhe never gets to drive the car • hij krijgt nooit de kans om met de auto te rijdenget lost • verdwalen〈 Amerikaans-Engels〉 get lost! • loop naar de maan!get to see someone • iemand te zien krijgenget ahead • vooruitkomen, succes boekenget ahead of • achter zich latenget behind/behindhand • achterop rakenget as far as • komen tot (bij)〈informeel; figuurlijk〉 get nowhere/somewhere • niets/iets bereikenget above oneself • heel wat van zichzelf denkenget abreast of • op gelijke hoogte komen metget among • verzeild raken tussenget at • bereiken, te pakken krijgen, komen aan/achter/bij; 〈 informeel〉 bedoelen; bekritiseren; knoeien met • omkopen; ertussen nemenstop getting at me! • laat me met rust!get at the truth • de waarheid achterhalenthe witness had been got at • de getuige was omgekochtwhat are you getting at? • wat bedoel je daarmee?who are you getting at? • op wie heb je het eigenlijk gemunt?get from • weg raken vanget in contact/touch with • contact opnemen metget into something • ergens in (verzeild) rakenget into the car • in de auto stappenget into debt • schulden makenget into a habit • een gewoonte aankwekenthe alcohol got into his head • de alcohol steeg hem naar het hoofdget into a school • toegelaten worden tot een schoolget into shape • in conditie komenget into a temper • driftig wordenget into trouble • in moeilijkheden gerakenget into the way of things • eraan wennenget into yoga • aan yoga gaan doenwhat's got into you? • wat bezielt je?, wat heb je?get on(to) a subject • bij een onderwerp belanden〈 informeel〉 get on(to) something • lucht krijgen van iets, iets ontdekken〈 informeel〉 get onto someone • iemand te pakken krijgen/contacterenget onto the council • tot raadslid gekozen wordenget on(to) the plane • op het vliegtuig stappenget on(to) one's bike • op zijn fiets stappenget out of something • ergens uitraken, zich ergens uit reddenget out of bed • uit bed komenget out of a habit • een gewoonte ontwennenget out of it! • kom nou!, verkoop geen onzin!get out of (someone's) sight • (uit iemands ogen) verdwijnenget out of the way • uit de weg gaan, plaats makenget round the table • rond de tafel gaan zitten, besprekingen voerenget to • bereiken, kunnen beginnen aan, toekomen aanwhere has he got to? • waar is hij naar toe?get to bed • naar bed gaanget to the point • ter zake komenget to the top (of the ladder/tree) • de top bereikenget to work on time • op tijd op zijn werk komenget to someone • iemand aangrijpen; iemand vervelen, iemand ergeren〈 slang〉 get with it • erbij zijn, alert/aandachtig zijnget going/moving! • vooruit!, begin (nu eindelijk)!get to know someone • iemand leren kennenget to like something • ergens de smaak van te pakken krijgenget talking • een gesprek aanknopenhe got to wondering … • hij begon zich af te vragen …→ get about get about/, get across get across/, get along get along/, get around get around/, get away get away/, get back get back/, get by get by/, get down get down/, get in get in/, get off get off/, get on get on/, get out get out/, get over get over/, get round get round/, get through get through/, get up get up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 bezorgen ⇒ verschaffen, voorzien4 doen geraken ⇒ doen komen/gaan/bereiken; brengen; krijgen; doen5 maken ⇒ doen worden, bereiden, klaarmaken6 nemen ⇒ (op/ont)vangen, grijpen; (binnen)halen7 overhalen ⇒ ertoe/zover krijgen♦voorbeelden:get a blow on the head • een klap op zijn kop krijgenget fame • beroemd wordenget the feel of • de slag te pakken krijgen vanget a glimpse of • vluchtig te zien krijgenget a grip on • de slag te pakken krijgen vanget one's hands on • te pakken krijgenget leave • verlof krijgenget a letter • een brief ontvangenget a look at • te zien krijgenget measles • de mazelen krijgenget one year in prison • tot één jaar gevangenisstraf veroordeeld wordenget possession of • in zijn bezit krijgenget what's coming to one • krijgen wat men verdientget little by something • ergens weinig baat bij vindenget it (hot) • zijn verdiende loon krijgenthe soldier got it in the leg • de soldaat werd aan zijn been gewondwe get nine as the average • onze gemiddelde uitkomst is negenget from/out of • krijgen vanget something out of someone • iets van iemand loskrijgenget something out of something • ergens iets aan hebbenget the best/most/utmost out of • het beste maken van3 get someone some food/a place • iemand te eten/onderdak gevenget something for someone • iemand iets bezorgen, iets voor iemand halen4 get something going • iets op gang krijgen, iets op dreef helpenget someone talking • iemand aan de praat krijgenget something home • iets doen doordringenget together • bijeenbrengen, inzamelenget it together • het klaarspelen, het goed doenget something into one's head • zich iets in het hoofd halenget something into someone's head • iets aan iemand duidelijk makenget something into a room • iets in een kamer binnenkrijgenget oneself into trouble • in moeilijkheden gerakenget someone into trouble • iemand in moeilijkheden brengenget someone out of something • iemand aan iets helpen ontsnappenget something out of one's head/mind • iets uit zijn hoofd zettenget something out of a room • iets een kamer uitkrijgenget the two sides round the table • de twee partijen met elkaar confronterenget something through the door • iets door de deur krijgenget something under control • iets onder controle krijgenlet me get this clear/straight • laat me dit even duidelijk stellenget ready • klaarmakenget the sum right • de juiste uitkomst krijgenI'll just get the dishes done and then … • ik doe nog even de afwas en dan …get one's hair cut • zijn haar laten knippenget something done • iets gedaan krijgenget the six o'clock train • de trein van zes uur nemenget something to eat • een hapje etengo and get your breakfast! • ga maar ontbijten!7 get someone to do something • iemand ertoe krijgen iets te doen, iemand iets laten doenget someone to talk • iemand aan de praat krijgenget someone to understand something • iemand iets aan het verstand brengenas soon as I get time • zodra ik tijd hebget someone (where it hurts) • iemand op de gevoelige plek rakenwhat has got him? • wat bezielt hem?get it? • gesnapt?I don't get it • ik snap er niets vanI don't get you • ik begrijp je nietyou've got it! • je hebt het geraden!¶ get something/someone wrong • iets/iemand verkeerd begrijpen/misverstaan→ get across get across/, get around get around/, get away get away/, get back get back/, get down get down/, get in get in/, get off get off/, get on get on/, get out get out/, get over get over/, get round get round/, get through get through/, get up get up/♦voorbeelden:get excited • zich opwindenget used to • wennen aanget even with someone • het iemand betaald zettenIV 〈 hulpwerkwoord〉1 worden♦voorbeelden:get married • trouwenget wounded • gewond rakenget punished • gestraft worden→ have got have got/ -
95 he is quite clued-up about/on America
he is quite clued-up about/on AmericaEnglish-Dutch dictionary > he is quite clued-up about/on America
-
96 he is unacquainted with the facts
he is unacquainted with the factsEnglish-Dutch dictionary > he is unacquainted with the facts
-
97 he put me on to this vacancy
he put me on to this vacancy -
98 he was apprised of the facts
he was apprised of the facts -
99 high-hat
high-hat1〈 zelfstandig naamwoord〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉1 snob————————high-hat2〈 werkwoord〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 -
100 hummock
См. также в других словарях:
Hoogte — (holländ., »Höhe«), in zusammengesetzten südafrikanischen Ortsnamen oft vorkommend, bedeutet: Hochebene, Bodenschwelle … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Hoogte honderd-plaats — See Altitude Cent, Place de l … Historical Dictionary of Brussels
Ben' s dream de Woeste Hoogte — (Хундерло,Нидерланды) Категория отеля: Адрес: Krimweg 170, 7351 TM … Каталог отелей
Altitude Cent, Place de l'/Hoogte honderd-plaats — This square in Forest marks one of the highest points in the Brussels metropolitan area. The church of Saint Augustin, one of the few art deco churches in the capital, was built here beginning in 1936 under designs drafted by architects Léon… … Historical Dictionary of Brussels
Marleen Daniels — (born October 4, 1958(1958 10 04) in Heusden Zolder, Limburg) is a Belgian photographer.[1] Educated in St Lucas, Hasselt and Technicum, Antwerp, she started as freelancer photographer in the eighties, and became fully independent in 1984. Until… … Wikipedia
Boden — 1. Der Boden ist nass, eh der Blinde verstopft das Fass. 2. Der Boden trägt gut, wenn der Herr selber das Beste thut. Dän.: Den jord bliver frugtbar hvor huusbonden selv viiser hvad der skal giøres. (Prov. dan., 327.) 3. Die auf einem Boden in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Liste der Gebirgspässe in Namibia — der Gamsberg Pass von der Hauptstraße C26 aus gesehen Dies ist eine Liste der Gebirgspässe in Namibia. Die meisten Gebirgspässe in Namibia liegen innerhalb von Gebirgszügen der Großen Randstufe und werden durch Straßen erschlossen. Die Große… … Deutsch Wikipedia
Height — (h[imac]t), n. [Written also {hight}.] [OE. heighte, heght, heighthe, AS. he[ a]h[eth]u, h[=e]h[eth]u fr. heah high; akin to D. hoogte, Sw. h[ o]jd, Dan. h[ o]ide, Icel. h[ae][eth], Goth. hauhi[thorn]a. See {High}.] 1. The condition of being… … The Collaborative International Dictionary of English
hight — Height Height (h[imac]t), n. [Written also {hight}.] [OE. heighte, heght, heighthe, AS. he[ a]h[eth]u, h[=e]h[eth]u fr. heah high; akin to D. hoogte, Sw. h[ o]jd, Dan. h[ o]ide, Icel. h[ae][eth], Goth. hauhi[thorn]a. See {High}.] 1. The condition … The Collaborative International Dictionary of English
On height — Height Height (h[imac]t), n. [Written also {hight}.] [OE. heighte, heght, heighthe, AS. he[ a]h[eth]u, h[=e]h[eth]u fr. heah high; akin to D. hoogte, Sw. h[ o]jd, Dan. h[ o]ide, Icel. h[ae][eth], Goth. hauhi[thorn]a. See {High}.] 1. The condition … The Collaborative International Dictionary of English
Cape Town — For other uses, see Cape Town (disambiguation). Cape Town Kaapstad iKapa City … Wikipedia