-
1 brow
-
2 comb
n. kam; kam (van kip); honing; heuveltop--------v. kammen; afzoekencomb1[ koom] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————comb2〈 werkwoord〉1 kammen→ comb out comb out/ -
3 crest
n. pluim (van veren); kam (v.d. haan); top--------v. de top bereikencrest1[ krest] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kam ⇒ pluim, kuif2 helmbos/pluim ⇒ vederbos3 top ⇒ berg/heuveltop; golfkam♦voorbeelden:3 〈 figuurlijk〉 he's riding the crest (of the waves) • hij is op het hoogtepunt van zijn macht/carrière/succes …————————crest2〈 werkwoord〉 -
4 hilltop
-
5 mamelon
mamelon [maamlõ]〈m.〉2 ronde knobbel ⇒ bult, heuvel(top)m1) tepel2) uier3) knobbel, bult4) heuveltop
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Датский
- Нидерландский
- Русский
- Турецкий
- Французский