-
1 de buurvrouw heeft pas een kleintje gekregen
de buurvrouw heeft pas een kleintje gekregenDeens-Russisch woordenboek > de buurvrouw heeft pas een kleintje gekregen
-
2 hij heeft al een hint gekregen om ontslag te vragen
hij heeft al een hint gekregen om ontslag te vragenDeens-Russisch woordenboek > hij heeft al een hint gekregen om ontslag te vragen
-
3 hij heeft de bons gekregen
hij heeft de bons gekregen -
4 hij heeft een flinke douw gekregen van die zaak
hij heeft een flinke douw gekregen van die zaakDeens-Russisch woordenboek > hij heeft een flinke douw gekregen van die zaak
-
5 hij heeft een flinke opdonder gekregen
hij heeft een flinke opdonder gekregenDeens-Russisch woordenboek > hij heeft een flinke opdonder gekregen
-
6 hij heeft een jaar cel gekregen
hij heeft een jaar cel gekregenDeens-Russisch woordenboek > hij heeft een jaar cel gekregen
-
7 hij heeft zijn aandeel al dubbel en dwars gekregen
hij heeft zijn aandeel al dubbel en dwars gekregenDeens-Russisch woordenboek > hij heeft zijn aandeel al dubbel en dwars gekregen
-
8 hij heeft zijn zin weer gekregen
hij heeft zijn zin weer gekregenDeens-Russisch woordenboek > hij heeft zijn zin weer gekregen
-
9 mijn pen heeft pootjes gekregen
mijn pen heeft pootjes gekregenDeens-Russisch woordenboek > mijn pen heeft pootjes gekregen
-
10 zijn gezondheid heeft een lelijke knauw gekregen
zijn gezondheid heeft een lelijke knauw gekregenDeens-Russisch woordenboek > zijn gezondheid heeft een lelijke knauw gekregen
-
11 zijn reputatie heeft een lelijke deuk gekregen
zijn reputatie heeft een lelijke deuk gekregenDeens-Russisch woordenboek > zijn reputatie heeft een lelijke deuk gekregen
-
12 zin
2 [meervoud][verstand] (bon) sens♦voorbeelden:een woord in figuurlijke zin opvatten • prendre un mot au (sens) figuréin de ruimste zin (van het woord) • au sens le plus large (du terme)in zekere zin klopt het wel • en un sens c'est justehet heeft geen, weinig zin om • il ne sert à rien, à peu de chose dezo heeft het geen zin • ainsi, cela n'a pas de senswoorden zonder zin • mots privés de sens2 van zijn zinnen beroofd zijn • 〈 bewusteloos〉 avoir perdu connaissance; 〈 gek〉 avoir perdu la raisonbij zinnen komen • revenir à soihij is niet goed bij (zijn) zinnen • il a perdu la têtebuiten zinnen van woede • fou furieuxzijn zinnen bij elkaar houden • rester maître de soi→ link=hoofd hoofdblij van zin • d'humeur joyeuse4 zijn zinnen op iets stellen, zetten • se mettre en tête de faire qc.niet veel goeds in de zin hebben • nourrir de noirs desseinsvan zins zijn om • avoir l'intention deiemands zin doen • satisfaire le désir de qn.zijn (eigen) zin doordrijven • imposer sa volontéiemand zijn zin geven • donner satisfaction à qn.hij moet zijn zin weer hebben! • il faut toujours faire comme il veut!hij heeft zijn zin weer gekregen • il a encore obtenu ce qu'il voulaitzij zijn één van zin • ils ont le même désir6 er geen zin in hebben om … • ne pas avoir envie de …7 heb je nu je zin? • te voilà servi?ontzettende zin hebben (om) iets te doen • avoir très envie de faire qc.het iemand naar de zin maken • faire plaisir à qn.naar m'n zin • à mon gréik heb het hier naar mijn zin • je me plais icitegen zijn zin • à contrecoeur -
13 dubbel
dubbel1〈 het〉♦voorbeelden:————————dubbel21 [algemeen] double♦voorbeelden:een dubbele betrekking • une double activitédubbel bier • bière forteeen dubbel(e) boord • un col de chemiseeen dubbele boterham • un sandwich (de pain de mie)een dubbele deur • 〈 twee vleugels〉 une porte à deux battants; 〈 twee achter elkaar〉 une double portedubbele exemplaren • exemplaires en doubleeen weg met dubbel spoor • une ligne à double voieeen deken dubbel leggen • mettre une couverture en doublehij ligt dubbel (van het lachen) • il se tord (de rire)het dubbele van de prijs • le double du prix→ link=bodem bodemII 〈 bijwoord〉1 [in tweeën, twee keer] (en) double2 [tweemaal] deux fois3 [in tweemaal zo hoge mate] deux fois plus♦voorbeelden:dubbel parkeren • stationner en double filedubbel en dwars • largementhij heeft zijn aandeel al dubbel en dwars gekregen • il a déjà reçu plus que sa part -
14 poot
♦voorbeelden:de achterste poten • les pattes de derrièreop zijn achterste poten gaan staan • monter sur ses ergotsgeef eens een poot! • donne la patte!pootjes geven • donner la pattemijn pen heeft pootjes gekregen • mon stylo s'est envolé2 de poten onder het kabinet wegzagen • 〈 de basis wegnemen〉 saper le gouvernement; 〈 bekritiseren〉 démolir le gouvernement〈 figuurlijk〉 iets op poten zetten • mettre sur pied qc.een tafel op vier poten • une table à quatre piedsiemand pootje haken • faire un croche-pied à qn.; 〈 figuurlijk〉 faire un croc-en-jambe à qn.geen poot meer kunnen verzetten • ne plus pouvoir mettre un pied devant l'autreblijf er af met je poten! • bas les pattes!geen poot aan de grond krijgen • n'avoir aucune chance de succèsgeen poot uitsteken • ne pas remuer le petit doigtgeen poot verzetten • ne pas bouger d'un poucegeen poot hebben om op te staan • ne pas faire le poids4 iemand een poot geven • serrer la pince à qn.op zijn poot spelen • réagir violemmenteen brief op poten schrijven • écrire une lettre dans laquelle on ne mâche pas ses mots -
15 bons
bons1〈de〉♦voorbeelden:iemand de bons geven • plaquer qn.————————bons21 boum! -
16 cel
♦voorbeelden:de grijze cellen • la matière grise -
17 deuk
♦voorbeelden: -
18 douw
♦voorbeelden: -
19 hint
♦voorbeelden:hij heeft al een hint gekregen om ontslag te vragen • on lui a déjà suggéré discrètement de donner sa démission -
20 kleintje
♦voorbeelden:op de kleintjes letten • regarder à la dépensevoor geen kleintje vervaard zijn • n'avoir pas froid aux yeux
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Bohne — 1. Bäunen in de Päut1, Hawer in den Kläut2, Gearste in de Aske3, giet Geld in de Taske. (Westf.) 1) Im Münsterschen: Pôt = Pfuhl, Pfütze. 2) Kloss. 3) Asche. 2. Besser eine Bohne und frei, als Zuckerwerk in Sklaverei. 3. Dicke Bohnen und… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Schuh — 1. Â nâe Schage schpîrd em de Êlsternûgen. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 815b. Wer enge Schuhe trägt, fühlt die Hühneraugen. 2. Âbezuolt Schage kerzele gärn. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 867. 3. Allerley Schuhe kan man nicht an einen Fuss… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Korb — 1. Déi iut dem Korfe fäuert, déi könnt in de Theetasse melken. (Sauerland.) 2. Der eigene Korb drückt nicht. Was man für sich selbst thut, wird nicht schwer. Böhm.: Viastní břimĕ (nůše) netiží. (Čelakovsky, 133.) 3. Die immer Körbe austheilt,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Teil — Sein Teil (schon noch) bekommen (kriegen): das zu erwarten haben, was seinem Handeln, seinem Betragen gebührt, getadelt, bestraft, gezüchtigt werden. Die Wendung kann in Form einer Drohung oder Warnung gebraucht werden, wie z.B. mundartlich in… … Das Wörterbuch der Idiome
Aussatz (= Ausstellung) — Das ist kein guter Aussatz, sagte das Mädchen, als man sie zur Thür hinauswarf. Holl.: Hij heeft eene dragt slagen voor zijn uitzet gekregen. (Harrebomée, II, 353.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Lachen — 1. Al lachen zegt den Zot de Woarheid. (Franz. Flandern.) – Firmenich, III, 698, 21. Im Lachen, lachend, sagt der Narr die Wahrheit. 2. Am Lachen und Blarren erkennt man die Narren. Ueber das Lachen und dessen verschiedenen Charakter nach… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mütze — 1. Besser eine schlechte Mütze als barhaupt. Holl.: Beter eene slechte muts op, dan blootshoofds te slapen. (Harrebomée, II, 110b.) 2. Dröckt die de Mötz, denn kêp di e Hôt. – Frischbier2, 2698. 3. Dröckt die de Mötz, schwelle die de Haar, güke… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Theil — 1. Besser einen Theil verlieren als das Ganze. Mhd.: Ez ist bezzer, daz ist wâr, ein teil verlies en danne gar. (Welscher Gast.) (Zingerle, 145.) 2. Brüderliche Theile müssen unverschmitzt sein. – Graf, 215, 209. Es soll das Erbe so gerade, so… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon