-
1 to engrave
graveren -
2 carve
v. snijden; beeldhouwen[ ka:v]2 graveren♦voorbeelden:→ carve up carve up/1 kerven ⇒ houwen, beitelen; krassen, graveren/beeldhouwen in; splijten♦voorbeelden:carve from marble • uit marmer houwencarve wood into a figure • uit hout een figuur snijden→ carve out carve out/ -
3 engrave
-
4 grave
adj. ernstig; serieus; ernstige uitdrukking--------n. graf--------v. graveren; beitelen; griffengrave1[ greev] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:silent as the grave • zwijgend/stil als het grafdig one's own grave • zichzelf te gronde richtenrise from the grave • uit de dood opstaan————————grave22 ernstig ⇒ zwaar, erg♦voorbeelden:————————grave3[ greev] 〈werkwoord; voltooid deelwoord ook graven〉 -
5 inscribe
v. graveren; inschrijven; opdragen aan-; afbakenen (wiskunde)[ inskrajb] -
6 cut
adj. gesneden; verkorting, gedeelte; in prijs verlaagd--------n. snee; snijwond; gedeelte; dracht (van kleding)--------v. snijden; verkorten; verlagen; knippencut1[ kut] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉slag/snee met scherp voorwerp ⇒ (mes)sne(d)e, keep, insnijding, snijwond; hak, houw; striem, (zweep)slag5 coupure ⇒ weglating, in/verkorting8 〈 benaming voor〉in/doorsnijding ⇒ geul, kloof, kanaal, doorgraving; kortere weg♦voorbeelden:cut and thrust • (woorden)steekspel, vinnig debat————————cut21 〈 benaming voor〉scheid/bewerkbaar zijn met scherp voorwerp ⇒ (zich laten) snijden/knippen/maaien, te snijden/knippen/hakken/maaien zijn2 〈 benaming voor〉een inkeping/scheiding maken ⇒ snijden; knippen; hakken, kappen, kerven; maaien4 rennen7 〈 informeel〉een plaat maken/opnemen♦voorbeelden:1 the butter/grass cuts easily • de boter/het gras snijdt/maait gemakkelijk→ cut across cut across/, cut at cut at/, cut down cut down/, cut down on cut down on/, cut in cut in/, cut into cut into/, cut out cut out/, cut through cut through/, cut up cut up/♦voorbeelden:→ cut back cut back/1 snijden in ⇒ verwonden; stuksnijden2 〈 benaming voor〉 scheiden door middel van scherp voorwerp ⇒ (af/door/los/weg)snijden/knippen/hakken; (om)hakken/kappen/zagen3 〈 benaming voor〉 maken met scherp voorwerp ⇒ kerven; slijpen; (bij)snijden/knippen/hakken; boren; graveren; snijden 〈 grammofoonplaat〉; 〈 bij uitbreiding〉 opnemen, maken 〈 grammofoonplaat〉5 〈 benaming voor〉 inkorten ⇒ snijden (in), couperen 〈 boek, film e.d.〉; afsnijden 〈 route, hoek〉; besnoeien (op), inkrimpen, bezuinigen6 〈 benaming voor〉 stopzetten ⇒ ophouden met; afsluiten, afsnijden 〈 water, energie〉; uitschakelen, afzetten9 negeren ⇒ veronachtzamen, s laten liggen♦voorbeelden:cut the tape • het lint doorknippencut free • lossnijden/kappen/hakken; bevrijdencut someone loose • iemand lossnijden/losmakencut open • openhalen/rijtencut away • wegsnijden/hakken/knippen; snoeiencut in half/two • doormidden/in tweeën snijden/knippen/hakkencut into halves/thirds/pieces • doormidden/in drieën/in stukken snijden/knippen/hakkencut a way through the jungle • zich een weg banen door de jungle3 cut a record • een plaat maken/opnemencut one's initials into something • zijn initialen ergens in kervenmy wage was cut • mijn loon is verlaagd9 cut someone dead/cold • iemand niet zien staan, iemand straal negeren -
7 gravure
-
8 incise
-
9 enchase
v. bezetten van juwelen in een sieraad; sieraad door graveren; plaatsen van een juweel -
10 engrave an inscription
een opschrift graveren -
11 graphic arts
grafische kunsten (tekenkunst,insnijdingskunst,graveren,etsen) -
12 micrograph
n. Micrograaf (instrument voor miniatuur schrijven en graveren; microscopische foto) -
13 micrography
n. micrografie, microfilm (schrijven of graveren met behulp van micrograaf; micrografische foto)
См. также в других словарях:
Bosse [2] — Bosse (spr. boss ), Abraham, Kupferstecher und Radierer, geb. um 1605 in Tours, gest. daselbst 1678, fertigte etwa 800 Blätter mit kulturhistorisch interessanten Schilderungen von Zeremonien, Festen und Szenen aus dem Volksleben. Er schrieb:… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Natter — Natter, 1) Johann Lorenz, Steinschneider, geb. 1705 zu Biberach in Württemberg, gest. 27. Okt. 1763 in Petersburg, erlernte die Goldschmiedekunst, wandte sich in Italien der Steinschneidekunst zu und ließ sich 1762 in Petersburg nieder. Er… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
gravieren — Vsw ein Muster (ein )ritzen erw. fach. (18. Jh.) mit Adaptionssuffix. Entlehnt aus frz. graver, dieses aus mndl. graven, eigentlich (ein)graben . Nomen agentis: Graveur; Konkretum: Gravur. Ebenso nndl. graveren, ne. engrave, nfrz. graver,… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache