-
1 smooth
adj. glad, vlak; gepolijst; stabiel; onbeweeglijk; rustig; probleemloos; glibberig--------n. glad, vlak--------v. glad; gladstrijken; problemen uit de weg halen; oplossen; de weg banen, glad wordensmooth1[ smoe:ð] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————smooth2〈bijvoeglijk naamwoord; smoothness〉1 glad♦voorbeelden:smooth surface • glad oppervlak————————[ smoe:ðn]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 gladmaken ⇒ effen/regelmatig maken♦voorbeelden:smooth down one's clothes • zijn kleren gladstrijkensmooth over an argument • een woordentwist bijleggen -
2 plume
n. pluim--------v. de veren gladstrijken; zich laten voorstaan op; met veren bedekken (vogels)plume1[ ploe:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 pluim ⇒ sliert, wolkje♦voorbeelden:————————plume2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 preen
v. gladstrijken; veren plukken (bij kip); opmaken[ prie:n]2 (zich) opknappen ⇒ (zich) mooi maken, (zich) uitdossen♦voorbeelden:¶ the team preened itself on/upon having won the match • de ploeg ging er prat op de wedstrijd te hebben gewonnen -
4 give something a smooth
-
5 iron out problems
iron out problemsproblemen gladstrijken/uit de wereld helpen -
6 iron
adj. ijzeren, ijzer---------n. ijzer; strijkijzer; ijzeren instrument--------v. strijkeniron1[ ajjən]♦voorbeelden:have too many irons in the fire • te veel hooi op z'n vork genomen hebben1 ijzer♦voorbeelden:as hard as iron • zo hard als staalcast iron • gietijzerwrought iron • smeedijzer→ hot hot/————————iron21 ijzeren ⇒ ijzer-, ijzerachtig2 ijzersterk ⇒ ijzeren; onverzettelijk, bikkelhard♦voorbeelden:iron lung • ijzeren long〈 scheikunde〉 iron pyrites • pyriet, (ijzer)kies————————iron3〈 werkwoord〉1 strijken♦voorbeelden:the wrinkles in this shirt will have to be ironed out • de kreukels in dit overhemd moeten eruit gestreken worden〈 figuurlijk〉 iron out problems • problemen gladstrijken/uit de wereld helpen -
7 sandpaper
n. schuurpapier--------v. met schuurpapier gladstrijkensandpaper -
8 smooth down one's clothes
smooth down one's clothes -
9 straighten
v. gladstrijken; opruimen; rechtop gaan (staan)[ streetn]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:straighten the room • de kamer aan kant brengenstraighten oneself up • zich oprichten -
10 gauffer
n. decoratieve geplooide rand verkregen door plooien onder druk te zetten; strijkijzer gebruikt voor maken van vouwen en gladstrijken van kanten; plooi-ijzer -
11 iron out differences
v. verschil in mening gladstrijken,verschillen uit de wereld helpen -
12 ironed out the difficulties
de problemen gladstrijken -
13 sandpapering
n. met schuurpapier gladstrijken -
14 set things straight
iem. de waarheid meedelen, de oneffenheden gladstrijken
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский