-
1 uitbrengen
3 [op de markt brengen] bring out ⇒ 〈 plaat, film ook〉 release, 〈 publiceren〉 publish, 〈 publiceren〉 issue♦voorbeelden:zijn stem uitbrengen op een kandidaat • vote for a candidate, give one's vote to a candidateverslag uitbrengen van een vergadering • give an account of a meeting -
2 verslag
♦voorbeelden:een direct verslag van de wedstrijd • a live commentary of the matcheen uitgebreid verslag • a complete run-downeen woordelijk verslag • a verbatim accounthet verslag opmaken • draw up a reportverslag uitbrengen • report on, give an account ofverslag over het jaar 1984 • a report for the year 1984 -
3 beschrijven
v. describe, depict, give an account of; write -
4 comptabel
adj. accountable, responsible, answerable, obligated to give an account -
5 verslag uitbrengen van een vergadering
verslag uitbrengen van een vergaderingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > verslag uitbrengen van een vergadering
-
6 verslag uitbrengen
verslag uitbrengenreport on, give an account ofVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > verslag uitbrengen
-
7 relaas
♦voorbeelden:een uitvoerig relaas geven van • give a full account of -
8 verantwoording
1 [rekenschap] account2 [verantwoordelijkheid] responsibility♦voorbeelden:aan iemand verantwoording verschuldigd zijn • be accountable/answerable to someoneiemand ter verantwoording roepen • call someone to account -
9 toegeven
1 [tegemoetkomend zijn voor] 〈 overgankelijk werkwoord〉 indulge, humour ⇒ 〈 al te veel toegeven〉 pamper, spoil, allow (for), take into account♦voorbeelden:onder druk toegeven • submit under pressureII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 [onderdoen voor] yield♦voorbeelden:toegegeven! • granted!, point taken!toegegeven, dat is waar • admittedly, that is true -
10 rekenschap
♦voorbeelden:1 rekenschap afleggen/eisen • give/demand an account/explanationik ben u geen rekenschap verschuldigd • I'm not answerable to you -
11 partij
2 [politiek] party3 [met betrekking tot personen die een overeenkomst aangaan] (contracting) party4 [onbepaalde hoeveelheid] set ⇒ bunch, 〈 met betrekking tot goederen〉 batch, 〈 met betrekking tot goederen〉 lot, 〈 zending〉 consignment, 〈 zending〉 shipment5 [muziek] part6 [spel] game7 [feest] party8 [huwelijkspartner] match♦voorbeelden:de strijdende partijen • the warring partiesbeide partijen horen • hear both sidespartij kiezen • take sidesook partij kiezen voor/tegen iemand • side with/against someonegeen partij kiezen • not take sides〈 ook figuurlijk〉 partij zijn in een conflict • be involved in/be party to a conflictboven de partijen staan • be impartial3 de partijen komen overeen dat … • the (contracting) parties agree that …in grote partijen aankopen • purchase in bulk5 zijn partij(tje) meeblazen • 〈 zijn aandeel bijdragen〉 pull one's weight, do one's share/bit; 〈 zijn mannetje staan〉 stand up for oneself7 een partijtje geven • give/throw a party¶ goed/slecht partij geven • give a good/poor account of oneselfvan de partij zijn • join in (with something) -
12 verklaren
v. explain, expound, elucidate, interpret, certify, exemplify, state, construe, enounce, profess, find, void, give out, read, rede, assert, attest, account, outspeak, pronounce, aver -
13 beschrijving
2 [opsomming van de bijzonderheden, kenmerken] specification ⇒ 〈 inventarisatie〉 inventory, account 〈van feiten/gebeurtenissen〉♦voorbeelden:een beschrijving van iemand geven • give a description of someone -
14 crediteren
1 [op vertrouwen leveren/lenen] give credit2 [op de creditzijde boeken] credit3 [als tegoed bijschrijven] credit♦voorbeelden: -
15 dienst
1 [het dienen (voor/door een openbare instelling)] service2 [leger, religie] service3 [het verrichten van werkzaamheden] duty♦voorbeelden:gewone, buitengewone dienst • revenue/capital accountzich in dienst stellen van • place oneself in the service ofin dienst treden • 〈 zeer hoge positie aanvaarden〉 take up office; 〈 gewoon beginnen〉 officially start one's jobik ben een maand geleden in dienst getreden bij Van Dale als redacteur • a month ago I joined Van Dale as an editorin dienst nemen • take on, engagedienst nemen, in dienst gaan • enlist, join the armyin dienst zijn • do one's military serviceik heb morgen geen dienst • I am off duty tomorrowhij heeft van 8 tot 12 dienst • he is on duty from 8 till 12de lift is buiten dienst • the lift is out of orderiemand een goede dienst bewijzen • do someone a good turnje kunt me een dienst bewijzen • you can do me a favourzijn diensten uitbreiden • extend one's servicesde ene dienst is de andere waard • one good turn deserves another6 in vaste/tijdelijke dienst zijn • hold a permanent/temporary appointmentiemand de dienst opzeggen • give someone noticeiemand in dienst hebben • employ someonein dienst zijn bij iemand • be in someone's servicein dienst van een bedrijf • in the pay of a company¶ dienst doen (als) • serve (as/for)gooi dat niet weg, het kan nog wel eens dienst doen • don't throw that away, it might come in useful some dayde dienst uitmaken • run the show, call the shotsin dienst van het vaderland • in the service of the countrytot uw dienst • you're welcomewij staan geheel tot uw dienst • we are entirely at your serviceiemand van dienst zijn met • be of service to someone withwat is er van uw dienst? • what can I do for you?kan ik u van dienst zijn? • can I help you?; 〈 in winkel ook〉 are you being served? -
16 een lang verhaal houden
een lang verhaal houdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een lang verhaal houden
-
17 een uitvoerig relaas geven van
een uitvoerig relaas geven vanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een uitvoerig relaas geven van
-
18 erom
1 [eromheen] around it 〈 enkelvoud〉 /them 〈 meervoud〉 ⇒ round (about) it 〈 enkelvoud〉 /them 〈 meervoud〉2 [met betrekking tot verwisseling/ruil; met betrekking tot een doel] for it 〈 enkelvoud〉 /them 〈 meervoud〉3 [met betrekking tot een object van denken/voelen] 〈zie voorbeelden 3〉4 [met betrekking tot een beweegreden] for it ⇒ on account of/because of it 〈 enkelvoud〉 /them 〈 meervoud〉♦voorbeelden:als hij erom vraagt • if he asks for it3 denk je erom? • you won't forget, will you?ik lach erom • I couldn't care less4 〈 pregnant〉 hij doet het erom • 〈 altijd〉 he does it on purpose; 〈 een keer〉 he's doing it on purpose¶ het gaat erom dat … • the thing is that … -
19 exposé
-
20 goed/slecht partij geven
goed/slecht partij gevengive a good/poor account of oneselfVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > goed/slecht partij geven
- 1
- 2
См. также в других словарях:
give an account — index communicate, convey (communicate), depict, describe, detail (particularize), inform (n … Law dictionary
give an account of — index characterize, depose (testify), report (disclose) Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
give an account of — provide a detailed report of … English contemporary dictionary
Account — Ac*count , n. [OE. acount, account, accompt, OF. acont, fr. aconter. See {Account}, v. t., {Count}, n., 1.] 1. A reckoning; computation; calculation; enumeration; a record of some reckoning; as, the Julian account of time. [1913 Webster] A… … The Collaborative International Dictionary of English
Account current — Account Ac*count , n. [OE. acount, account, accompt, OF. acont, fr. aconter. See {Account}, v. t., {Count}, n., 1.] 1. A reckoning; computation; calculation; enumeration; a record of some reckoning; as, the Julian account of time. [1913 Webster]… … The Collaborative International Dictionary of English
account — ac|count1 W1S2 [əˈkaunt] n ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(description)¦ 2¦(at a bank)¦ 3 take account of something 4 on account of something 5 accounts 6 on account 7¦(with a shop/company)¦ 8¦(bill)¦ 9¦(arrangement to sell goods)¦ … Dictionary of contemporary English
account — ac|count1 [ ə kaunt ] noun *** ▸ 1 arrangement with bank ▸ 2 report/description ▸ 3 arrangement with store ▸ 4 regular customer ▸ 5 for e mail ▸ 6 record of money ▸ + PHRASES 1. ) count an arrangement in which a bank takes care of your money. You … Usage of the words and phrases in modern English
account */*/*/ — I UK [əˈkaʊnt] / US noun Word forms account : singular account plural accounts 1) [countable] an arrangement in which a bank looks after your money. You can deposit (= put in) or withdraw (= take out) money when you need to There was only £50 in… … English dictionary
account — 1 noun 1 DESCRIPTION (C) a) a written or spoken description which gives details of an event: There were several different accounts of the story in the newspapers. | give an account: David gave us a vivid account of his trip to Rio. | blow by blow … Longman dictionary of contemporary English
give — give1 W1S1 [gıv] v past tense gave [geıv] past participle given [ˈgıvən] ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(present or money)¦ 2¦(put something in somebody s hand)¦ 3¦(let somebody do something)¦ 4¦(tell somebody something)¦ 5¦(make a movement/do an action)¦… … Dictionary of contemporary English
give a good account of yourself — british phrase to behave or perform very well We gave a good account of ourselves, coming second overall. Thesaurus: to do something well or better than someone elsesynonym Main entry: account * * * give a good account of yourself : to perform… … Useful english dictionary