-
1 chronologic
adj. chronologisch geordend, geordend naar de data waarin gebeurtenissen geschiedden; m.b.t. chronologie, m.b.t. opeenvolging van gebeurtenissen -
2 ordonné
-
3 упорядоченная пара
adjmath. koppel, geordend paarRussisch-Nederlands Universal Dictionary > упорядоченная пара
-
4 articulate
adj. vloeiend sprekend, bespraakt; met duidelijk en onderscheiden lettergrepen uitsprekend; in staat te spreken; bestaande uit opvallende onderdelen of delen; in verbonden eenheid geordend; opvallend gemaakt--------n. levend schepsel door gewrichten verbonden--------v. zich goed kunnen uitdrukken, zich duidelijk kunnen uitdrukkenarticulate1[ a:tikjoelət] 〈bijvoeglijk naamwoord; articulateness〉1 zich goed/duidelijk uitdrukkend 〈 persoon〉4 geleed ⇒ met gewrichten, scharnierend♦voorbeelden:————————articulate2[ a:tikjoeleet]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:articulated lorry • truck met oplegger -
5 encyclopaedia
n. encyclopedie, serie boeken betreffende uitleg en verdieping in specifieke onderwerpen op alfabetische wijze geordend (als "encyclopedia")→ encyclopedia encyclopedia/ -
6 fixed
adj. vast; vastgesteld; stabiel, onbuigzaam; vastgezet; geordend; permanent; een verkocht (spel)[ fikst]1 vast3 afgesproken ⇒ uitgemaakt, oneerlijk♦voorbeelden:fixedcosts • vaste bedrijfsonkostenfixed idea • idee-fixefixed income • vast inkomen3 a fixed race/election • een verkochte wedstrijd/verkiezingII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden:how are you fixed for beer? • hoe staat het met je voorraad bier? -
7 ordered
-
8 orderly
adj. opgeruimd; gehoorzame; iemand die dienst doet--------n. broeder (in leger hospitaal); ziekenhuis hulporderly1[ o:dəlie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: orderlies〉————————orderly2〈bijvoeglijk naamwoord; orderliness〉1 ordelijk ⇒ geordend, geregeld; in/op orde, netjes (opgeruimd); gedisciplineerd, methodisch; vreedzaam (verlopend)♦voorbeelden: -
9 primula
n. plantensoort geordend onder de sleutelbloemen (Primula's)[ primjoelə] -
10 straight
adj. recht; eerlijk; in orde; puur--------adv. recht; eerlijk, in orde--------n. rechte eind (v. renbaan); eerlijkheidstraight1[ street] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————straight2〈bijvoeglijk naamwoord; straightness〉3 open(hartig) ⇒ eerlijk, recht door zee4 strak ⇒ in de plooi, correct5 ordelijk ⇒ geordend, netjes6 direct ⇒ rechtstreeks, zonder voorbehoud♦voorbeelden:straight whisky • whisky puurkeep (someone) to the straight and narrow path • (iemand) op het rechte pad houden5 get this straight • knoop dit even goed in je oren, begrijp me goedput/set the facts/record straight • alle feiten op een rijtje zettenset someone straight about something • iemand de ware toedracht over iets meedelen————————straight3〈 bijwoord〉1 rechtstreeks ⇒ meteen, zonder omwegen♦voorbeelden:tell someone straight out • iemand iets vierkant in zijn gezicht zeggenthink straight • helder denkenstraight away/off • onmiddellijk -
11 Pinnipedia
n. ondersoort van de waterzoogdieren geordend onder de walrusswen en zeerobben -
12 distichous
adj. in twee rijen geordend -
13 hierarchial
adj. hierarchisch (trapsgewijs, geordend volgens ladder) -
14 inchoately
adv. in de eerste fasen verkerend; niet zo geordend -
15 make do
zich geordend opstellen; zich weten te redden -
16 neatly
adv. netjes,schoon; geordend, georganizeerd -
17 neatly arranged
netjes geordend -
18 network data base
basis van netwerkgegevens (basis waarop gegevens geordend zijn in netwerkstructuur) -
19 overregulation
n. te geordend -
20 periodic table
periodiek systeem (tabel van chemische elementen volgens hun atoomnummer geordend)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Jan Kleinpenning — Este artículo o sección sobre biografías necesita ser wikificado con un formato acorde a las convenciones de estilo. Por favor, edítalo para que las cumpla. Mientras tanto, no elimines este aviso. También puedes ayudar wikificando otros artículos … Wikipedia Español