-
21 être gêné pour respirer
être gêné pour respirer -
22 être gêné à la fin du mois
être gêné à la fin du moisDictionnaire français-néerlandais > être gêné à la fin du mois
-
23 gêner
gêner [zĵennee]1 hinderen ⇒ belemmeren, lastig vallen, in de weg staan, storen♦voorbeelden:est-ce que la fumée vous gêne? • hebt u last van de rook?si cela ne vous gêne pas • als u er geen bezwaar tegen hebtcela vous gênerait de me prêter cent francs? • vind je het vervelend om mij honderd frank te lenen?être gêné pour respirer • moeilijk adem kunnen halencela vous gêne que … 〈+ aanvoegende wijs〉 • komt het ongelegen als …♦voorbeelden:1 ne vous gênez pas pour me téléphoner si tard! • je kunt me gerust zo laat opbellen!faites comme chez vous, ne vous gênez pas! • doe maar alsof je thuis bent, ga gerust je gang!〈 schertsend〉 ne vous gênez pas! • wel ja, je gaat je gang maar!v1) belemmeren, hinderen -
24 jener
jener〈 formeel〉1 die (daar), dat (daar) ⇒ gene, gindse, eerstgenoemd; andere♦voorbeelden:bald dieser, bald jener • nu eens die, dan weer die (andere)diese und jene • deze(n) en gene(n)dies und jenes • (het) een en ander -
25 jenseits
-
26 на той стороне
prepos.gener. aan gene zijde -
27 некоторые
adjgener. verschillend, deze en gene, dezen en genen, ettelijke, meerdere, menigeen, sommige -
28 неловкость
ngener. gêne, onhandigheid, bevangenheid, gegeneerdheid, linksheid -
29 неудобство
ngener. minpunt, gêne, ongemak, hinder, last, ongelegenheid, ongerief -
30 по ту сторону
prepos.gener. aan de overkant van (чего-л.), aan gene zijde, aan gindse kant, over, (в сложных словах) trans- -
31 стеснение
-
32 та
-
33 те
-
34 те и другие
ngener. deze en gene, dezen en genen -
35 то
predic.gener. dat, datgene (÷òî), gene, hetgeen (÷òî) -
36 тот
-
37 embarrassment
n. schaam, verlegenheid; moeilijkheid[ imbærəsmənt]2 verlegenheid ⇒ gêne, verwarring, onbehagen♦voorbeelden: -
38 transalpine
-
39 ulterior
adj. verborgen, geheim; verwijderd[ ultiəriə]1 aan gene zijde ⇒ aan de overkant; verderop gelegen♦voorbeelden:2 an ulterior motive • een heimelijk motief, een bijbedoeling -
40 what
adj. welk, welke--------adv. wat; welk, welke; tot hoever?--------conj. wat--------interj. wat! (uitroep van verwondering)--------n. wat--------pron. wat; elk, welke; in hoeverre?what1[ wot]1 wat♦voorbeelden:1 what's the English for gezellig? • wat is gezellig in het Engels?what the hell/devil/ 〈enz.〉 • wat voor de duivel/drommel/ 〈enz.〉no matter what • hoe dan ookwhat do you call that? • hoe heet dat?〈 informeel〉 what d'you/d'ye call it, what you may call it • hoe-heet-het-ook-weer?, dingesyou were going to do what? • wát ging je doen?books, clothes, records and what have you • boeken, kleren, platen en wat nog allemaal/en dat soort dingenwhat do you think I am? • wat denk je wel dat ik ben?what's it? • hoe heet het ook weer?what of it? • en wat (zou dat) dan nog?what is that to you? • wat heb jij daarmee te maken?what about an ice-cream? • wat zou je denken van een ijsje?what for? • waarom?; waarvoor?, met welk doel?what did he do that for? • waarom deed hij dat?what do you use it for? • waarvoor gebruik je het?what is he/it like? • wat voor iemand/iets is hij/het?〈 slang〉 what's with John? • wat is er met John aan de hand?what if I die? • stel dat ik doodga, wat dan?she won't mind and what if she does? • ze zal het best vinden, en zo niet, wat dan nog?so what? • nou en?, wat dan nog? ook weer?1 wat ⇒ dat(gene) wat, hetgeen♦voorbeelden:what's more • bovendien, meer/erger nogcome what may • wat er ook moge gebeurensay what you will • wat je ook zegtjust what I need • net wat ik nodig heb————————what21 welke (ook) ⇒ die/dat♦voorbeelden:what work we did was worthwhile • het beetje werk dat we deden was de moeite waardII 〈 vragende determinator〉1 welk(e)♦voorbeelden:1 what books do you read? • wat voor boeken lees je?who built what house? • wie heeft welk huis gebouwd?III 〈predeterminator; graadaanduidend; in uitroepen〉♦voorbeelden:1 what colours and what sounds! • wat een kleuren en wat een klanken!what a delicious meal(!) • wat een lekkere maaltijd(!)————————what3〈 tussenwerpsel〉 〈Brits-Engels; verouderd〉1 niet waar ⇒ hé♦voorbeelden:1 he's a funny little fellow, what! • het is een raar mannetje, vind je niet!
См. также в других словарях:
gène — gène … Dictionnaire des rimes
gêne — gêne … Dictionnaire des rimes
gêné — gêné … Dictionnaire des rimes
gène — [ ʒɛn ] n. m. • 1911; d ab. all., puis angl. gene, du gr.→ gène ♦ Biol. Unité définie localisée sur un chromosome (⇒ locus), responsable de la production des caractères héréditaires et des protéines. ⇒ génotype, phénotype. Gène dominant, récessif … Encyclopédie Universelle
gêne — gène [ ʒɛn ] n. m. • 1911; d ab. all., puis angl. gene, du gr.→ gène ♦ Biol. Unité définie localisée sur un chromosome (⇒ locus), responsable de la production des caractères héréditaires et des protéines. ⇒ génotype, phénotype. Gène dominant,… … Encyclopédie Universelle
gene — gene·a·log·i·cal; gene·al·o·gist; gene·al·o·gize; gene·al·o·giz·er; gene·al·o·gy; gene; het·er·o·gene; hyp·o·gene; mel·on·gene; mono·gene; ol·i·go·gene; phos·gene; pho·to·gene; plas·ma·gene; plas·to·gene; por·phyro·gene; pro·to·gene; sa·gene;… … English syllables
Gene — bezeichnet: die englische Kurzform von Eugen Gene (Nauru), historisches Dorf in Nauru Gene (Band), britische Band Gene (Zeitschrift), eine wissenschaftliche Zeitschrift für Molekularbiologie und Genetik Gene (Maine et Loire), französische… … Deutsch Wikipedia
Gené — Gene bezeichnet: die englische Kurzform von Eugen Gene (Nauru), historisches Dorf in Nauru Gene (Band), britische Band Gene ((Maine et Loire), französische Gemeinde im Département Maine et Loire. Gené ist der Familienname folgender Personen:… … Deutsch Wikipedia
gêné — gêné, ée (jê né, née) part. passé de gêner. 1° Mis à la question. Gêné par ordre du juge. 2° Fig. Qui éprouve une vive douleur, une torture morale. • Caliste, en cet exil j ai l âme si gênée Que...., MALH. V, 15. • Mon coeur gêné d amour… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Gene Ha — est un dessinateur de comics américain. Fils d immigrés coréens, il est né à Chicago et a grandi à South Bend dans l Indiana. Il est diplômé du Centre d Études Créatives de Détroit (Center for Creative Studies). Il habite maintenant à Oak Park en … Wikipédia en Français
-gène — ♦ Élément, du gr. genês, de genos « naissance, origine » : thermogène. gène élément, du gr. genês, de genos, naissance, origine . ⇒ GÈNE, élém. formant Élément tiré du radical du verbe grec « engendrer », formateur de nombreux dérivés subst. masc … Encyclopédie Universelle