-
1 gekeuvel
-
2 gekeuvel
1 (chit-)chat, chatting -
3 gekeuvel
сущ.общ. лёгкая беседа, приятный разговор -
4 gekeuvel
n. chat, chitchat, small-talk -
5 gekeuvel
babil, babilage, bavardage -
6 gekeuvel maken
сущ.общ. подшучивать, шутить -
7 alle gekeuvel op een stokje\!
мест.общ. шутки в сторону\! -
8 gekheid gekeuvel\!
сущ.общ. вздор\! -
9 het is geen gekeuvel
мест.общ. это дело серьёзное, это не шутка -
10 uit gekeuvel
предл.общ. в шутку -
11 chit chat
gekeuvel, geklets -
12 babble
n. gebabbel, gekeuvel, geklets--------v. babbelen, keuvelen, kletsenbabble1[ bæbl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————babble2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
13 chitchat
-
14 в шутку
prepos.gener. gekscherend (iets gekscherend zeggen), bij wijze van grap, uit aardigheid, uit de grap, uit gekeuvel, voor de aardigheid -
15 вздор!
-
16 лёгкая беседа
-
17 подшучивать
v1) gener. foppen, gekeuvel maken, gekken (met-íàä êåì-ô.), persifleren2) colloq. beetnemen3) liter. (iem.) te grazen nemen -
18 приятный разговор
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > приятный разговор
-
19 шутить
vgener. railleren, gekscheren (met-ñ), boerten, gekeuvel maken, gekken, grappen verkopen, schertsen -
20 шутки в сторону!
ngener. alle gekeuvel op een stokje!
Страницы
- 1
- 2