-
1 code
n. code, codering; (in computers) tekencode; originele code, source; een doorlopende stroom van gecompileerde, uitvoerbare programmatuur door de computer--------v. coderencode1[ kood] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 wetboek♦voorbeelden:moral code • zedenwet————————code2〈 werkwoord〉 -
2 muse a course of action
-
3 muse
n. muze; inspiratiemuse1[ mjoe:z] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 The Muses • de (negen) muzen, kunsten en wetenschappen————————muse2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 part
adj. gedeelte; rol; stem; steek--------adv. gedeeltelijk--------n. gedeelte, deel; stuk; gedeelte v.e land, gebied; gedeelte bij een overeenkomst; taak--------v. delen; verdelen; scheiden; afscheid nemenpart1[ pa:t]♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 play a part • een rol spelen, veinzen〈 figuurlijk〉 play a part in • een rol spelen bij/in→ private private/2 aandeel ⇒ part, functie♦voorbeelden:the better/best/greater/most part • de meerderheid, het overgrote deelthe dreadful part of it • het verschrikkelijke ervanpart by part • stuk voor stukhave a part in • iets te maken hebben mettake part in • deelnemen aan, betrokken zijn bijfor my part • wat mij betreftin part(s) • gedeeltelijk, ten deleon the part of • van de kant vanfor the most part • meestal, in de meeste gevallen; vooral♦voorbeelden:IV 〈 meervoud〉1 streek ⇒ gebied, gewest♦voorbeelden:2 a man of good/many parts • een erg bekwaam/begaafd man————————part21 van/uit elkaar gaan ⇒ scheiden♦voorbeelden:part (as) friends • als vrienden uit elkaar gaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 scheiden ⇒ (ver)delen, breken3 een scheiding kammen/leggen in 〈 haar〉♦voorbeelden:he wouldn't be parted from his money • hij wilde niet betalen————————part3〈 bijwoord〉1 deels ⇒ gedeeltelijk, voor een deel -
5 policy
n. politiek; positie, mening; verzekeringspolis; polis[ pollissie] 〈meervoud: policies〉1 beleid ⇒ gedragslijn, politiek♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский