-
1 blunder
mbévue f, gaffe f -
2 flater
mgaffe f -
3 afgaan als een gieter
afgaan als een gieter -
4 blunder
-
5 bok
♦voorbeelden:1 de bokken van de schapen scheiden • 〈 bijbel〉 discerner les brebis des boucs; 〈 figuurlijk〉 ne pas mélanger les torchons et les serviettesstinken als een bok • puer comme un bouc -
6 bootshaak
-
7 een bok schieten
een bok schieten -
8 een domme zet
een domme zet -
9 een knoeper van een fout
een knoeper van een fout -
10 een steek laten vallen
een steek laten vallen -
11 flater
♦voorbeelden:een geweldige flater slaan • gaffer lourdement -
12 gieter
♦voorbeelden: -
13 haak
♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 iemand aan de haak slaan • attirer qn. dans ses filets〈 figuurlijk〉 iets aan de haak slaan • accrocher qc.een vis van de haak halen • dégorger un poisson -
14 hersenpan
♦voorbeelden:1 pas op, of ik sla je je hersenpan in! • fais gaffe ou je te casse la gueule! -
15 knoeper
-
16 miskleun
-
17 pas op dat je niet uit het raam sodemietert
pas op dat je niet uit het raam sodemietertDeens-Russisch woordenboek > pas op dat je niet uit het raam sodemietert
-
18 reuzeblunder
-
19 sodemieteren
1 [vallen] se casser la gueule2 [donderjagen] faire le con♦voorbeelden:2 lig niet te sodemieteren! • arrête d'emmerder tout le monde!¶ dat sodemietert niet! • rien à foutre!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [smijten] envoyer♦voorbeelden:iemand de deur uit sodemieteren • foutre qn. à la porte -
20 steek
5 [hoofddeksel] chapeau 〈m.〉 à cornes ⇒ 〈 met twee punten〉 bicorne 〈m.〉 ⇒ 〈 met drie punten〉 tricorne 〈m.〉♦voorbeelden:iemand een steek toebrengen • porter un coup à qn.een rechte steek breien • tricoter une maille à l'endroit〈 figuurlijk〉 iets met zaterdagse steken maken • faire qc. à la va-vitedie bewering houdt geen steek • cette affirmation ne tient pas deboutiemand in de steek laten • laisser tomber qn.zijn geheugen liet hem in de steek • il a eu un trou de mémoiregeen steek • rien du toutgeen steek zien • n'y voir gouttegeen steek uitvoeren • ne rien fichergeen steek waard zijn • ne pas valoir tripette→ link=breister breister
- 1
- 2
См. также в других словарях:
gaffe — gaffe … Dictionnaire des rimes
gaffe — 1. (ga f ) s. f. Longue perche à l extrémité de laquelle est fixée une pointe de fer garnie latéralement d un crochet. La gaffe sert à conduire le bateau, à sonder l eau, etc. • Le baron descendit dans la barque.... saisit à défaut de rames une … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
gaffe — blunder, 1909, perhaps from Fr. gaffe clumsy remark, originally boat hook, from M.Fr. gaffe (15c.), from O.Prov. gaf, probably from W.Goth. *gafa hook, from P.Gmc. *gafa. Sense connection is obscure; the gaff was used to land big fish. Or it may… … Etymology dictionary
gaffe — (g[a^]f), n. A socially awkward or tactless act. Syn: faux pas, solecism, slip, gaucherie. [WordNet 1.5] … The Collaborative International Dictionary of English
gaffé — gaffé, ée (ga fé, fée) part. passé de gaffer. Un gros poisson gaffé … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
gaffe — [gæf] n [Date: 1900 2000; : French; Origin: GAFF] an embarrassing mistake made in a social situation or in public = ↑faux pas ▪ The consul s comments were a major diplomatic gaffe … Dictionary of contemporary English
gaffe — /fr. ɡaf/ [fr., da gaffe «gancio»] s. f. inv. abbaglio, cantonata, errore, granchio, sproposito, topica … Sinonimi e Contrari. Terza edizione
gaffe — /gaf/ s.f., fr. [der. di gaffer commettere un indelicatezza ], in ital. invar. [azione o espressione inopportuna, che crea imbarazzo negli altri: fare, commettere una g. ] ▶◀ (fam.) figuraccia, sproposito, (fam.) topica. ↑ errore, sbaglio … Enciclopedia Italiana
gaffe — [ gæf ] noun count an embarrassing mistake that you make in public, especially one that offends or upsets someone: BLUNDER, FAUX PAS … Usage of the words and phrases in modern English
gaffe — [n] mistake, goof blooper*, blunder, boner*, boo boo*, faux pas*, howler*, impropriety, indecorum, indiscretion, putting foot in mouth*, slip*, solecism; concepts 101,230 Ant. correction … New thesaurus
gaffe — (pronunciamos gaf o gafe gaf o gafe ) sustantivo femenino 1. Origen: Uruguay. Error, equivocación por torpeza o descuido … Diccionario Salamanca de la Lengua Española