-
1 convenience
n. gemak; toiletten[ kənvie:niəns]1 (openbaar) toilet ⇒ wc, urinoir♦voorbeelden:1 gemak ⇒ comfort, gerief(lijkheid)♦voorbeelden:make a convenience of someone • iemand als voetveeg gebruikenat your convenience • naar/wanneer het u schikt/gelegen komtat your earliest convenience • zodra het u schikt/gelegen komtfor convenience (sake) • gemakshalve -
2 excogitate
v. uitdenken, bedenken1 uitdenken ⇒ bedenken, verzinnen -
3 nook
-
4 peregrination
n. zwerftocht; het zwerven1 het rondtrekken ⇒ zwerftocht, rondzwerving -
5 perpetrate
v. bedrijven, begaan[ pə:pitreet] 〈zelfstandig naamwoord: perpetration〉♦voorbeelden:who perpetrated this awful poem? • wie heeft dit afschuwelijk gedicht geproduceerd? -
6 perpetrator
-
7 postprandial
adj. na de maaltijd[ poos(t)prændiəl] 〈formeel; voornamelijk schertsend〉♦voorbeelden: -
8 potable
adj. drinkbaar; dronken[ pootəbl] 〈 formeel of schertsend〉 -
9 potation
n. (geestrijke) drank; teug; drinkgelag, braspartij[ pooteesjn] 〈 formeel of schertsend〉♦voorbeelden: -
10 steed
-
11 wend
n. Wends (Slavisch burger van Saksen en deel van Pruisen)[ wend] 〈 formeel of schertsend〉♦voorbeelden: -
12 languissant
languissant [lãgiesã]1 mat ⇒ ongeïnspireerd, langdradig♦voorbeelden:adj1) ongeïnspireerd, langdradig2) wegkwijnend -
13 in petto
-
14 libidineux
libidineux [liebiedieneu]1 wulps ⇒ wellustig, geil -
15 mentor
-
16 ouailles
ouailles [waaj]〈v., meervoud〉 〈 formeel of schertsend〉 -
17 Gottesmann
-
18 Morgen
Morgen〈m.; Morgens, Morgen〉1 morgen, ochtend♦voorbeelden:bis in den hellen Morgen schlafen • een gat in de dag slapenheute Morgen • vanmorgenam Morgen • 's morgensam anderen Morgen • de volgende morgenfrüh am Morgen • vroeg op de morgengegen Morgen • tegen de morgeneines (schönen) Morgens • op een (mooie, goede) morgen〈formeel; meestal schertsend〉 frisch, schön wie der junge Morgen • fris, mooi als de dageraad¶ 〈 spreekwoord〉 Spinne(n) am Morgen bringt Kummer und Sorgen, Spinne(n) am Abend erquickend und labend • een spin in de morgen geeft kommer en zorgen -
19 Poet
-
20 Vater
Vater〈m.; Vaters, Väter〉♦voorbeelden:Vater Staat • vadertje Staatdie Väter der Stadt • de vroede vaderen
Страницы