-
21 tar and feather
met teer en veren bedekken, straffen -
22 slot and feather
inlegspie -
23 bird
n. vogel; kerel; meisje[ bə:d]1 vogel♦voorbeelden:bird of prey • roofvogelthey are birds of a feather 〈 voornamelijk pejoratief〉 • het is één pot nat, ze hebben veel gemeenkill two birds with one stone • twee vliegen in één klap slaanthe bird is/has flown • de vogel is gevlogen〈 informeel〉 give someone the bird • iemand uitfluiten/uitjouwen〈 informeel〉 (strictly) for the birds • lullig, onbenulliglike a bird • gezwind, vlotjes〈 spreekwoord〉 a bird in the hand (is worth two in the bush) • beter één vogel in de hand dan tien in de lucht〈 spreekwoord〉 birds of a feather flock together • waar duiven zijn, daar vliegen altijd duiven toe; gelijk zoekt zijn gelijk -
24 as
adv. zoals--------conj. als, zoals; aangezien, omdat; evenas11 die/dat♦voorbeelden:————————as21 even ⇒ zo♦voorbeelden:as good as John • zo/even braaf als John¶ as well • ook, evenzeer; net zo lief/goedas well as • zowel … als, en, niet alleen … maar ookin theory as well as in practice • zowel in theorie als in de praktijkher arguments as against yours • haar argumenten tegenover die van jouas from now • van nu af————————as3〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:starring as Juliet • in de rol van Julietas a result/consequence • als gevolg, tengevolge (daarvan)as a rule • in de regel, gewoonlijkthe same as me • hetzelfde als ik, zoals ik, ik ook————————as4〈 voegwoord〉♦voorbeelden:as tall as seven feet • wel zeven voet langyoung as I am • hoewel ik jong bencheap as cars go • goedkoop voor een wagenhe got deafer as he got older • hij werd steeds dover naarmate hij ouder werdas it is • op zichzelf, zoals het isit's bad enough as it is • het is zo al erg genoegas he later realized • zoals hij later besefteas he said • zoals hij zeirebel as he was • hoewel hij een rebel wasas it were • als het ware, om zo te zeggenas you were! • herstel!as tall as I • zo lang als iksuch as • zoalsso beautiful as to seem unreal • zo mooi dat het onwerkelijk scheenbe so kind as to • wees zo goed om teas if • alsofas by chance • als per toevalas for/to • wat betreftas from/ 〈 Amerikaans-Engels〉 of today • vanaf vandaag, met ingang van heden -
25 fur
adj. van bont; van vacht gemaakt--------n. vacht, bont, bontjas; aanslag, beslag--------v. bontkleding; aanslag, voeren met bont; beslagfur1[ fə:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vacht♦voorbeelden:————————fur21 bonten ⇒ bont-, pels-♦voorbeelden:fur felt • haarvilt————————fur3〈werkwoord; furred〉♦voorbeelden: -
26 nest
n. nest; huis; waar je beschermd wordt--------v. zich nestelen,nestelennest1[ nest] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:foul one's own nest • het eigen nest bevuilen————————nest2 -
27 secondary
adj. ondergeschikt; tweederangs; tweede; middelbaar; midden; zijdelings; bijzaak; bijkomstigheid--------n. ondergeschikte, hulp; tweede kring (bij electriciteit)secondary1[ sekkəndrie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: secondaries〉————————secondary2〈 secondarily〉1 secundair ⇒ bijkomend/komstig, ondergeschikt♦voorbeelden:1 secondary colour • secundaire kleur, mengkleursecondary planet • bijplaneet, satellietsecondary to • ondergeschikt aanII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:secondary school • middelbare schoolsecondary technical school • middelbare technische school -
28 tar
n. teer; pikbroek, matroos--------v. terentar1[ ta:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 teer————————tar2〈werkwoord; tarred〉♦voorbeelden: -
29 white
adj. witte; heldere; bleek; eerlijk--------n. witte kleur; wit; helder, bleek; wit v.h. ei (eiwit); witte kleren; wit mens (albino); oogwitwhite1[ wajt] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 blanke♦voorbeelden:————————white2〈bijvoeglijk naamwoord; whiter; whiteness〉♦voorbeelden:white Christmas • witte kerst〈 Brits-Engels〉 white coffee • koffie met melk/roomwhite magic • witte magiewhite as a sheet • lijkbleek, wit als een doek2 white hunter • blanke jager/safarileiderwhite slave • blanke slavinwhite slavery • handel in blanke slavinnenwhite ant • termietwhite ensign • Britse marinevlagshow the white feather • zich lafhartig gedragenWhite Friar • karmelietwhite hope • iemand van wie men grote verwachtingen heeftwhite horses • witgekuifde golvenwhite lead • loodwitwhite lie • leugentje om bestwilWhite Russia • Wit-Ruslandwhite spirit • terpentinebleed someone white • iemand uitkleden, iemand het vel over de oren halengo white about the gills • bleek/wit om de neus worden van schrik/angst
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Feather — Feath er (f[e^][th] [ e]r), n. [OE. fether, AS. fe[eth]er; akin to D. veder, OHG. fedara, G. feder, Icel. fj[ o][eth]r, Sw. fj[ a]der, Dan. fj[ae]der, Gr. ptero n wing, feather, pe tesqai to fly, Skr. pattra wing, feather, pat to fly, and prob.… … The Collaborative International Dictionary of English
feather — [feth′ər] n. [ME fether < OE; akin to Ger feder < IE base * pet , to fall, fly > Gr pteron, wing, piptein, L petere, to fall, Sans pátati, (he) flies] 1. Zool. any of the growths covering the body of a bird or making up a large part of… … English World dictionary
Feather — Feath er, v. t. [imp. & p. p. {Feathered}; p. pr. & vb. n. {Feathering.}] 1. To furnish with a feather or feathers, as an arrow or a cap. [1913 Webster] An eagle had the ill hap to be struck with an arrow feathered from her own wing. L Estrange.… … The Collaborative International Dictionary of English
feather — ► NOUN ▪ any of the flat appendages growing from a bird s skin, consisting of a partly hollow horny shaft fringed with vanes of barbs. ► VERB 1) rotate the blades of (a propeller) to lessen the air or water resistance. 2) (feathered) covered or… … English terms dictionary
Feather — ist der Familienname folgender Personen: Leonard Feather (1914–1994), britischer Jazzautor, musiker und produzent Lorraine Feather (* 1948), US amerikanische Jazzsängerin und Songwriterin Tiny Feather (1902–1975), US amerikanischer American… … Deutsch Wikipedia
Feather — Feath er, v. i. 1. To grow or form feathers; to become feathered; often with out; as, the birds are feathering out. [1913 Webster] 2. To curdle when poured into another liquid, and float about in little flakes or feathers; as, the cream feathers … The Collaborative International Dictionary of English
feather — [n] tuft of bird; plumage calamus, crest, down, fin, fluff, fringe, penna, pinion, pinna, plume, plumule, pompon, quill, shaft, spike, wing; concept 399 … New thesaurus
Feather — For other uses, see Feather (disambiguation). Feather variations Feathers are one of the epidermal growths that form the distinctive outer covering, or plumage, on birds and some theropod dinosaurs. They are considered the most complex… … Wikipedia
feather — featherless, adj. featherlessness, n. featherlike, adj. /fedh euhr/, n. 1. one of the horny structures forming the principal covering of birds, consisting typically of a hard, tubular portion attached to the body and tapering into a thinner,… … Universalium
feather — /ˈfɛðə / (say fedhuh) noun 1. one of the epidermal appendages which together constitute the plumage of birds, being typically made up of a hard, tubelike portion (the quill) attached to the body of the bird, which passes into a thinner, stemlike… …
feather — {{11}}feather (n.) O.E. feðer feather, in plural, wings, from P.Gmc. *fethro (Cf. O.S. fethara, O.N. fioþr, Swed. fjäder, M.Du. vedere, Du. veder, O.H.G. fedara, Ger. Feder), from PIE *petra , zero degree *ptera wing … Etymology dictionary