-
41 lelijk
1 [niet mooi] ugly♦voorbeelden:het was een lelijk gezicht • it looked awfullelijk schrijven • write untidilydie broek staat je lelijk • those trousers don't suit youlelijk worden • lose one's lookseen lelijke wond • a bad/nasty woundlelijk toegetakeld • be badly hurtlelijk hoesten • have a bad coughlelijk terechtkomen • get badly hurter lelijk voorstaan • be in a very bad positionhet ziet er lelijk uit • things are looking bader lelijk aan toe zijn • be in a bad wayiemand lelijk aankijken • frown at someonelelijk weer • nasty weatherlelijk tegen iemand doen • be nasty to someoneiemand uitmaken voor alles wat lelijk is • call someone all sorts of nameslelijke dingen zeggen • say mean/nasty thingsII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:zich lelijk vergissen in iemand/iets • be badly mistaken about someone/somethinger lelijk naast zitten • be way off targethij werd lelijk te grazen genomen • he really got done -
42 nu
nu1〈 het〉♦voorbeelden:————————nu2〈 bijwoord〉3 [op een bepaald ogenblik; in de toekomst] now4 [met betrekking tot een voorafgaand woord] now♦voorbeelden:ik kan nu niet • I can't (right) nownu meteen • right now, right/straight awaynu nog niet • not yethij komt nu pas aan • he's only just arriving (now)tot nu (toe) • up to now, so farvan nu af aan • from now on(wards)3 wat nu? • what now?, what next?nu en dan • now and then, at times, occasionally4 dit probleem nu moet bij de wortels aangepakt worden • now, this problem must be tackled at the roots————————nu3〈 voegwoord〉♦voorbeelden:1 nu ik dat weet, ben ik gerust • now (that) I know, my mind's at rest————————nu42 [met betrekking tot verbazing/ongeloof] … on earth3 [met betrekking tot onzekerheid] again5 [met betrekking tot ongepastheid] now ⇒ … on earth♦voorbeelden:3 wie komen er nu precies? • who is coming again exactly?4 de mensen zijn nu eenmaal zo • let's face it, that's the way people are5 hoe kun je dat nu doen? • how on earth can you do such a thing? -
43 punt
2 [muziek] dot3 [waarde-eenheid] point5 [drukwezen] point♦voorbeelden:de dubbelepunt • the colonergens een punt achter zetten • 〈 figuurlijk〉 put a stop to something; 〈 met betrekking tot werk〉 call it a dayik was gewoon kwaad, punt, uit! • I was just angry, full stopje gaat (er) wel heen, punt, uit! • you're going, and that's final!hoeveel punten hebben jullie? • what's your score?hij werd verslagen met drie punten • he was beaten by three pointszij had de meeste punten • she had the highest number of pointshij is twee punten vooruitgegaan • he has gone up (by) two marksII 〈 het〉2 [wiskunde] point4 [onderdeel] point ⇒ 〈 van programma, agenda ook〉 item, 〈 van aanklacht ook〉 count, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 matter, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 question, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 issue♦voorbeelden:1 we zijn op het dode punt gekomen • we've reached a stalemate/an impassewanneer de zon haar hoogste punt bereikt heeft • when the sun has reached its zenith/its highest pointhet hoogste punt van de berg • the summit/top of the mountainhet laagste punt bereiken • reach rock bottomhet mooiste punt van ons land • the most beautiful place in our countryhet kritieke punt • the critical momenthij stond op het punt van vertrek/(om) te vertrekken • he was (just) about to leavehij was/stond op het punt om alles te verliezen • he was on the verge of losing everythingop het punt staan in tranen uit te barsten • be near to tearseen punt van overeenkomst • a (point of) similarityeen punt van overweging vormen • be a considerationtijd is geen punt van overweging • time is (of) no considerationeen belangrijk punt is … • an important point is …een bepaald punt ter sprake brengen • bring up a certain pointdat is niet zijn sterke punt • that is not his strong pointeen teer punt aanroeren • touch a sore pointeen teer/een netelig punt • a delicate/ticklish pointzijn zwakke punt • his weak pointtot in de puntjes verzorgd • 〈 uitstekend gekleed〉 spick and span; 〈 zeer goed georganiseerd〉 shipshapeiets tot in de puntjes kennen • know something inside-outop dat punt is hij zeer gevoelig • he's very sensitive on that pointop het punt van • in the matter ofschuldig bevonden op alle punten • be found guilty on all countseen zaak punt voor punt nagaan • check a matter point by pointhet punt waar het op aankomt, is … • the thing that really matters is …geen punt! • no problem!III 〈de〉2 [puntig gesneden part] 〈 ook van kaas〉 wedge, (wedge-shaped) piece♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 ik zie aan het puntje van je neus dat je jokt • I can see from your face you're lyingpunt van een pen • nib of a pende punt van een potlood • the point of a pencilpunt van een schoen • toe(cap) of a shoede punt van een speld/van een mes • the point of a pin/knifestoot niet tegen de punt van de tafel • mind the corner of the tablehet ligt op het puntje van mijn tong • it's on the tip of my tongueeen punt aan een potlood slijpen • sharpen a pencilop het puntje van zijn stoel zitten • be poised on the edge of his seat, be all attention/all ears -
44 выполнять свой долг
1) General subject: to fulfil (one's) duties2) Makarov: toe the mark, face up to responsibilities, fulfil dutiesУниверсальный русско-английский словарь > выполнять свой долг
-
45 головка
1) General subject: anthodium, bulb, cap, clove, head (булавки), knob, pommel (эфеса шпаги), scroll (скрипки), small head3) Aviation: socket head4) Naval: point (заклёпки)5) Obsolete: knop6) Botanical term: anthodium (тип соцветия), capitulum (соцветие)7) Sports: club (клюшки для гольфа), toe piece (лыжного крепления)8) Military: (пулемётной треноги) head assembly, ogive9) Engineering: bit, capping, cartridge (звукоснимателя), crown, die (экструдера), end (напр. шатуна), grip portion (образца), head group, head section, headstock, port (мартеновской печи, горелки), socket, socket group, tip, weight knob (гири)10) Agriculture: glome (тип соцветия)12) Anatomy: capitulum, caput (1. верхний или больший конец органа; 2. конечная часть мышцы, прикрепляемая к менее подвижному отделу скелета)13) Railway term: cap piece14) Automobile industry: butt end (шатуна), end (шатуна), face, nose (домкрата)15) Mining: gib16) Forestry: glome (соцветие), lighting end (спички), tip (спички), top (бумажного блока)17) Metallurgy: end (напр. мартеновской печи), exploring block (дефектоскопа), port (мартеновской печи), port end, port end (мартеновской печи), tip (фурмы)18) Music: pegbox20) Textile: beard (крючковой иглы), buck, division, headstock (прядильной или крутильной машины)22) Information technology: end cap (напр., у стрелки на чертеже), turret (графопостроителя)23) Oil: bulb head, connector end (кабельного наконечника), end plate (резервуара), hat, singlings24) Orthopedics: ball (эндопротеза)25) Cartography: foot plate (штатива, треноги)26) Mechanic engineering: nose of lathe spindle, stub (шатуна)27) Perfume: nozzle28) Polymers: (экструдера) die, headpiece29) Automation: (накладная) attachment, cutting point, hood, knob (винта, штифта), top30) Arms production: hood (панорамы), point31) General subject: head (торцевого ключа, приспособления), socket (for socket wrench) (торцевого ключа, приспособления), tip (шатуна и т.д.)32) Makarov: capitulum (тип соцветия), die (напр., червячной машины, экструдера), driver (рупорного громкоговорителя), head margin, header, nose (взрывателя, управляемой ракеты и т.п.), nosing, port (горелки топки котла), stem, top (корнеплода), top (огранённого драгоценного камня)34) Gold mining: heads35) Electrical engineering: knuckle (стержня обмотки статора)36) Mountain climbing: head (ледоруба) -
46 опорная плита
1) General subject: base (bed, foundation) plate2) Naval: foot plate, sole piece3) Military: base plate (миномёта)4) Engineering: base mount, base-plate, bed plate, bedplate, foundation plate, locking plate, mounting plate, pedestal, pillow block, plate mounting, relieving plate (подпорной стенки), shoe (моста), support plate assembly, supporting plate, toe slab (подпорной стенки), workframe5) Construction: anvil (паровоздушного молота), base plate (напр. стальной колонны), base table (в основании сооружения), bottom plate, deck, pad, padstone, shoe, soleplate, template, templet6) Railway term: baseplate7) Automobile industry: backing plate, (упорная) bearing plate (диск), pillow, support plate, thrust plate8) Architecture: base slab9) Metallurgy: lobe plate, pillow-block bearing, shoe plate10) Telecommunications: bed-plate11) Textile: footstep12) Oil: base template (служащая основанием или базой для бурения подводной скважины), sole plate, base plate, bearing plate, foundation pad13) Seismology: base plate (вибратора)14) Drilling: back plate, mat, sub base15) Oil&Gas technology base plate (железобетонного блока)16) Polymers: retainer plate17) Automation: abutment block, back-up plate, face, faceplate (протяжного станка), footstep pillow, locking, subbase (напр. поворотного стола), support, supporting18) Plastics: backing plate (прессформы)19) Arms production: foot-sole20) Makarov: bed -
47 передняя часть
1) General subject: fore, fore quarter, forehead (чего-л.), forepart, forepart (чего-л.), head, nose, nose-piece2) Geology: pediment3) Aviation: fore part4) Military: fore end, (автомобиля) forecarriage5) Engineering: front portion, nose piece, toe6) Construction: front part, frontal7) Anatomy: pars distalis (гипофиза), distal part of anterior lobe of hypophysis, pars anterior adenohypophyseos8) Railway term: forecarriage9) Automobile industry: front element, nose (автомобиля)10) Mining: nose-piece (машины)11) Gastronomy: quarter13) Information technology: front end14) Oil: forefront15) Astronautics: forebody section, forward part, front-body section16) Polymers: front17) Arms production: piece limber (ствола орудия)18) Medical appliances: front tape, frontal tape19) General subject: front face -
48 treten
to stride; to kick; to tread; to pace; to march* * *tre|ten ['treːtn] pret trat [traːt] ptp getreten [gə'treːtn]1. vi1) (= ausschlagen, mit Fuß anstoßen) to kick (gegen etw sth, nach out at)2) aux sein (mit Raumangabe) to stephier kann man nicht mehr tréten — there is no room to move here
vom Schatten ins Helle tréten — to move out of the shadow into the light
tréten — to move or step closer to sth
vor die Kamera tréten (im Fernsehen) — to appear on TV; (im Film) to appear in a film or on the screen
in den Vordergrund/Hintergrund tréten — to step forward/back; (fig) to come to the forefront/to recede into the background
an jds Stelle tréten — to take sb's place
See:→ nahe3) aux sein or haben (in Loch, Pfütze, auf Gegenstand etc) to step, to treadjdm auf den Fuß tréten — to step on sb's foot, to tread (esp Brit) or step on sb's toe
jdm auf die Füße tréten (fig) — to tread (esp Brit) or step on sb's toes
tréten — to tread on sb's toes
getreten fühlen — to feel offended, to be put out
See:→ Stelle4) aux sein or haben(= betätigen)
in die Pedale tréten — to pedal hardauf die Bremse tréten — to brake, to put one's foot on the brake
5) aux sein(= hervortreten, sichtbar werden)
Wasser trat aus allen Ritzen und Fugen — water was coming out of every nook and crannyTränen traten ihr in die Augen — tears came to her eyes, her eyes filled with tears
6) aux sein (Funktionsverb) (= beginnen) to start, to begin; (= eintreten) to entertréten — to come into or enter sb's life
ins Leben tréten — to come into being
in den Ruhestand tréten — to retire
in den Streik or Ausstand tréten — to go on strike
in den Staatsdienst/Stand der Ehe or Ehestand tréten — to enter the civil service/into the state of matrimony
mit jdm in Verbindung tréten — to get in touch with sb
in die entscheidende Phase tréten — to enter the crucial phase
See:2. vt1) (= einen Fußtritt geben, stoßen) to kick; (SPORT) Ecke, Freistoß to takejdn ans Bein tréten — to kick sb's leg, to kick sb on or in the leg
jdn mit dem Fuß tréten — to kick sb
in den Hintern tréten (fig inf) — to kick oneself
2) (= mit Fuß betätigen) Spinnrad, Nähmaschine, Webstuhl, Blasebalg to operate (using one's foot)die Bremse tréten — to brake, to put on the brakes
die Pedale tréten — to pedal
3) (= trampeln) Pfad, Weg, Bahn to treadeinen Splitter in den Fuß tréten — to get a splinter in one's foot
See:→ Wasser4) (fig) (= schlecht behandeln) to shove around (inf)5) (= begatten) to tread, to mate with* * *1) (to hit or strike out with the foot: The child kicked his brother; He kicked the ball into the next garden; He kicked at the locked door; He kicked open the gate.) kick2) (to place one's feet on: He threw his cigarette on the ground and trod on it.) tread* * *tre·ten<tritt, trat, getreten>[ˈtre:tn̩]I. vi1. Hilfsverb: sein (gehen)▪ irgendwohin \treten to step somewhere; (hineingehen a.) to go somewhere; (hereinkommen a.) to come somewherebitte \treten Sie näher! please come in!pass auf, wohin du trittst mind [or watch] your step, watch where you tread [or step] [or you're treading]auf den Flur \treten to step into the hallvon einem Fuß auf den anderen \treten to shift from one foot to the otherer trat aus der Tür he walked out of [or fam out] the doordie Sonne tritt hinter die Wolken (fig) the sun disappeared behind the clouds▪ von etw dat \treten (absteigen) to step off sth; (zurückgehen) to step [or move] [or come/go] away from sth▪ vor jdn \treten to appear before sbvor den Spiegel \treten to step up to the mirrorvor die Tür \treten to step outside▪ zu jdm/etw \treten to step up to sb/sthzur Seite \treten to step [or move] aside2. Hilfsverb: sein (fließen)der Fluss trat über seine Ufer the river broke [or burst] [or overflowed] its banksSchweiß trat ihm auf die Stirn sweat appeared on [or beaded] his forehead▪ aus etw dat \treten to come out of sth; (durch Auslass) to exit from sth; (quellen) to ooze from sth; (tropfen) to drip from sth; (stärker) to run from sth; (strömen) to pour [or gush] from [or out of] sth; (entweichen) to leak from sthder Schweiß trat ihm aus allen Poren he was sweating profuselyWasser tritt aus den Wänden water was coming out of the walls, the walls were exuding waterjdm auf den Fuß \treten to tread [or step] on sb's foot [or toes]du bist in etwas ge\treten (euph) smells like you've stepped in somethingin einen Nagel \treten to tread [or step] on a nail; s.a. Schlips4. Hilfsverb: haben (stampfen)5. Hilfsverb: haben (schlagen)jdm in den Hintern \treten (fam) to kick sb [or give sb a kick] up the backside [or BRIT also bum] fam▪ nach jdm \treten to kick out [or aim a kick] at sb6. Hilfsverb: haben (betätigen)auf den Balg \treten to operate the bellowsauf die Bremse \treten to brake, to apply [or step on] the brakesauf die Kupplung \treten to engage [or operate] the clutchauf die Pedale \treten to pedalnach unten \treten to bully [or harass] the staff under one8. Hilfsverb: sein (anfangen)sie ist in ihr 80. Jahr ge\treten she has now turned 80in Aktion \treten to go into actionin den Ausstand \treten to go on strikein jds Dienste \treten to enter sb's servicein den Ruhestand \treten to go into retirementin Verhandlungen \treten to enter into negotiations9. Hilfsverb: sein (fig)in jds Bewusstsein \treten to occur to sbin Erscheinung \treten to appear; Person a. to appear in personin jds Leben \treten to come into sb's lifein eine Umlaufbahn \treten to enter into orbit11. Hilfsverb: haben (begatten)eine Henne \treten to tread a hen specII. vt Hilfsverb: haben1. (schlagen)jdn mit dem Fuß \treten to kick sbden Ball ins Aus/Tor \treten to kick the ball out of play/into the neteine Ecke/einen Elfmeter/einen Freistoß \treten to take a corner/penalty/free kick4. (betätigen)▪ etw \treten to step on sth, to press [or depress] sth with one's footden Balg \treten to operate the bellowsdie Bremse \treten to brake, to apply [or step on] the brakesdie Kupplung \treten to engage [or operate] the clutchdie Pedale \treten to pedal5. (bahnen)die Mönche haben eine Spur auf die Steintreppe ge\treten the monks have worn away the stone steps with their feet6. (stampfen)tretet mir keinen Dreck ins Haus! wipe your feet before coming into the house!etw in die Erde/einen Teppich \treten to tread/stamp sth into the earth/a carpetetw zu Matsch \treten to stamp sth to a mushetw platt \treten to stamp sth flatihr tretet meine Blumen platt! you're trampling all over my flowers!▪ jdn \treten to bully [or harass] sb▪ jdn \treten, damit er etw tut to give sb a kick to make him do sthIII. vrsie trat sich einen Nagel in den Fuß she stepped onto a nail [or ran a nail into her foot]* * *1.unregelmäßiges intransitives Verb1) mit sein (einen Schritt, Schritte machen) step (in + Akk. into, auf + Akk. on to)der Schweiß ist ihm auf die Stirn getreten — (fig.) the sweat came to his brow
der Fluss ist über die Ufer getreten — (fig.) the river has overflowed its banks
auf etwas (Akk.) treten — (absichtlich) tread on something; (unabsichtlich; meist mit sein) step or tread on something
jemandem auf den Fuß treten — step/tread on somebody's foot or toes
auf das Gas[pedal] treten — step on the accelerator
3) mit sein4) (ausschlagen) kick2.jemandem an od. gegen das Schienbein treten — kick somebody on the shin
unregelmäßiges transitives Verb1) kick <person, ball, etc.>2) (trampeln) trample, tread < path>* * *treten; tritt, trat, getretenA. v/i (ist)1. (sich mit einem Schritt oder Schritten in eine bestimmte Richtung bewegen) step, walk, go, move;jemandem in den Weg treten step into sb’s path; (den Weg versperren) block sb’s path;zu jemandem treten besonders mit einem Anliegen: walk ( oder go) up to sb; (sich zu jemandem gesellen) join sb;ans Fenster treten go (over) to the window;über die Schwelle treten cross the threshold;treten Sie näher! step this way!;2. Sachen: (sich [scheinbar] bewegen) go, come, pass;der Mond/die Sonne trat hinter die Wolken the moon/sun disappeared behind the clouds; Sonne: auch the sun went in umg;die Tränen traten ihm in die Augen tears came to ( oder welled up in) his eyes;der Schweiß trat ihm auf die Stirn (beads of) sweat formed ( oder stood out) on his forehead ( oder face);über die Ufer treten Fluss: overflow (its banks), flood3. (unabsichtlich den Fuß auf, in etwas setzen) stand, step, tread (auf/in +akk on/in);hast)auf etwas treten tread (besonders US step) on sth;man wusste nicht, wohin man treten sollte you didn’t know where to put your feet ( oder where to step);von einem Fuß auf den andern treten hop from one leg ( oder shift from one foot) to the otherB. v/t & v/i1. (hat) (jemandem, einer Sache einen Fußtritt versetzen) kick, give sb (oder sth) a kick;nach jemandem treten (take a) kick ( oder kick out) at sb;jemandem gegen das Schienbein treten kick sb in the shin(s);Vorsicht, das Pferd tritt! look out, that horse kicks ( oder is a kicker)!;treten gegen unabsichtlich: accidentally kick (against), walk into; absichtlich: kick; fig (jemanden drängen) prod, put pressure on ( stärker: kick);mit Füßen treten) bully, trample on;nach unten treten take it out on the dog2. (hat) (durch einen Tritt, Tritte bewirken) kick;eine Ecke/einen Elfmeter treten take a corner (kick)/a penalty;eine Beule ins Auto treten dent the car with a kick ( oder by kicking it);sich (dat)den Dreck von den Schuhen treten kick ( oder stamp) the muck off one’s boots3. (hat) (durch Fußdruck betätigen, bewirken) press down (with the foot), depress; Radfahrer: pedal;die Kupplung/Pedale treten depress the clutch (pedal)/work the pedals ( Fahrrad: pedal, push on the pedals);aufs Gas treten put one’s foot down umg, step on it ( oder on the gas) umg, put the pedal to the metal umg;4. (durch Darauftreten an eine bestimmte Stelle gelangen) get, run, tread;sich (dat)einen Dorn in den Fuß treten get a thorn in ( oder run a thorn into) one’s footder Hahn tritt die Henne the cock treads the hen; → nah B, näher; → Dienst 3, Hühnerauge, Kraft 6, Schlips, Stelle 1, zutage etc* * *1.unregelmäßiges intransitives Verb1) mit sein (einen Schritt, Schritte machen) step (in + Akk. into, auf + Akk. on to)der Schweiß ist ihm auf die Stirn getreten — (fig.) the sweat came to his brow
der Fluss ist über die Ufer getreten — (fig.) the river has overflowed its banks
auf etwas (Akk.) treten — (absichtlich) tread on something; (unabsichtlich; meist mit sein) step or tread on something
jemandem auf den Fuß treten — step/tread on somebody's foot or toes
auf das Gas[pedal] treten — step on the accelerator
3) mit sein4) (ausschlagen) kick2.jemandem an od. gegen das Schienbein treten — kick somebody on the shin
unregelmäßiges transitives Verb1) kick <person, ball, etc.>2) (trampeln) trample, tread < path>* * *(in) v.to step (into) v. v.(§ p.,pp.: trat, ist/hat getreten)= to kick v.to tread v.(§ p.,p.p.: trod, trodden) -
49 snude
* * *(en -r)( dyrs) nose,( længere) snout;( menneskes, neds) snout;( på skotøj) toe;(fig) be snubbed, get a rap over the knuckles;[ give ham en på snuden] sock him in the face;[ stikke sin snude i noget] poke one's nose into something. -
50 atenerse
pron.v.to be confident, to trust.* * *1 (ajustarse) to abide (a, by), comply (a, with)2 (acogerse) to rely (a, on)* * *VPRatenerse a —
1) (=ceñirse a)2) (=cumplir)atenerse a la ley — to abide by o obey the law
3) (=remitirse a)simplemente nos atenemos a lo que has dicho — we are simply taking into account o bearing in mind what you said
si lo haces atente a las consecuencias — if you do it, you'll have to take the consequences
4) (=adaptarse a) to keep within* * *verbo pronominala) (ajustarse, someterse)atenerse a algo: atenerse a las reglas to abide by o comply with the rules; me atengo a las órdenes recibidas I am obeying orders; no sé a que atenerme I don't know what I should be doing; atenerse a las consecuencias — to live with o abide by the consequences
b) ( limitarse)atenerse a algo: si nos atenemos a lo que dijeron ellos... if we go by what they said...; aténgase a los hechos — confine yourself to the facts
* * *verbo pronominala) (ajustarse, someterse)atenerse a algo: atenerse a las reglas to abide by o comply with the rules; me atengo a las órdenes recibidas I am obeying orders; no sé a que atenerme I don't know what I should be doing; atenerse a las consecuencias — to live with o abide by the consequences
b) ( limitarse)atenerse a algo: si nos atenemos a lo que dijeron ellos... if we go by what they said...; aténgase a los hechos — confine yourself to the facts
* * *1 (ajustarse, someterse) atenerse A algo:tendrás que atenerte a las reglas or normas you will have to abide by o comply with the rulesme atengo a las órdenes/instrucciones recibidas I am obeying orders/following instructionsse atuvo a lo que se le había pedido she did exactly what had been asked of herme han dado tantas instrucciones contradictorias que no sé a que atenerme they've given me so many conflicting instructions I don't know who I should listen to/what I should be doingtendrás que atenerte a las consecuencias you will have to live with o abide by the consequencestienes que atenerte a tus medios económicos you must keep within your means2 (limitarse) atenerse A algo:si nos atenemos a lo que dijeron ellos, la situación es muy distinta if we go by what they said then the situation appears very differentaténgase a los hechos confine yourself to o ( colloq) stick to the facts3 (reafirmar) atenerse A algo:me atengo a lo que declaré la semana pasada I'm sticking to o ( AmE) I'm sticking with what I said last week ( colloq), I stand by o ( frml) abide by what I said last week* * *
atenerse ( conjugate atenerse) verbo pronominal
‹ a las órdenes› to obey sth;
‹ a las consecuencias› to live with o abide by sth;
b) ( limitarse):◊ si nos atenemos a lo que dijeron ellos … if we go by what they said …;
aténgase a los hechos confine yourself to the facts
■atenerse verbo reflexivo
1 (ajustarse a reglas) to abide [a, by]: puedes desobedecer la orden, pero atente a las consecuencias, you can disobey the order, but you must bear the consequences
2 (remitirse) to go by: uno debe saber a qué atenerse, one must know what to expect
' atenerse' also found in these entries:
Spanish:
consecuencia
English:
abide by
- go by
- keep to
- stand by
- stick by
- stick to
- toe
- stand
- stick
* * *atenerse vpr1.[ley, normas] to observe, to abide by;atenerse a [seguir, cumplir] [promesa, orden] to stick to;atente a las instrucciones que se te han dado stick to o follow the instructions you have been given;el gobierno se atendrá a la decisión del tribunal the government will abide by the court's decision;con tantas versiones diferentes de lo que pasó, no sabemos a qué atenernos there are so many different versions of what happened that we don't know what to believe;atenerse a las consecuencias to accept the consequences3. [limitarse]si nos atenemos a lo que sabemos… if we stick to what we know…;atenerse a la verdad to stick to the truth* * *v/r:me atengo a lo dicho I’m sticking to what I said;saber a qué atenerse know where one stands* * *atenerse {80} vr: to abidetendrás que atenerte a las reglas: you will have to abide by the rules -
51 fuerte
adj.1 strong (persona, viento).un medicamento muy fuerte a very powerful medicine2 heavy (food) (pesado).3 loud (alto) (sonido).está demasiado fuerte it's on too loud4 tight (nudo).5 strong.es una empresa fuerte en el sector the company's strong in this sectoruna moneda fuerte a strong currency6 large, considerable (grande) (cantidad).una fuerte presencia de artistas europeos a large contingent of European artistsadv.1 hard (intensamente).2 a lot (abundantemente) (comer).3 loudly.4 strong.m.1 fort.2 strong point, forte (punto fuerte).su fuerte son las matemáticas mathematics is his forte3 fortress, fort, bastille, fortification.* * *► adjetivo1 (gen) strong2 (en asignatura) strong, good5 (dolor, enfermedad) severe, bad6 (golpe) hard, heavy7 (sonido) loud9 (discusión) heated, violent; (protesta) violent, vigorous; (polémica) bitter; (aplauso) loud, thunderous10 (presión) intense; (influencia) powerful, strong11 (suma de dinero) large12 (comida - pesado) heavy; (- cargado) rich13 (color) intense14 (contraste) marked, sharp; (tendency) strong, marked15 (cosa fija) stiff, tight16 familiar (terrible) awful1 (fortificación) fort2 (punto fuerte) forte, strong point► adverbio1 (mucho) a lot2 (con fuerza) hard3 (volumen) loud\¡abrázame fuerte! hold me tight!estar fuerte en algo to be good at something¡habla más fuerte! speak up!* * *1. adv.1) hard2) loudly2. adj.1) strong2) loud3. noun m.* * *1. ADJ1) [persona]a) [físicamente] [gen] strong; (=robusto) sturdy, powerfully built; euf (=obeso) largeb) [emocionalmente] strong, toughhemos de ser fuertes ante la adversidad — we must be strong o tough in the face of adversity
c)estar fuerte en filosofía/historia — [estudiante] to be strong in philosophy/history
2) (=intenso)a) [sabor, olor, viento] strong; [dolor, calor] intense; [lluvia] heavy; [ejercicio] strenuousb) [explosión, voz, ruido] loud; [golpe] heavy, hard; [acento] strong, thickc) [color] (=no pálido) strong; (=llamativo) brightd) [impresión] strong, powerful; [deseo] strong, deep; [fe, objeción] strong; [discusión] heatede) [abrazo, beso] bigun beso muy fuerte — [en cartas] lots of love
un fuerte abrazo, Carmen — best wishes, Carmen; [más cariñoso] love, Carmen
3) [bebida, medicamento] strong; [comida] (=pesada) heavy; (=indigesta) indigestiblenunca toma cosas fuertes, solo cerveza y vino — he never drinks spirits o the hard stuff *, just beer and wine
4) (=resistente) [cuerda, tela] strong; [economía, moneda, país] strong5) (=importante) [aumento, bajada] sharp; [crisis] serious, severe; [pérdidas] large, substantial6) (=impactante) [escena] shocking, disturbingme dijo cosas muy fuertes que no podría repetir ahora — she said some harsh o nasty * things that I couldn't repeat now
-lo llamó a la oficina y lo despidió en el acto -¡qué fuerte! — * "he called him at the office and fired him there and then" - "that's outrageous o appalling!"
7)hacerse fuerte — (=protegerse) to hole up; (=volverse fuerte) to gain strength
8) [terreno] rough, difficultser o estar fuerte a algo — to stink of sth
2. ADV1) (=con fuerza) [golpear] hard; [abrazar] tight, tightlyla editorial ha apostado fuerte por los nuevos poetas — the publishing house is backing new poets in a big way
jugar fuerte — (lit) to gamble heavily; (fig) to take a gamble
2) (=en voz alta) [hablar, tocar] loud, loudlytoca muy fuerte — she plays very loud o loudly
¡más fuerte! ¡que no se le oye aquí atrás! — speak up! we can't hear at the back
3) (=gran cantidad)3. SM1) (Mil) fort2) (Mús) forte3) (=especialidad) forte, strong pointel canto no es mi fuerte — singing is not my forte o strong point
4) Chile (=bebida) hard liquor, hard stuff ** * *I1) < persona>a) ( físicamente) stronges un hombre fuertísimo or fortísimo — he's an exeptionally strong man
b) ( moralmente) stronghacerse fuerte — to pull oneself together
c) ( en asignatura) strongno estoy muy fuerte en ese tema/en física — I'm not very strong on that topic/in physics (colloq)
2) ( resistente) <tela/cuerda> strong3)un fuerte golpe — a heavy o hard blow
c) <abrazo/beso> big4) < ruido> loud5)a) <olor/sabor> strongb) <licor/medicina> strongc) < comida> heavy6) < acento> strong, thickme dijo que era un inútil - qué fuerte! — (fam) he said I was useless - that's a bit much (AmE) o (BrE) a bit over the top!
8)a) ( poderoso) <nación/empresa/equipo> strongb) < moneda> strongc) ( importante)9) (Ling) < vocal> stressedII1) <golpear/empujar> hard; <agarrar/apretar> tightly; < llover> heavily2) < hablar> loudly3) ( mucho)4) <jugar/apostar> heavilyIII1) (Mil) fort2) ( especialidad) strong point, forte* * *I1) < persona>a) ( físicamente) stronges un hombre fuertísimo or fortísimo — he's an exeptionally strong man
b) ( moralmente) stronghacerse fuerte — to pull oneself together
c) ( en asignatura) strongno estoy muy fuerte en ese tema/en física — I'm not very strong on that topic/in physics (colloq)
2) ( resistente) <tela/cuerda> strong3)un fuerte golpe — a heavy o hard blow
c) <abrazo/beso> big4) < ruido> loud5)a) <olor/sabor> strongb) <licor/medicina> strongc) < comida> heavy6) < acento> strong, thickme dijo que era un inútil - qué fuerte! — (fam) he said I was useless - that's a bit much (AmE) o (BrE) a bit over the top!
8)a) ( poderoso) <nación/empresa/equipo> strongb) < moneda> strongc) ( importante)9) (Ling) < vocal> stressedII1) <golpear/empujar> hard; <agarrar/apretar> tightly; < llover> heavily2) < hablar> loudly3) ( mucho)4) <jugar/apostar> heavilyIII1) (Mil) fort2) ( especialidad) strong point, forte* * *fuerte11 = fort (ft).Ex: Had he consulted an Indian history, he would have found, for instance, that what the Britannica called the Fort Phil Kearney massacre the Indians call the 'Battle of the Hundred Slain'.
* defender el fuerte = hold + the fortress.fuerte22 = robust, strong [stronger -comp., strongest -sup.], sturdy [sturdier -comp., sturdiest -sup.], loud [louder -comp., loudest -sup.], hefty [heftier -comp., heftiest -sup.], tight [tighter -comp., tightest -sup.], forte, brawny [brawnier -comp., brawniest -sup.], buoyant, hard-wearing, strong point, nippy [nippier -comp., nippiest -sup.].Ex: Although microcomputers are relatively robust, they do not take kindly to frequent moves from one location to another, particularly on wheeled trollies.
Ex: In fact, the 1979 index figures show a strong contrast between the hardback and paperback turnovers, with the hardback market being down and the paperback market up.Ex: Here came every sort of human ingredient -- sturdy homesteaders, skilled craftsmen, precious scoundrels.Ex: Visitors would be surprised by the loud creaking and groaning of the presses as the timbers gave and rubbed against each other.Ex: This new font had increased contrast and x-height in the lower case and a hefty set of capitals = Este nuevo tipo de letra había aumentado el contraste y el ojo medio de las minúsculas y las mayúsculas eran voluminosas.Ex: The platen was lashed up tight to the toe of the spindle by cords which connected hooks at its four corners to another set of hooks at the four lower corners of the hose.Ex: Statistical analysis has long been a forte of sociological & social research.Ex: This revolutionary syndicalist union consistently supported the most downtrodden & oppressed, & encouraged a cult of the unspoiled, heroic brawny proletarian with raw courage & 'natural' virtues.Ex: The foreign relations of the Community will probably remain a buoyant area.Ex: The manufacturers of this type of artificial turf say that while the grass is soft and springy underfoot it is extremely tough and hard-wearing.Ex: One of the strong points of the DIALOG service is the documentation.Ex: Blend cream cheese with prepared horseradish for a nippy taste.* amarillo fuerte = bright yellow.* andar pisando fuerte = go from + strength to strength, make + a big impact.* apretar fuerte = bear down on.* bebida alcohólica fuerte = hard drink, hard liquor.* caja fuerte = safe, safety deposit box.* combinación de la caja fuerte = safe code, safe combination.* con fuertes aspiraciones profesionales = upward-mobile.* dar fuerte = pack + a wallop.* delgado y fuerte = wiry.* demasiado fuerte = over-strong.* de olor fuerte = strong-smelling.* fuerte como un roble = as strong as an ox.* fuerte como un toro = as strong as an ox.* fuertes lluvias = heavy rain.* fuerte viento = strong wind.* golpear fuerte = wallop, whack.* golpe fuerte = whack.* hacer más fuerte = toughen.* hacerse más fuerte = gain in + strength, grow in + strength.* iluminación fuerte = task lighting.* ley del más fuerte, la = law of the jungle, the, survival of the fittest, survival of the strongest.* mar fuerte = heavy sea.* más fuerte que un roble = as strong as an ox.* más fuerte que un toro = as strong as an ox.* naranja fuerte = bright orange.* olor fuerte y penetrante = tang.* pegar fuerte = pack + a wallop.* pisar fuerte = go from + strength to strength, make + a big impact, stomp.* plato fuerte = main dish, strong point, entrée, main entrée.* poner más fuerte = crank up.* punto fuerte = strength.* sabor fuerte y penetrante = tang.* supervivencia del más fuerte = survival of the fittest, survival of the strongest.* tener una personalidad muy fuerte = be full of character.* tener un carácter muy fuerte = be full of character.* un fuerte sentimiento de = a strong sense of.* viento fuerte = high wind.fuerte33 = tangy [tangier - comp., tangiest -sup.].Ex: The most boring meal can be pepped up with spicy and tangy herbs.
* * *A ‹persona›1 (físicamente) strongnunca ha sido muy fuerte he has never been very stronges un hombre fuertísimo or fortísimo he's an exceptionally strong mande complexión fuerte well-built2 (moralmente) stronghacerse fuerte to pull oneself together3 (en una asignatura) strongno estoy muy fuerte en ese tema I'm not very strong on o well up on that topic ( colloq)anda muy fuerte en física he's doing very well in physicsB (resistente) ‹tela/cuerda› stronguna caja bien fuerte a good, sturdy o strong boxuna valla alta y fuerte a tall, sturdy o strong fenceC1 ‹viento› strong; ‹terremoto› severe; ‹lluvia/nevada› heavy2 ‹dolor› intense, bad; ‹resfriado› badun fuerte golpe a heavy o hard blowreinaba un fuerte nerviosismo tension was high3 ‹abrazo/beso› bigD ‹ruido› loudla radio está muy fuerte, bájale el volumen the radio's too loud, turn it downE1 ‹olor/sabor› strong2 ‹licor› strong; ‹medicina› strong3 ‹comida› heavyF ‹acento› strong, thickG(violento): tiene escenas muy fuertes it has some very shocking o disturbing scenesme dijo que no valía para nada — ¡qué fuerte! ( fam); he said I was absolutely useless — strong o harsh words!tuvieron una discusión fortísima or fuertísima they had a violent o heated argumentH1 (poderoso) ‹nación/empresa/equipo› stronges algo más fuerte que yo, no puedo dejar de hacerlo it's stronger than I am, I can't stop o give it up2 ‹moneda› strong3(importante): una fuerte suma de dinero a large sum of moneyun fuerte contingente de la policía a strong police contingentun fuerte incremento de precio a sharp price increasele recetó una fuerte dosis de analgésicos she prescribed a heavy dose of painkillersI ( Ling) ‹vocal› stressedJes fuerte de patas his feet stink ( colloq)A ‹golpear/empujar› hard; ‹agarrar/apretar› tightly; ‹llover› heavilyuna canción que está pegando fuerte a song that's a big hit at the momentB ‹hablar› loudlypon la radio más fuerte turn the radio uphable más fuerte speak upC(abundantemente): desayunar fuerte to have a big breakfastD ‹jugar/apostar› heavilyA ( Mil) fortB (especialidad) strong point, forte* * *
fuerte adjetivo
1 ( en general) strong;◊ un equipo/una cuerda fuerte a strong team/rope
2
‹ terremoto› severe;
‹lluvia/nevada› heavy
‹ golpe› heavy;
‹ resfriado› bad;
‹abrazo/beso› big
‹comida/dosis› heavy
3 ( violento) ‹ discusión› violent, heated;
‹película/escena› shocking
■ adverbio
1 ‹golpear/empujar› hard;
‹agarrar/apretar› tightly;
‹ llover› heavily
2 ‹ hablar› loudly;
habla más fuerte speak up
■ sustantivo masculinoa) (Mil) fort
fuerte
I adjetivo
1 strong
2 (intenso) (dolor) severe
(color) intense
3 (excesivo) strong
(comida) heavy: el café es muy fuerte para la niña, coffee is too strong for the child
4 (volumen) loud
5 (impactante) (escenas) violent, grisly
(comentarios) serious
II sustantivo masculino
1 (fortificación) fort
2 (punto fuerte) forte, strong point
III adv (con fuerza, con violencia) hard: el viento sopla fuerte, the wind is blowing hard
(con intensidad, apretadamente) tight: ¡agárrate fuerte!, hold on tight!
(en cantidad) tienes que desayunar fuerte, you have to have a good breakfast
(más alto) louder: ¡habla más fuerte!, speak up!
' fuerte' also found in these entries:
Spanish:
A
- acento
- agarrarse
- animal
- caja
- campeonato
- conmoción
- débil
- diezmar
- dirigir
- espanto
- estirón
- férrea
- férreo
- frágil
- fulminante
- grande
- hacer
- opresión
- pisar
- plato
- relumbrón
- resistente
- reventar
- sacudida
- suave
- sujetar
- tirón
- torta
- tortazo
- trompazo
- viento
- abrazar
- agarrar
- apariencia
- bajón
- caer
- carácter
- codazo
- combinación
- comida
- constitución
- crecida
- dispositivo
- estridente
- fortín
- golpe
- impulso
- indignación
- indignado
English:
A
- agony
- ale
- aloud
- backbone
- bad
- balance
- bang
- bash
- beat down
- best
- blare
- bond
- boo
- break into
- burly
- crack
- dish
- fluid
- forte
- fresh
- fuck
- great
- grip
- hard
- hard currency
- heady
- heavy
- high
- highlight
- hold
- hold on
- hug
- iron
- keen
- liaison
- loud
- lung
- must
- point
- potent
- powerful
- press
- resilient
- robust
- rugged
- safe
- sing up
- slight
- slog
* * *♦ adj1. [persona] [físicamente] strong;estar fuerte como un roble to be as strong as an ox2. [persona] [psicológicamente] strong;tiene un carácter muy fuerte she has a strong character3.Fighacerse fuerte en Mil to make one's stronghold in;el equipo se hizo fuerte en su área the team fell back into their own half4. [material] strong;necesito un tejido fuerte I need a strong material5. [viento] strong;[lluvia] heavy6. [intenso] [frío, dolor, color] intense;[golpe, pelea] hard7. [medicamento] powerful8. [influyente, sólido] strong;es una empresa fuerte en el sector the company's strong in this sector;una moneda fuerte a strong currency;fuertes razones powerful reasons9. [violento, impactante] powerful, shocking;lenguaje fuerte strong language;un chiste fuerte a crude joke;algunas de las escenas son muy fuertes some of the scenes are very shocking10. [grande] large, considerable;una fuerte cantidad de dinero a large o considerable amount of money;una fuerte presencia de artistas caribeños a large contingent of Caribbean artists11. [comida] [pesado] heavy;[picante] hot12. [nudo] tight13. [sílaba] accented, stressed14. [vocal] strong16. [alto] [sonido] loud;la televisión está demasiado fuerte the television is on too loud¡qué fuerte! [fabuloso] wow!, amazing!;[terrible] how awful!, oh no!;…y después me insultó – ¡qué fuerte! …and then he insulted me – that's awful o terrible!♦ adv1. [intensamente] hard;[abrazar, agarrar] tight;está nevando fuerte it's snowing hard o heavily;lo ató bien fuerte she tied it tight;chuta fuerte he has a powerful kick2. [abundantemente] a lot;en España se suele almorzar fuerte in Spain, people usually have a big meal at lunchtime3. [en voz alta] loudly;¿podría hablar más fuerte? could you speak louder?♦ nm1. [fortificación] fort2. [especialidad] strong point, forte;su fuerte son las matemáticas mathematics is his forte* * *I adj1 strong3 aumento sharp4 ruido loud5:estoy fuerte en idiomas I’m good at languages6 fig popincredible fam ;¡qué fuerte!, ¡esto es muy fuerte! fam God, this is awful! famII adv hard;hablar fuerte speak loudly;jugar fuerte bet heavilyhacerse fuerte dig o.s. in* * *fuerte adv1) : strongly, tightly, hard2) : loudly3) : abundantlyfuerte adj1) : strong2) : intenseun fuerte dolor: an intense pain3) : loud4) : extreme, excessivefuerte nm1) : fort, stronghold2) : forte, strong point* * *fuerte1 adj1. (en general) strong2. (dolor) severe3. (voz, ruido) loud4. (golpe) hard6. (imágenes) violent¡qué fuerte! how awful!fuerte2 adv1. (con fuerza) hard2. (hablar) loud / loudly3. (sujetar) tight4. (comer)fuerte3 n1. (fortificación) fort2. (punto sobresaliente) strong point -
52 голова
I жhead; pate, sconce; ( розум) mind, brainрозумна голова — clever brain, wise head
сушити (ламати) собі голову — to puzzle (to rack, to cudgel) one's brains ( over)
викинути з голови — to dismiss, to get rid (of)
з голови до ніг — from head to foot; from top to toe
голова садова — cabbagehead, blockhead
світла голова — lucid mind, bright intellect, bright spirit
II жморочити голову (кому-небудь) — to play games with smb., to pull the wool over smb.'s eyes ( задурювати); to drive smb. crazy with smth., to make smb.'s head spin ( набридати); to turn smb.'s head, to make smb. fall for oneself ( фліртувати)
( керівник) chairman, head, chief; (жінка тж.) chairwoman; (правління і т. ін. тж.) president; ( палати парламенту) the SpeakerIII жголова комітету — panel chairman, chairman of committee, committee chairman
голова стерна мор. — rudder head
голова цукру — ( sugar) loaf
голова шпиля — drum head, whipping drum
-
53 bien
bien [bjɛ̃]━━━━━━━━━1. adverb4. compounds━━━━━━━━━1. <a. ( = de façon satisfaisante) well• comment vas-tu ? -- très bien merci how are you? -- fine, thanksb. ( = selon la morale, la raison) [se conduire, agir] well• vous faites bien de me le dire ! you did well to tell me!• ça commence à bien faire ! (inf) this is getting beyond a joke!c. ( = sans difficulté) [supporter, se rappeler] welle. ( = effectivement) definitely• je trouve bien que c'est un peu cher mais tant pis yes, it is rather expensive but never mind• c'est bien à ton frère que je pensais yes, it was your brother I was thinking of• c'est bien mon manteau ? this is my coat, isn't it?• il s'agit bien de ça ! as if that's the point!• voilà bien les femmes ! that's women for you!f. ( = correctement) écoute-moi bien listen to me carefully• dis-lui bien que... make sure you tell him that...• c'est bien compris ? is that quite clear?• j'espère bien ! I should hope so!• où peut-il bien être ? where on earth can he be?g. ( = malgré tout) il fallait bien que ça se fasse it just had to be done• il pourrait bien venir nous voir de temps en temps ! he could at least come and see us now and then!h. ( = volontiers) (après un verbe au conditionnel) je mangerais bien un morceau I'd like a bite to eat• je voudrais bien t'y voir ! I'd like to see you try!i. ( = au moins) at leastj. (locutions)• je connais bien des gens qui auraient protesté I know a lot of people who would have protested► bien que although• bien sûr qu'il viendra ! of course he'll come!2. <a. ( = satisfaisant) goodc. ( = en bonne forme) well• tu n'es pas bien ? are you feeling OK?• il est bien, ce nouveau canapé the new sofa's nicee. ( = à l'aise) on est bien à l'ombre it's nice in the shade• laisse-le, il est bien où il est ! leave him alone - he's fine where he is!• vous voilà bien ! now you've done it!g. ( = en bons termes) être bien avec qn to get on well with sb3. <a. ( = ce qui est bon) good• c'est pour ton bien ! it's for your own good!4. <* * *bjɛ̃
1.
adjectif invariable1) ( convenable)ça fait bien d'aller à l'opéra — (colloq) it's the done thing to go to the opera
2) ( en bonne santé) wellt'es pas bien! — (colloq) you're out of your mind! (colloq)
3) ( à l'aise)nous voilà bien! — iron we' re in a fine mess!
4) (colloq) ( de qualité)
2.
1) ( correctement) gén well; [fonctionner] properly; [interpréter] correctlybien joué! — fig well done!
aller bien — [personne] to be well; [affaires] to go well
il travaille bien — ( élève) his work is good; ( artisan) he does a good job
il est bien remis — ( malade) he's made a good recovery
2) ( complètement) [arroser, décongeler, laver, mélanger, propre, cuit] thoroughly; [remplir, sécher, sec, fondu] completely; [lire, écouter, regarder] carefully3) ( agréablement) [présenté, situé] well; [s'habiller] well, smartly; [décoré, meublé] tastefully; [logé, installé, vivre] comfortablyaller bien à quelqu'un — [couleur, style] to suit somebody
4) ( hautement) [aimable, triste] very; [apprécier, craindre] very much; [simple, vrai, certain, évident] quitec'est bien joli tout ça, mais — that's all very well, but
bien mieux/moins/pire — much ou far better/less/worse
bien trop laid/tard — much too ugly/late
bien plus riche/cher — much ou far richer/more expensive
bien plus, il la vole! — not only that, he also takes her money
bien entendu or évidemment — naturally
5) ( volontiers)6) ( malgré tout)7) ( pour souligner)ça prouve/montre bien que — it just goes to prove/show that
je sais/crois bien que — I know/think that
on verra bien — well, we'll see
il le fait bien lui, pourquoi pas moi? — if he can do it, why can't I?
8) ( réellement) definitelyc'est bien lui/mon sac — it's definitely him/my bag, it's him/my bag all right (colloq)
il ne s'agit pas d'une erreur, mais bien de fraude — it's not a mistake, it's fraud
c'est bien ici qu'on vend les billets? — this is where you get tickets, isn't it?
c'est bien le moment! — iron great timing!
c'est bien le moment de partir! — iron what a time to leave!
9) ( au moins) at leastelle a bien 40 ans — she's at least 40, she's a good 40 years old
10) ( beaucoup)bien des fois — often, many a time
il s'est donné bien du mal — he's gone to a lot or a great deal of trouble
je te souhaite bien du plaisir! — iron I wish you joy!
3.
nom masculin1) ( avantage) goodgrand bien vous fasse! — iron much good may it do you!
parler en bien de quelqu'un — to speak favourably [BrE] of somebody
2) ( possession) possession
4.
5.
bien que locution conjonctive althoughPhrasal Verbs:••tout est bien qui finit bien — Proverbe all's well that ends well Proverbe
* * *bjɛ̃1. nm1) (= avantage)Ses vacances lui ont fait beaucoup de bien. — His holiday has done him a lot of good.
Jean m'a dit beaucoup de bien de toi. — Jean told me a lot of good things about you., Jean spoke very highly of you to me.
vouloir du bien à qn (= vouloir aider) — to have sb's best interests at heart
2) (= possession) possession, property, (= patrimoine) property3) (moral)2. biens nmpl3. adv1) (= de façon satisfaisante) wellElle travaille bien. — She works well.
aller bien; se porter bien — to be well
croyant bien faire, je... — thinking I was doing the right thing, I...
faire bien de... — to do well to...
Tu ferais bien de faire attention. — You'd do well to pay attention.
2) (concession)vouloir bien; Je veux bien le faire. — I'm quite willing to do it.
Il semble bien que... — It really seems that...
Paul est bien venu, n'est-ce pas? — Paul HAS come, hasn't he?
3) (valeur intensive) quiteJ'espère bien y aller. — I very much hope to go.
bien fait!; C'est bien fait pour toi! — It serves you right!
bien sûr!; bien entendu! — certainly!, of course!
4. exclright!, OK!, fine!5. adj inv1) (= en bonne forme)je me sens bien — I feel fine, I feel well
2) (= à l'aise)On est bien dans ce fauteuil. — This chair is very comfortable.
3) (= à son avantage)Tu es bien dans cette robe. — You look nice in that dress.
4) (= satisfaisant) goodCe restaurant est vraiment bien. — This restaurant is really good.
Elle est bien, cette maison. — It's a nice house.
Elle est bien, cette secrétaire. — She's a good secretary.
Ce n'est pas si bien que ça. — It's not as good as all that., It's not all that great.
5) (moralement)ce n'est pas bien de... — it's not right to...
Ce n'est pas bien de dire du mal des gens. — It's not right to say nasty things about people.
Elle est bien, cette femme. — She's a nice woman.
6) (= en bons termes)* * *A adj inv1 ( convenable) être bien dans un rôle to be good in a part; être bien de sa personne to be good-looking; il n'y a rien de bien ici there's nothing of interest here; voilà qui est bien that's good; ce n'est pas bien de mentir it's not nice to lie; ce serait bien si on pouvait nager it would be nice if we could swim; ça fait bien d'aller à l'opéra○ it's the done thing to go to the opera; les roses font bien sur la terrasse the roses look nice ou good on the terrace; tout est bien qui finit bien all's well that ends well;2 ( en bonne santé) well; ne pas se sentir bien not to feel well; non, mais, t'es pas bien○! you're out of your mind○!;3 ( à l'aise) comfortable; je suis bien dans ces bottes these boots are comfortable; on est bien sur cette chaise! what a comfortable chair!; on est bien au soleil! isn't it nice in the sun!; je me trouve bien ici I like it here; suis mes conseils, tu t'en trouveras bien take my advice, it'll serve you in good stead; nous voilà bien! iron we're in a fine mess!;4 ○( de qualité) un quartier bien a nice district; des gens bien respectable people; un type bien a gentleman; un film bien a good film.B adv1 ( correctement) [équipé, fait, géré, s'exprimer, dormir, choisir, se souvenir, danser] well; [fonctionner] properly; [libeller, diagnostiquer, interpréter] correctly; bien payé well paid; bien joué! lit well played!; fig well done!; aller bien [personne] to be well; [affaires] to go well; ça s'est bien passé it went well; la voiture ne marche pas bien the car isn't running properly ou right; ni bien ni mal so-so; parler (très) bien le chinois to speak (very) good Chinese, to speak Chinese (very) well; il travaille bien ( élève) his work is good; ( artisan) he does a good job; un travail bien fait a good job; il est bien remis ( malade) he's made a good recovery; bien se tenir à table to have good table manners; bien employer son temps to make good use of one's time; j'ai cru bien faire I thought I was doing the right thing; il fait bien de partir he's right to leave; c'est bien fait pour elle! it serves her right!; tu ferais bien d'y aller it would be a good idea for you to go there; pour bien faire, il faudrait acheter une lampe the thing to do would be to buy a lamp; bien m'en a pris de refuser it's a good thing I refused;2 ( complètement) [arroser, décongeler, laver, mélanger, propre, cuit] thoroughly; [remplir, sécher, sec, fondu] completely; [lire, examiner, écouter, regarder] carefully; marche bien à droite keep well over to the right; mets-toi bien dans le coin/devant stand right in the corner/at the front; bien profiter d'une situation to exploit a situation to the full;3 ( agréablement) [présenté, situé] well; [s'habiller] well, smartly; [décoré, meublé] tastefully; [logé, installé, vivre] comfortably; femme bien faite shapely woman; aller bien ensemble to go well together; aller bien à qn [couleur, style] to suit sb; se mettre bien avec qn to get on good terms with sb; bien prendre une remarque to take a remark in good part;4 ( hautement) [aimable, triste] very; [apprécier, craindre] very much; [simple, vrai, certain, évident] quite; il s'est bien mal comporté he behaved very ou really badly; il y a bien longtemps de ça that was a very long time ago; c'est bien loin pour nous it's rather far for us; merci bien thank you very much; tu as bien raison you're quite ou absolutely right; c'est bien dommage it's a great ou real pity; bien rire/s'amuser/se reposer to have a good laugh/time/rest; tu as l'air bien pensif you're looking very pensive; c'est bien promis? is that a promise?; c'est bien compris? is that clear?; bien au contraire on the contrary; c'est bien beau ou joli tout ça, mais that's all very well, but; bien mieux/ moins/pire much ou far better/less/worse; bien trop laid/tard much too ugly/late; bien plus riche/cher much ou far richer/more expensive; bien plus, il la vole! not only that, he also takes her money; bien sûr of course; bien entendu or évidemment naturally; bien souvent quite often;5 ( volontiers) j'irais bien à Bali I wouldn't mind going to Bali; j'en prendrais bien un autre I wouldn't mind another; je veux bien t'aider I don't mind helping you; j'aimerais bien essayer I would love to try; je te dirais bien de rester/venir, mais I would ask you to stay/come but; je verrais bien un arbre sur la pelouse I think a tree would look nice on the lawn; je le vois bien habiter à Paris I can just imagine him living in Paris;6 ( malgré tout) il faut bien le faire/que ça finisse it has to be done/to come to an end; il faudra bien s'y habituer we'll just have to get used to it; elle sera bien obligée de payer she'll just have to pay; tu aurais bien pu me le dire you could at least have told me; il finira bien par se calmer he'll calm down eventually;7 ( pour souligner) ça prouve/montre bien que it just goes to prove/show that; j'espère bien que I do hope that; je vois/comprends bien I do see/understand; je sais/crois bien que I know/think that; insiste bien make sure you insist; dis-le lui bien make sure you tell him/her; on verra bien well, we'll see; sache bien que je n'accepterai jamais let me tell you that I will never accept; crois bien que je n'hésiterais pas! you can be sure ou I can assure you that I would not hesitate!; je m'en doutais bien! I thought as much!; je t'avais bien dit de ne pas le manger! I told you not to eat it!; il le fait bien lui, pourquoi pas moi? if he can do it, why can't I?; veux-tu bien faire ce que je te dis! will you do as I tell you!; tu peux très bien le faire toi-même you can easily do it yourself; il se pourrait bien qu'il pleuve it might well rain; que peut-il bien faire à Paris? what on earth can he be doing in Paris?;8 ( réellement) definitely; c'est bien lui/mon sac it's definitely him/my bag, it's him/my bag all right○; j'ai vérifié: il est bien parti I checked, he's definitely gone ou he's gone all right○; c'est bien ce qu'il a dit/vu that's definitely ou exactly what he said/saw; et c'est bien lui qui conduisait? and it was definitely him driving?; il ne s'agit pas d'une erreur, mais bien de fraude it's not a mistake, it's fraud; c'est bien mardi aujourd'hui? today is Tuesday, isn't it?; c'est bien ici qu'on vend les billets? this is where you get tickets, isn't it?; tu as bien pris les clés? are you sure you've got the keys?; est-ce bien nécessaire? is it really necessary?; s'agit-il bien d'un suicide? was it really suicide?; c'est bien de lui! it's just like him!; voilà bien la politique! that's politics for you!; c'est bien le moment! iron great timing!; c'est bien le moment de partir! iron what a time to leave!;9 ( au moins) at least; elle a bien 40 ans she's at least 40, she's a good 40 years old; ça pèse bien dix kilos it weighs at least ten kilos, it weighs a good ten kilos; ça vaut bien le double it's worth at least twice as much;10 ( beaucoup) c'était il y a bien des années that was a good many years ago; bien des fois often, many a time; bien des gens lots of people; il s'est donné bien du mal he's gone to a lot or a great deal of trouble; il s'en faut bien! far from it!; mon fils me donne bien du souci my son is a great worry to me; avoir bien de la chance to be very lucky; je te souhaite bien du plaisir! iron I wish you joy!C nm1 ( avantage) good; pour le bien du pays for the good of the country; pour le bien de tous for the general good; c'est pour ton bien it's for your own good; ce serait un bien it would be a good thing; sacrifier son propre bien à celui d'autrui to put others first; le bien et le mal good and evil; faire le bien to do good; il a fait beaucoup de bien autour de lui he has done a lot of good; ça fait du bien aux enfants/plantes it's good for the children /plants; ça fait/ça leur fait du bien it does you/them good; mon repos m'a fait le plus grand bien my rest did me a world of good; grand bien vous fasse! iron much good may it do you!; vouloir le bien de qn to have sb's best interests at heart; vouloir du bien à qn to wish sb well; ‘un ami qui vous veut du bien’ ( dans une lettre anonyme) ‘from a well-wisher’, ‘one who has your best interests at heart’; dire du bien de qn to speak well of sb; on dit le plus grand bien du maire/musée people speak very highly of the mayor/museum; on a dit le plus grand bien de toi a lot of nice things were said about you; parler en bien de qn to speak favourablyGB of sb; ⇒ ennemi, honneur;2 ( possession) possession; (maison, terres) property; ( domaine) bien(s) estate; ( ensemble des possessions) bien(s) property ¢; ( patrimoine) bien(s) fortune; ( avoirs) biens assets; perdre tous ses bien s dans un incendie to lose all one's possessions in a fire; ce livre est mon bien le plus précieux this book is my most precious possession; les biens de ce monde material possessions; un petit bien en Corse a small property in Corsica; hériter des biens paternels to inherit one's father's property ou estate; dilapider son bien to squander one's fortune; avoir du bien (maisons, terres) to own property; ( argent) to be wealthy; des biens considérables substantial assets; la santé/liberté est le plus précieux des biens you can't put a price on good health/freedom; ⇒ abondance, acquis.D excl1 ( approbatif) bien! voyons le reste good! let's see the rest;E bien que loc conj although, though; bien qu'il le sache although he knows; bien qu'elle vive maintenant en Floride, je la vois régulièrement although she lives in Florida, I see her regularly; il est venu travailler bien qu'il soit grippé he came in to work, although he had flu; bien que très différentes en apparence, les deux œuvres ont des points communs although very different in appearance, the two works have common features; il joue un rôle important bien que discret he plays an important role, albeit a discreet one; ⇒ aussi, ou, si.biens de consommation consumer goods; biens durables consumer durables; biens d'équipement capital goods; biens d'équipement ménager household goods; biens fonciers land ¢; biens immeubles immovables; biens immeubles par destination fixtures; biens immobiliers real estate ¢; biens mobiliers personal property ¢; biens personnels private property ¢; biens propres separate estate (sg); détenir qch en bien s propres to hold sth as separate estate; biens publics public property ¢; biens sociaux corporate assets.[bjɛ̃] adverbe1. [de façon satisfaisante] wellla vis tient bien the screw is secure ou is in tighta. [à la rambarde] hold on tight!b. [sur la chaise] sit properly!c. [à table] behave yourself!2. [du point de vue de la santé]aller ou se porter bien to feel well ou finebien agir envers quelqu'un to do the proper ou right ou correct thing by somebodytu as bien fait you did the right thing, you did righttu fais bien de me le rappeler thank you for reminding me, it's a good thing you reminded me (of it)pour bien faire, nous devrions partir avant 9 h ideally, we should leave before 95. [avec soin]fais bien ce que l'on te dit do exactly ou just as you're toldc'est bien agréable it's really ou very nicetu es bien sûr? are you quite certain ou sure?bien avant/après well before/afterbien trop tôt far ou much too early7. (suivi d'un verbe) [beaucoup]on a bien ri we had a good laugh, we laughed a lot8. [véritablement]j'ai bien cru que... I really thought that...sans bien se rendre compte de ce qu'il faisait without being fully aware of ou without fully realizing what he was doing9. [pour renforcer, insister]ce n'est pas lui, mais bien son associé que j'ai eu au téléphone it wasn't him, but rather his partner I spoke to on the phonec'est bien ça that's it ou rightc'est bien ce que je disais/pensais that's just what I was saying/thinkingje vais me plaindre — je comprends ou pense bien! I'm going to complain — I should think so too!il ne m'aidera pas, tu penses bien! he won't help me, you can be sure of that!c'est bien de lui, ça! that's typical of him!, that's just like him!10. [volontiers]je te dirais bien quelque chose, mais je suis poli I could say something rude but I won'tje boirais bien quelque chose I could do with ou I wouldn't mind a drink11. [au moins] at least12. [exprimant la supposition, l'éventualité]13. [pourtant]14. [suivi d'un nom]bien de, bien des quite a lot ofelle a bien du courage! isn't she brave!, she's got a great deal of courage!bien des fois... more than once...bien des gens lots of ou quite a lot of ou quite a few people15. [dans la correspondance]————————[bjɛ̃] adjectif invariable1. [qui donne satisfaction] goodc'est bien de s'amuser mais il faut aussi travailler it's all right to have fun but you have to work tooje recule? — non, vous êtes bien là (familier) shall I move back? — no, you're all right ou OK ou fine like thatqu'est-ce qu'il est bien dans son dernier film! (familier) he's great ou really good in his new film!a. [cela te sied] you look very nice in a skirtb. [c'est acceptable pour l'occasion] a skirt is perfectly all rightc'est bien [conduite, action]: ce serait bien de lui envoyer un peu d'argent it'd be a good idea to send her some moneyce n'est pas bien de tirer la langue it's naughty ou it's not nice to stick out your tongue4. [en forme] wellb. [mentalement] are you crazy?me/te/nous voilà bien! NOW I'm/you're/we're in a fine mess!5. [à l'aise]6. [en bons termes]se mettre bien avec quelqu'un to get in with somebody, to get into somebody's good books————————[bjɛ̃] nom masculin1. PHILOSOPHIE & RELIGION2. [ce qui est agréable, avantageux]le bien commun ou général the common goodc'est pour le bien de tous/de l'entreprise it's for the common good/the good of the firmdire/penser du bien de to speak/to think well offaire du bien ou le plus grand bien à quelqu'un [médicament, repos] to do somebody good, to benefit somebodyla séparation leur fera le plus grand bien being apart will do them a lot ou a world of goodcette décision a été un bien pour tout le monde the decision was a good thing for all ou everyone concerned[argent] fortunetous mes biens all my worldly goods, all I'm worth5. DROIT & ÉCONOMIEbiens d'équipement capital equipment ou goodsbiens privés/publics private/public property————————[bjɛ̃] interjection2. [marquant l'approbation]je n'irai pas! — bien, n'en parlons plus! I won't go! — very well ou all right (then), let's drop the subject!bien, bien, on y va all right, all right ou OK, OK, let's gobien entendu locution adverbialebien entendu que locution conjonctive————————bien que locution conjonctivebien que malade, il a tenu à y aller although he was ill, he insisted on going————————bien sûr locution adverbiale————————bien sûr que locution conjonctive -
54 dresser
dresser [dʀese]➭ TABLE 11. transitive verba. [+ inventaire, liste, plan, carte] to draw upb. [+ échafaudage, barrière, échelle, lit, tente] to put up• dresser le couvert or la table to lay or set the tablec. [+ tête] to raise• dresser l'oreille or ses oreilles [chien] to prick up its earsd. ( = braquer) dresser qn contre to set sb againste. ( = dompter) [+ animal sauvage] to tame ; [+ jeune cheval] to break (in) ; (pour le cirque) to train2. reflexive verb• se dresser sur ses pattes de derrière [cheval] to rear up ; [autre animal] to stand up on its hind legsb. [oreille] to prick upd. ( = s'insurger) to rise up (contre, face à against)* * *dʀese
1.
1) ( faire obéir) to train [animal]; to break in [cheval]2) ( ériger) to put up [tente, échafaudage, statue]3) ( lever) to raise [tête, queue]dresser l'oreille — [animal] to prick up its ears; fig to prick up one's ears
4) ( établir) to draw up [carte géographique, inventaire, contrat]; to write out [procès-verbal]5) ( installer) to lay, to set [table, piège]; to lay out [buffet]6) ( préparer) Culinaire to garnish [plat]7) ( influencer)
2.
se dresser verbe pronominal1) ( se mettre droit) to stand up2) ( s'insurger)se dresser contre — to rebel against [injustice]
* * *dʀese vt1) (= mettre vertical, monter) [tente] to put up, to erect2) [liste, bilan, contrat] to draw up3) [animal] to trainQuand elle a dit ça, il a dressé l'oreille. — When she said that, he pricked up his ears.
dresser la table — to set the table, to lay the table
* * *dresser verb table: aimerA vtr1 ( faire obéir) to train [animal]; to break in [cheval]; dresser qn to teach sb how to behave; les enfants, on les dresse○! children must be taught how to behave!;2 ( ériger) to put up, to pitch [tente]; to put up [chapiteau]; to put up, to erect [échafaudage, monument, statue];3 ( lever) to raise [tête, queue]; animal qui dresse les oreilles or l'oreille animal that pricks up its ears; dresser l'oreille fig to prick up one's ears;4 ( établir) to draw up [carte géographique, inventaire, liste, bilan, contrat]; to write out [procès-verbal];7 ( influencer) dresser qn contre to set sb against.B se dresser vpr1 ( se mettre droit) le chien se dressa sur ses pattes de derrière the dog stood up on its hind legs; se dresser sur la pointe des pieds to stand on tiptoe; ⇒ ergot;3 ( s'élever) [statue, estrade, obstacle] to stand; ( dominer) [tour, clocher] to tower up; la montagne se dresse à l'horizon the mountain towers up on the horizon.[drese] verbe transitif1. [ériger - mât, pilier] to put up (separable), to raise, to erect ; [ - statue] to put up (separable), to erect ; [ - tente, auvent] to pitch, to put up (separable)2. [construire - barricade, échafaudage] to put up (separable), to erect ; [ - muret] to erect, to builddresser des obstacles devant quelqu'un to put obstacles in somebody's way, to raise difficulties for somebody3. [installer - autel] to set up (separable)dresser le couvert ou la table to lay ou to set the tabledresser les oreilles [suj: chien] to prick up ou to cock its earsdresser l'oreille [suj: personne] to prick up one's ears5. [dompter - fauve] to tame ; [ - cheval sauvage] to break in (separable) ; [ - cheval de cirque, chien de garde] to trainje vais le dresser, moi! I'll make him toe the line!7. [établir - liste, inventaire] to draw up (separable), to make out (separable) ; [ - bilan] to draw up, to prepare8. [opposer]dresser quelqu'un contre quelqu'un/quelque chose to set somebody against somebody/something————————se dresser verbe pronominal intransitif2. [oreille de chien] to prick up[dominer] to tower————————se dresser contre verbe pronominal plus prépositionto rise up ou to rebel against -
55 din cap până în picioare
from head to footfrom top / tip to toefrom hat to shoeat every poreînv. from face to foot.Română-Engleză dicționar expresii > din cap până în picioare
-
56 din creştet până-n tălpi
from top to toeînv. from face to footRomână-Engleză dicționar expresii > din creştet până-n tălpi
-
57 da
prep stato in luogo atmoto da luogo frommoto a luogo totempo sinceviene da Roma he comes from Romesono da mio fratello I'm at my brother's (place)ero da loro I was at their placepasso da Firenze I'm going via Florencevado dal medico I'm going to the doctor'sda ieri since yesterdayda oggi in poi from now on, starting from todayda bambino as a childI'ho fatto da me I did it myselfqualcosa da mangiare something to eatfrancobollo da 1000 lire 1000 lire stampdai capelli grigi with grey hair* * *da prep.1 ( moto da luogo, origine, provenienza) from (anche fig.): da dove vieni?, where do you come from? (o where are you from?); l'aereo da Roma arriva alle 7.50, the plane from Rome arrives at 7.50; da che binario parte il treno per Parigi?, which platforms does the Paris train leave from?; vengo adesso dall'ospedale, I've just come from the hospital; sostammo a Roma e da lì proseguimmo per Napoli, we called at Rome and from there went on to Naples; si sono trasferiti da Milano a Firenze, they moved from Milan to Florence; la macchina veniva da destra, the car was coming from the right; ''Da dove provenivano gli spari?'' ''Dall'interno dell'edificio'', ''Where did the shots come from?'' ''From inside the building''; la porta si apriva dall'esterno, the door opened from the outside // fuori da, ( moto da luogo) out of; ( stato in luogo) outside: guardava ( fuori) dalla finestra, she was looking out of the window; tolse dalla tasca il portafoglio, he took his wallet out of his pocket; c'era una gran folla fuori dal teatro, there was a big crowd outside the theatre // Sant'Antonio da Padova, St. Anthony of Padua; Francesca da Rimini, Francesca of Rimini // da... a, from... to; la catena appenninica attraversa l'Italia da nord a sud, the Apennines cross Italy from north to south; contare da 1 a 100, to count from 1 to 100; dalla A alla Z, from A to Z2 ( distanza, separazione, distacco) from (anche fig.): da qui al mare c'è mezzora di macchina, it takes half an hour by car from here to the coast; Firenze dista da Roma circa 300 chilometri, Florence is about 300 kilometres from Rome; le Alpi separano l'Italia dalla Francia, the Alps separate Italy from France; vive separato dalla famiglia, he lives apart from his family; non riuscivano a staccarlo da sua madre, they were unable to get him away from his mother3 ( allontanamento, assenza) away (from): la prossima settimana sarò via da Milano per affari, next week I shall be away from Milan on business; era assente da scuola per malattia, she was away from school due to illness; non ama stare lontano da casa, he doesn't like being away from home; tenetevi lontano dai binari, keep away from the railtracks4 ( moto a luogo) to: porteremo i bambini dai nonni per Natale, we'll take the children to their grandparents' for Christmas; venite da noi a colazione?, will you come to us for lunch?; devo andare dal dentista alle 3, I have to go to the dentist's at 3 o'clock5 ( stato in luogo) at: dal macellaio, dal parrucchiere, at the butcher's, at the hairdresser's; è da sua madre in questo momento, she's at her mother's now; mi fermerò a dormire da un amico, I'm going to stay at a friend's house; abbiamo cenato da Mario, we had dinner at Mario's // si veste da Dior, she is dressed by Dior (o she wears Dior clothes) // da noi si usa così, we do it this way6 ( moto per luogo) through: se passi da Bergamo, vieni a trovarci, if you're passing through Bergamo, come and see us; non trovavo le chiavi e sono entrato dalla finestra, I could not find my keys so I got in through the window; l'acqua è filtrata dal tetto, water leaked through the roof; il pianoforte non passa dalla porta, the piano won't go through the door; entra aria dalle fessure, there's a draught coming in through the cracks7 ( agente, causa efficiente, con il verbo al passivo) by: la città fu completamente distrutta dal terremoto, the town was completely destroyed by the earthquake; essere colpito da virus, to be infected by a virus; 'Marcovaldo' è stato scritto da Calvino, 'Marcovaldo' was written by Calvino; il progetto sarà realizzato da architetti italiani, the plan will be carried out by Italian architects8 ( causa) for, with: tremare dal freddo, to shiver with cold; era pallido dalla paura, he was pale with fear; fare i salti dalla gioia, to jump for joy; non riusciva a tenere gli occhi aperti dal sonno, she couldn't keep her eyes open for tiredness9 ( durata nel tempo) for: vivo a Palermo da oltre un anno, I've been living in Palermo for over a year; ''Da quanto tempo studi il tedesco?'' ''Da sei mesi'', ''How long have you been studying German?'' ''For six months''; lo aspetto da due ore, I've been waiting for him for two hours; lo conosco da vent'anni, I've known him for twenty years; non piove da parecchi mesi, it hasn't rained for several months; Cara Lucia, scusa se non ti scrivo da tanto tempo..., Dear Lucy, sorry I haven't written for so long... // da secoli, da un'eternità, for ages10 ( decorrenza) since ( riferito al tempo passato); (as) from ( riferito al presente o al futuro): insegna dal 1980, he has been teaching since 1980; sono passati più di due secoli dalla Rivoluzione Francese, over two centuries have passed since the French Revolution; da prima della guerra, since before the war; da allora, since then; lavoro dalle otto di stamattina, I've been working since 8 o'clock this morning; non mangia da ieri, he hasn't eaten since yesterday; è da Natale che non abbiamo sue notizie, we haven't heard from him since Christmas; da quel giorno non ci siamo più visti, we haven't seen each other since that day; dall'ultima sua telefonata sono passati due mesi, it's two months since she last phoned; da quando è rimasto senza lavoro, non è più lui, he hasn't been the same since he lost his job; dal primo di luglio, il mio indirizzo sarà..., as from July 1st, my address will be...; da aprile a settembre..., from April to September...; qui le rose fioriscono da maggio a novembre, roses bloom here from May to November // da ieri, since yesterday // da oggi in poi, from today onwards // ( a partire) da domani, (as) from tomorrow // sin dalla sua infanzia, since (s)he was a child // a tre giorni dal suo arrivo, three days after his arrival // cieco dalla nascita, blind from birth11 ( modo) like: comportati da uomo, behave like a man; vivere da re, to live like a king; ti ho trattato da amico, I've treated you like a friend; ha agito da perfetto mascalzone, he behaved like a real scoundrel; da buon italiano, adora gli spaghetti, like a true Italian, he loves spaghetti // non è da te arrendersi al primo insuccesso, it's unlike you to give up so easily12 ( stato, condizione) as: da bambino, as a child; ti parlo da medico, I'm talking to you as a doctor; da giovane, as a young man; lasciamoci da buoni amici, let's part as friends // che cosa farai da grande?, what are you going to be, when you grow up?13 ( qualità, caratteristica, valore): un francobollo da 0,62 euro, a 62 euro cent stamp; una banconota da 5 euro, a five-euro note; un brillante da 100.000 euro, a 100,000-euro diamond; una lampadina da 40 watt, a 40-watt light bulb; una domanda da un milione di dollari, a million-dollar question; un palazzo dalla facciata neo-classica, a building with a neo-classical façade // è un uomo da poco, he isn't worth much // una faccia da schiaffi, a brazen face14 ( uso, determinazione, scopo): rete da pesca, fishing net; occhiali da sole, sunglasses; ferro da stiro, iron; spazzolino da denti, toothbrush; carta da macero, scrap paper; macchina da scrivere, typewriter ∙ Come si nota dagli esempi, nei significati 13 e 14 sono spesso usate forme aggettivali in luogo del compl. introdotto dalla prep. da16 ( per indicare trasformazione, mutamento) from: passare dallo stato liquido allo stato gassoso, to change from the liquid phase to the gaseous phase; da impiegato è diventato dirigente, from being an ordinary employee he has become a director; da piccola azienda sono diventati un complesso industriale a livello mondiale, from small beginnings they have become a worldwide organization; sfumature dal rosso all'arancio, shades from red to orange17 (con valore consecutivo, spesso in correlazione con così, tanto, talmente): non è tipo da arrendersi facilmente, he isn't the sort to give up easily; non sarai tanto sciocco da rifiutare una simile offerta!, you won't be so silly as to refuse such an offer, will you?; erano così assorti nel gioco da non accorgersi della nostra presenza, they were so wrapped up in their game that they didn't notice we were there18 ( secondo, in base a) by, from: l'ho riconosciuto dalla voce, I recognized him by his voice; da un'attenta analisi è risultato che..., from a careful analysis it turns out that...; da quello che si legge sui giornali..., from what you read in the newspapers...19 (seguito da un verbo all'inf., per esprimere fine, necessità o dovere) to (+ inf.): vorrei un bel libro da leggere, I'd like a good book to read; avete camere da affittare?, have you any rooms to let?; vuoi qualcosa da bere?, will you have something to drink?; non c'è un attimo da perdere, there isn't a moment to lose; hai molto da fare?, have you much to do?; era un rischio da correre, it was a risk we had to run // una commedia ( tutta) da ridere, a hilarious comedy.◆ FRASEOLOGIA: da parte, aside (o apart) // da capo → daccapo // da capo a piedi, from head to toe // dall'inizio alla fine, from start to finish // dal primo all'ultimo, from first to last // dall'inizio, from the beginning // da basso, downstairs // da dentro, from within // da fuori, from outside // da lontano, from afar // da vicino, from nearby // copia dal vero, real life copy // da solo, da sé, by oneself // chi fa da sé fa per tre, (prov.) if you want a job doing, do it yourself.* * *[da]1) (moto da luogo, origine, provenienza, distanza) fromviene, arriva da Taiwan — he's from Taiwan
dalla finestra si vede... — from the window, one can see...
2) (moto per luogo) throughper andare a Roma passo da Firenze — to get to Rome, I go via o by o through Florence
3) (stato in luogo) atda qcn. — (a casa di) at sb.'s (place)
dal dottore, dal barbiere — at the doctor's, barber's
"da Mario" — (su un'insegna) "Mario's"
5) (tempo) (inizio) sinceabito qui dal 1° maggio — I've been living here since 1 t May
6) (tempo) (durata) for7) da... a from... to8) (complemento d'agente, di causa efficiente, mezzo) by9) (causa) with, for10) (fine, scopo, utilizzo)11) (valore, misura)12) (qualità)un uomo dai capelli scuri, dagli occhi verdi — a dark-haired, green-eyed man, a man with dark hair, green eyes
13) (come) like; (nella funzione di, con il ruolo di) asnon è da lui — it's not like him o unlike him
14) (limitazione) indare da bere a qcn. — to give sb. a drink
* * *da/da/1 (moto da luogo, origine, provenienza, distanza) from; il treno da Roma the train from Rome; da dove vieni? where are you from? viene, arriva da Taiwan he's from Taiwan; dalla finestra si vede... from the window, one can see...; arrivare da destra to come from the right; non è lontano da qui it's not far from here; a due chilometri dal mare two kilometres from the seaside2 (moto per luogo) through; passare da Milano to pass through Milan; per andare a Roma passo da Firenze to get to Rome, I go via o by o through Florence; passare dalla finestra to pass through the window3 (stato in luogo) at; da qcn. (a casa di) at sb.'s (place); dal dottore, dal barbiere at the doctor's, barber's; "da Mario" (su un'insegna) "Mario's"5 (tempo) (inizio) since; da allora since then; sono qui da lunedì I've been here since Monday; abito qui dal 1° maggio I've been living here since 1st May; da quando siamo arrivati ever since we arrived6 (tempo) (durata) for; da due ore for two hours; studio inglese da due anni I've studied English for two years; non si vedevano da 6 anni they hadn't seen each other for 6 years7 da... a from... to; da destra a sinistra from right to left; da martedì a sabato from Tuesday to Saturday; lavorare dalle 9 alle 5 to work from 9 till o to 58 (complemento d'agente, di causa efficiente, mezzo) by; scritto da Poe written by Poe; rispettato da tutti respected by all; la riconosco dalla camminata I know her by her walk9 (causa) with, for; tremare dal freddo to shiver with cold; sbellicarsi dalle risa to scream with laughter; saltare dalla gioia to jump for joy11 (valore, misura) una banconota da dieci sterline a ten-pound note; una lampadina da 60 watt a 60-watt light bulb12 (qualità) un uomo dai capelli scuri, dagli occhi verdi a dark-haired, green-eyed man, a man with dark hair, green eyes13 (come) like; (nella funzione di, con il ruolo di) as; te lo dico da amico I'll tell you as a friend; travestirsi da pirata to dress up as a pirate; comportarsi da vigliacco to act like a coward; non è da lui it's not like him o unlike him; da bambino giocavo a calcio when I was a child I used to play football14 (limitazione) in; cieco da un occhio blind in one eye15 (davanti a verbo all'infinito) non ho più niente da dire I have nothing more to say; c'è ancora molto da fare a lot remains to be done; la casa è da affittare the house is to let; dare da bere a qcn. to give sb. a drink16 (con valore consecutivo) essere così ingenuo da fare to be foolish enough to do; saresti così gentile da fare would you be so kind as to do.\See also notes... (da.pdf) -
58 martello
"hammer;Fallhammer;martelo de queda"* * *m hammermartello pneumatico pneumatic drill* * *martello s.m.1 hammer: martello ad aria compressa, pneumatic hammer; martello da aggiustatore, fitter's hammer; martello da bugnatura, stonemason's hammer; martello da calderaio, boilermaker's hammer; martello da falegname, claw hammer; martello da geologo, pick hammer; martello da tagliapietre, stonemason's hammer; martello da vetraio, glazier's hammer; (miner.) martello perforatore, pneumatico, hammer drill (o spec. amer. jackhammer); bocca del martello, face of the hammer; colpo di martello, hammer blow; piantare un chiodo a colpi di martello, to hammer in a nail // (med.) dito a martello, hammer-toe // essere tra l'incudine e il martello, (fig.) to be between the devil and the deep blue sea // suonare a martello, to sound the alarm2 (di orologio) striker; (di battente) knocker3 (anat.) (dell'orecchio interno) malleus*, hammer4 ( sport) hammer: lancio del martello, (throwing) the hammer5 (zool.) pesce martello, hammer-fish, hammer-head (shark)6 (st. mil.): martello d'arme, ferrato, martel; torre martello, martello tower.* * *[mar'tɛllo]sm(gen) Sport, Anat hammerbattere col martello — to hit with a hammer, hammer
lancio del martello Sport — hammer throw
suonare a martello — (fig : campane) to sound the tocsin
* * *[mar'tɛllo]sostantivo maschile1) (di falegname) hammer; (di banditore, giudice, presidente) gavel2) sport hammer3) anat. hammer4) (allarme)•martello pneumatico — hammer o pneumatic drill, jackhammer
••essere tra l'incudine e il martello — to be caught between the devil and the deep blue sea o between a rock and a hard place
* * *martello/mar'tεllo/sostantivo m.1 (di falegname) hammer; (di banditore, giudice, presidente) gavel2 sport hammer; lanciare il martello to throw the hammer3 anat. hammer4 (allarme) suonare a martello to ring the tocsinessere tra l'incudine e il martello to be caught between the devil and the deep blue sea o between a rock and a hard place\martello pneumatico hammer o pneumatic drill, jackhammer. -
59 пята
(арки, свода) abutment, anvil, bottom, cushion, ( арки или свода) skewback, foot, ( остряка) heel ж.-д., ( арки) impost, vertical journal, pivot, bearing plate, runner, sole, toe* * *пята́ ж.
thrust [end] journal, pivotгидравли́ческая пята́ ( центробежной машины) — balancing ring, balancing faceпло́ская пята́ — flat thrust journalпята́ плоти́ны, напо́рная — heel of a damпята́ сво́да горн. — skew backпята́ трубы́ — haunchingшарова́я пята́ — spherical [ball] pivot -
60 uma|zać
pf (umażę) Ⅰ vt to smear, to soil- umazał sobie ręce atramentem he stained his hands with ink- czyszcząc komin, umazał sobie twarz sadzą he soiled his face with soot while cleaning the chimney ⇒ mazaćⅡ umazać się to get soiled- cały umazał się smarem he got all smeared with grease- umazał się błotem od stóp do głów he muddied himself from head to toe- podczas malowania obrazka umazał się farbą he got paint all over himself while painting a picture ⇒ mazać sięThe New English-Polish, Polish-English Kościuszko foundation dictionary > uma|zać
См. также в других словарях:
Toe the line — is an idiomatic expression with disputed origins. It is often equated to toe the mark, which has the same meaning: to conform to a rule or a standard. One documented origin of the phrase is as an athletics analogy that originated in the early… … Wikipedia
Toe — This article is about the body part. For other uses, see Toe (disambiguation). Ring toe redirects here. For the ring designed to be worn on a toe, see Toe ring. Toes Toes on the foot. The innermost toe (bottom left in image), which is normally… … Wikipedia
Toe Tags (CSI) — Infobox Television episode| Title= Toe Tags Series= Season = 7 Episode = 3 Guests= Airdate = October 5, 2006 Production = Writer = Allen MacDonald Carol Mendelsohn Richard Catalani Douglas Petrie Director = Jeffrey Hunt Season list = CSI season 7 … Wikipedia
Face the Nation (Kid 'n Play album) — Infobox Album Name = Face the Nation Type = album Artist = Kid n Play Released = September 24, 1991 Recorded = 1990 Genre = Hip Hop Length = 49:44 Label = Select/Elektra Records 61206 Producer = Eric Quicksilver Johnson Christopher Play Martin… … Wikipedia
toe of weld — Junction of the face of the weld and the base metal … Dictionary of automotive terms
toe piling — noun : sharpened poles driven next to the upstream face of the mudsills of a dam to prevent water from getting under the foundations … Useful english dictionary
What's Her Face (doll) — line of Barbie related dolls. Several fashion, wig, and activity packs were also released for the What s Her Face line. Features What s Her Face is approximately 9.5 tall. A What s Her Face Doll s most recognizable feature is her lack of facial… … Wikipedia
To the face — To To (?, emphatic or alone, ?, obscure or unemphatic), prep. [AS. t[=o]; akin to OS. & OFries. t[=o], D. toe, G. zu, OHG. zuo, zua, z[=o], Russ. do, Ir. & Gael. do, OL. do, du, as in endo, indu, in, Gr. ?, as in ? homeward. [root]200. Cf. {Too} … The Collaborative International Dictionary of English
Quarter face — Quarter Quar ter (kw[aum]r t[ e]r), n. [F. quartier, L. quartarius a fourth part, fr. quartus the fourth. See {Quart}.] 1. One of four equal parts into which anything is divided, or is regarded as divided; a fourth part or portion; as, a quarter… … The Collaborative International Dictionary of English
Field hockey stick — In Field hockey, each player carries a stick and cannot take part in the game without it. The stick is usually between 36 and 38 long (but this is not defined or restricted)and traditionally made of wood but now almost all the more expensive… … Wikipedia
Canadiens de Montréal — Pour les articles homonymes, voir Canadien. Canadiens de Montréal … Wikipédia en Français