-
1 gezichtsvermogen
n. eyesight -
2 nevelbeeld
n. mirage, trick of eyesight; looming -
3 nyctalopie
n. nyctalopia, night blindness, abnormally poor eyesight in darkness -
4 goede ogen hebben
goede ogen hebbenhave good eyes/eyesightVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > goede ogen hebben
-
5 herkrijgen
♦voorbeelden:1 zijn gezichtsvermogen herkrijgen • regain/recover one's eyesightzijn rechten herkrijgen • regain one's rights -
6 mijn ogen worden minder
mijn ogen worden minderVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > mijn ogen worden minder
-
7 minder
minder13 [geringer van betekenis] minor4 [slechter] worse♦voorbeelden:ik doe het niet voor minder • I won't do it for lesshet niet met minder (willen) doen • refuse to do with less4 het is/smaakt er niet minder om • it is/tastes none the worse for itmijn ogen worden minder • my eyesight is failinghet wordt minder met de omzet/service/kwaliteit • the turnover/service/quality gets worseII 〈 bijwoord〉1 [van graad/wijze/modaliteit] less♦voorbeelden:minder gaan roken • cut down on smokinghet zijn minder de commentaren dan de sensatieverhalen die de aandacht trekken • it is the sensational stories rather than the comments that attract the attentionhoe minder erover gezegd wordt, hoe beter • the less said about it the betterkan het wat minder? • keep it down, please!————————minder2〈 telwoord〉♦voorbeelden:hij heeft niet veel geld, maar nog minder verstand • he has little money and even less intelligencedat is er weer één minder • that'll be one lesshet is iets minder, mag dat? • it's a little less, is that all right?niets minder dan dat • nothing less than thatin minder dan geen tijd was hij terug • he was back in less than no timevijf minuten meer of minder • give or take five minutesgroepen van negen en minder • groups of nine and underin minder dan twee weken na hun huwelijk • within two weeks of their weddingniemand minder dan … • none other than …net iets minder dan 100 gulden/30 seconden • just under a hundred guilders/30 secondsniet minder dan 300 mensen • no less than 300 peopleweinig minder dan • something/little short of -
8 oog
1 [gezichtsorgaan, ook figuurlijk] eye4 [opening] eye5 [met betrekking tot kledingstukken] eye(let)7 [plantkunde] eye♦voorbeelden:een blauw oog • a black eyegoede ogen hebben • have good eyes/eyesighteen lui oog • a lazy/wandering eyezijn ogen bederven • ruin one's eyesgeen oog dichtdoen • not sleep a winkzijn ogen geloven/vertrouwen • believe/trust one's eyeshij had alleen oog voor haar • he only had eyes for herheb jij geen ogen? • haven't you got eyes in your head?ogen hebben van voren en van achteren • have eyes in the back of one's head〈 figuurlijk〉 dat heeft mij de ogen geopend • that opened my eyes/was an eye-opener for mezij maakte haar ogen op • she made up her eyesde ogen sluiten voor iets • close one's eyes to somethingzijn ogen uitkijken (aan iets) • stare one's eyes out (on something)iemand de ogen uitsteken • make someone jealous/green with envyzich de ogen uitwrijven • rub one's eyesaan één oog blind • blind in one eyeiemand iets onder vier ogen zeggen • say something to someone in privateik kan niet meer uit mijn ogen zien (van vermoeidheid) • I can't keep my eyes open (any more)〈 figuurlijk〉 kun je niet uit je ogen kijken? • can't you look where you're going?voor iemands ogen • in front of someone's (very) eyeszijn ogen de kost geven • take it all inzijn ogen zijn groter dan zijn maag • his eyes are bigger than his stomachzijn ogen in zijn zak hebben • not use one's eyes〈 spreekwoord〉 oog om oog, tand om tand • an eye for an eye, a tooth for a toothmet een scheef oog kijken naar • look askance atzij kon haar ogen niet van hem afhouden • she couldn't take/keep her eyes off himzijn ogen laten gaan over • run one's eye overmet de ogen verslinden • devour with one's eyeseen gevaar onder ogen zien • recognise a dangeronder het waakzame oog van • under the watchful eye of(zo) op het oog • on the face of itiets/iemand op het oog hebben • 〈 figuurlijk, denken aan〉 have something/someone in mind, have one's eye on something/someone〈 figuurlijk〉 iets voor ogen houden • keep/bear something in mindzijn oog viel op haar • his eye fell on her3 aan het oog onttrokken • hidden/concealed from view/sightzo ver het oog reikt • as far as the eye can seein het oog lopen/springen • catch the eyein het oog lopend • conspicuous, noticeablein het oog krijgen • catch sight ofuit mijn ogen! • get out of my sight!uit het oog raken • disappear from sightiets uit het oog verliezen • lose sight of something〈 spreekwoord〉 uit het oog, uit het hart • out of sight, out of mindin hun ogen betekent hij niet veel • he doesn't amount to much in their eyesoog in oog staan met • come face to face within mijn ogen • in my opinion/view -
9 slechtziend zijn
slechtziend zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > slechtziend zijn
-
10 slechtziend
-
11 zijn gezichtsvermogen herkrijgen
zijn gezichtsvermogen herkrijgenregain/recover one's eyesightVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn gezichtsvermogen herkrijgen
См. также в других словарях:
Eyesight — Eye sight , n. Sight of the eye; the sense of seeing; view; observation. [1913 Webster] Josephus sets this down from his own eyesight. Bp. Wilkins. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
eyesight — (n.) c.1200, from EYE (Cf. eye) (n.) + SIGHT (Cf. sight) (n.) … Etymology dictionary
eyesight — [n] vision optics, perceiving, perception, range of view, seeing, sight, view; concept 629 … New thesaurus
eyesight — ► NOUN ▪ a person s ability to see … English terms dictionary
eyesight — [ī′sīt΄] n. 1. the power of seeing; sight; vision 2. the range of vision … English World dictionary
eyesight — noun ADJECTIVE ▪ excellent, good, keen ▪ Sharks have excellent eyesight. ▪ bad, failing, poor ▪ Fai … Collocations dictionary
eyesight — eye|sight [ˈaısaıt] n [U] your ability to see poor/good/failing etc eyesight ▪ Eagles have very keen eyesight. ▪ He had a problem with his eyesight … Dictionary of contemporary English
eyesight — n. keen; poor, weak eyesight * * * [ aɪsaɪt] poor weak eyesight keen … Combinatory dictionary
eyesight — eye|sight [ aı,saıt ] noun uncount the ability to see: My eyesight is really bad. Reading in poor light can damage your eyesight … Usage of the words and phrases in modern English
eyesight — [[t]a͟ɪsaɪt[/t]] N UNCOUNT: usu supp N Your eyesight is your ability to see. He suffered from poor eyesight and could no longer read properly … English dictionary
eyesight — UK [ˈaɪˌsaɪt] / US noun [uncountable] the ability to see My eyesight is really bad. Reading in poor light can damage your eyesight … English dictionary