-
1 uitzetten
v. expand, dilate, put out, fill out, plant out, post, evict, launch, place, plump, set, bulb -
2 eruit zetten
eruit zetteneject, evict, throw out -
3 iemand uit zijn huis verwijderen
iemand uit zijn huis verwijderenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand uit zijn huis verwijderen
-
4 iemand uit zijn woning zetten
iemand uit zijn woning zettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand uit zijn woning zetten
-
5 onteigenen
1 [met betrekking tot zaken] expropriate♦voorbeelden:1 deze huizen zijn door de gemeente onteigend • these houses have been compulsorily purchased by the council -
6 verwijderen
1 [verder plaatsen; wegnemen] remove♦voorbeelden:1 niet verwijderen! • do not remove!een gezwel/blindedarm operatief verwijderen • surgically remove a tumour/an appendixiemand met geweld verwijderen • remove someone forciblyiemand uit zijn huis verwijderen • evict someonevrienden van zich verwijderen • alienate friends (from oneself)iemand van het veld verwijderen • send someone off (the field)II 〈wederkerend werkwoord; zich verwijderen〉♦voorbeelden:1 de politie gelastte de demonstranten zich te verwijderen • the police ordered the demonstrators to leavezich verwijderende voetstappen • receding footstepszich van elkaar verwijderen • drift apartzich van iemand/iets verwijderen • move away from someone/something -
7 woning
2 [hol] habitat♦voorbeelden:1 de ouderlijke woning verlaten • leave the parental home/nesteen woning toegewezen krijgen • be allotted a houseiemand uit zijn woning zetten • evict someone -
8 zetten
1 [doen zitten] seat3 [bepalen] set6 [met kracht beginnen] set to7 [opwekken] set9 [zijn vaste vorm krijgen] set♦voorbeelden:zich aan tafel zetten • sit down at tableeruit zetten • eject, evict, throw outalle conventies opzij zetten • set aside all conventions, be unconventionalzet je auto aan de kant • pull up at the sideiemand achter de tralies zetten • put someone behind barseen edelsteen in goud zetten • set a jewel in goldhet eten op tafel zetten • serve dinnereen schip op het land zetten • run a ship ashoreeen ladder tegen de muur zetten • set a ladder against a wallzet dat maar uit je hoofd! • get that out of your headiemand uit een vereniging zetten • drop someone from a clubin elkaar zetten • 〈 machine〉 fit/put together, assemble something; 〈 vlug of slordig〉 knock together; 〈 plannetje〉 contrive, think uphet op een lopen zetten • (make a) run for ithet op een zuipen zetten • hit the bottle10 letters zetten • compose/set typehet zetten • typesetting, composingik zet er vijf pond op (dat) • I bet you five pounds (that)¶ zet de muziek harder/zachter • turn up/down the musicdat kan zij niet zetten • she can't stomach thatzich ergens toe zetten • put one's mind to something
См. также в других словарях:
evict — /i vikt/ vt [Medieval Latin evictus, past participle of evincere to recover (property) by legal process, from Latin, to vanquish, regain possession of]: to put (a tenant) out of property by force, by virtue of a paramount title, or esp. by legal… … Law dictionary
evict — e‧vict [ɪˈvɪkt] verb [transitive] LAW to legally force someone to leave the house they are living in or land they are living on: • They were evicted from their home for not paying the rent. eviction noun [countable, uncountable] : • Foreclosure… … Financial and business terms
Evict — E*vict , v. t. [imp. & p. p. {Evicted}; p. pr. & vb. n. {Evicting}.] [L. evictus, p. p. of evincere to overcome completely, evict. See {Evince}.] 1. (Law) To dispossess by a judicial process; to dispossess by paramount right or claim of such… … The Collaborative International Dictionary of English
evict — evict; evict·ee; … English syllables
evict — mid 15c., recover (property) by judicial means, from L. evictus, pp. of evincere recover property, overcome and expel, conquer, from ex out (see EX (Cf. ex )) + vincere conquer (see VICTOR (Cf. victor)). Sense of expel by legal process first… … Etymology dictionary
evict — *eject, oust, expel, dismiss Analogous words: *exclude, eliminate, shut out: reject, repudiate, spurn (see DECLINE): *dismiss, fire, cashier, discharge … New Dictionary of Synonyms
evict — [v] throw out from residence boot out*, bounce*, chase, dislodge, dismiss, dispossess, eject, expel, extrude, force out, heave ho*, kick out*, oust, out, put out, remove, send packing*, show out, show the door*, shut out, toss out on ear*, turn… … New thesaurus
evict — ► VERB ▪ expel (someone) from a property, especially with the support of the law. DERIVATIVES eviction noun. ORIGIN from Latin evincere overcome, defeat … English terms dictionary
evict — [ē vikt′, ivikt′] vt. [ME evicten < L evictus, pp. of evincere, EVINCE] to remove (a tenant) from leased premises by legal procedure, as for failure to pay rent SYN. EJECT eviction n … English World dictionary
evict — verb ADVERB ▪ forcibly ▪ unlawfully (esp. BrE) VERB + EVICT ▪ attempt to, seek to, try to, want to … Collocations dictionary
evict — v. (D; tr.) to evict from * * * [ɪ vɪkt] (D; tr.) to evict from … Combinatory dictionary