-
1 ere
-
2 honor ceremony
ere ceremonie -
3 the honor of the first kick
ere-schop (het eerste schop van het spel,een schop die door een eregast gegeven wordt) -
4 Labour Day
n. Dag van de Arbeid, openbare jaarlijkse vakantiedag ter ere van arbeiders en werk op de eerste maandag in september in Canada en de Verenigde Staten; openbare jaarlijkse vakantiedag ter ere van arbeiders in speciale landen op 1 MeiLabour Day -
5 credit
n. krediet, afbetaling; vertrouwen; recht, voorrecht; waardering; eer; in zijn voordeel--------v. geloven; crediterencredit1[ kreddit]♦voorbeelden:1 krediet3 tegoed ⇒ spaarbanktegoed, positief saldo♦voorbeelden:1 unlimited credit • onbeperkt/blanco kredietbuy on credit • op krediet/afbetaling kopen2 eer ⇒ lof, verdienste3 krediet(waardigheid) ⇒ solventie, goede naam♦voorbeelden:do you give credit to that story? • hecht jij enig geloof aan dat verhaal?lend credit to • bevestigen, geloofwaardig maken2 it does you credit, it is to your credit, it reflects credit on you • het siert je, het strekt je tot eerhe took the credit for it • hij ging met de eer strijkenthey have 30 albums to their credit • ze hebben 30 elpees op hun naamIV 〈 meervoud〉————————credit2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:2 credit an amount to someone/to someone's account, credit someone with an amount • iemand voor een bedrag crediteren -
6 devil
n. duivel; geest, spook--------v. lastig vallen, martelendevil1[ devl]I 〈eigennaam; voornamelijk Devil; the〉1 duivel2 man/jongen ⇒ donder, kerel♦voorbeelden:devil take the hindmost • ieder voor zich en God voor ons allenthe devil's own luck • geweldige mazzelbe a devil • kom op, spring eens uit de band〈 slang〉 go to the devil! • loop naar de bliksem!there'll be the devil to pay • dan krijgen we de poppen aan het dansenthe devil you will/can • jazeker welthe devil he won't/can't • om de dooie dood nietwhat/where/who the devil • wat/waar/wie voor de duivel(work) like a devil • (zich) uit de naad (werken)a/the devil of an undertaking • een helse klusour John is a devil with the ladies • onze John is een grote versierder→ deep deep/————————devil2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 pittig gekruid grillen/peperen -
7 give credit where credit is due
-
8 give the devil his due
iemand geven wat hem toekomt -
9 grandstand
adj. (hoofd/ere)tribune--------n. (overdekte) tribune--------v. vor de tribune/op het publiek spelen, iets doen dat het publiek aantrekt en tot applaus leidt (over het algemeen betreffende politici die voor publiek en toespraak houden)grandstand1 (hoofd/ere)tribune -
10 honour
n. eer, eerbied, respect, goede reputatie; integriteit, eerlijkheid; beloning, bekroning, gift; privilege; trots, eer--------v. respect betonen; respecteren, waarderen; bekronen; prijzen; accepteren; een belofte standhouden, respect betonen; respecteren, waarderen; belonen, prijzen; accepteren; belofte waarmakenhonour1♦voorbeelden:she's an honour to her parents • zij strekt haar ouders tot eer1 eer ⇒ hulde, aanzien, reputatie♦voorbeelden:debt of honour • ereschulddo honour to someone, do someone honour • iemand eer bewijzenit does him honour, it is to his honour • het strekt hem tot eerdo someone the honour of visiting him/of a visit • iemand met een bezoek vererenhave the honour to/of • de eer hebben omput someone on his honour • iemand vertrouwenin honour of • ter ere vanin honour bound, on one's honour • moreel verplicht(up)on my honour • op mijn erewoord♦voorbeelden:————————honour21 eren ⇒ in ere houden, eer bewijzen♦voorbeelden: -
11 in honour of
-
12 justice
n. rechtvaardigheid; eerlijkheid; wet; rechtszaak; rechter[ dzjustis]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; vaak Justice〉1 rechter♦voorbeelden:2 gerecht ⇒ rechtspleging, justitie♦voorbeelden:1 do justice (to) • recht doen/laten wedervarendo justice to oneself, do oneself justice • zich (weer) waarmaken, aan de verwachtingen voldoento do him justice • ere wie ere toekomtthey did justice to the meal • ze deden de maaltijd eer aanin justice to • om billijk te zijn tegenoverbring someone to justice • iemand voor het gerecht brengen -
13 to do him justice
-
14 upon my word
-
15 word
n. woord; spraak; kort gesprek; belofte; bevel; slagwoord; wachtwoord; leuze; parool; inlichting--------v. formuleren; onder woorden brengen; zich uitdrukken; woorden kiezenword1[ wə:d]1 woord 〈 ook computer〉 ⇒ 〈 bij uitbreiding〉 (gesproken) uiting; 〈 meervoud〉 tekst, woorden 〈 van liedje〉3 (macht/wacht)woord ⇒ bevel♦voorbeelden:1 word of command • commando, bevelhave a word in someone's ear • iemand iets toefluisterenby word of mouth • mondelingput words in(to) someone's mouth • iemand woorden in de mond leggentake the words out of someone's mouth • iemand de woorden uit de mond halena man of few words • een man van weinig woorden(not) in so many words • (niet) met zoveel woordenright from the word go • vanaf het beginwords fail me • woorden schieten mij tekortsay the word • een seintje gevensay the word, and I'll leave • als je liever hebt dat ik wegga, hoef je het maar te zeggenhave a word to say • iets te zeggen hebbenwaste words • woorden verspillentake someone at his word • iemand aan zijn woord houdenbeyond words • niet in woorden uit te drukkenword for word • woord voor woord, woordelijktoo … for words • te … om waar te zijn/voor woordenthat is not the word for it • dat is het (juiste) woord niethave no words for something • ergens geen woorden voor hebbenin a/one word • kortom, in één woordin other words • met andere woordenput into words • onder woorden brengenI don't believe a word of it • ik geloof er niets vanhave a word with someone • iemand (even) sprekenword of honour • woord van eer, erewoordhe's as good as his word • wat hij belooft doet hijbreak one's word • zijn woord brekenI give you my word for it • ik verzeker het je op mijn erewoordgive/pledge one's word • zijn woord gevengo back on one's word • zijn woorden/belofte(n) terugnemenkeep one's word • (zijn) woord houdentake someone's word for it • iemand op zijn woord gelovenupon my word • op mijn (ere)woord(upon) my word! • mijn hemel!¶ a word in season • een woordje op zijn tijd, een raad op het juiste ogenblikeat one's words • zijn woorden inslikken, iets terugnemenI could not get a word in edgeways • ik kon er geen speld tussen krijgenweigh one's words • zijn woorden wegen1 nieuws ⇒ bericht, boodschap♦voorbeelden:the word got round that • het bericht deed de ronde datleave word that • bericht achterlaten datsend word of • berichtenword has it that • het gerucht gaat dat————————word2〈 werkwoord〉 -
16 wreath
n. (graf/rouw/ere/lauwer)krans[ rie:θ] 〈meervoud: wreaths [rie:ðz, rie:θs]〉1 (graf/rouw)krans2 (ere/lauwer)krans4 krans ⇒ ring, kring♦voorbeelden: -
17 faith
n. geloof, godsdienst, religie; trouw, vertrouwen, trouw zijn[ feeθ]4 geloof ⇒ geloofsovertuiging, religie♦voorbeelden:keep faith with • zijn woord houden jegens -
18 henna
n. henna, struik uit Midden Oosten met geurige roodbruine of witte bloemen; plantverf; oranje-rode verfstof of cosmetica gemaakt van gedroogde en samengeperste bladeren van dezze struik; heldere of milde roodbruine kleur; traditionele ceremonie uit het Midden Oosten gehouden voordat het huwelijk wordt voltrokken ter ere van de bruid en de bruidegom--------v. henna (rood-bruin kleurmiddel)henna1[ hennə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————henna2〈 werkwoord〉 -
19 honorary
-
20 honorific
См. также в других словарях:
ère — ère … Dictionnaire des rimes
ère — [ ɛr ] n. f. • here 1537; lat. æra « nombre, chiffre » 1 ♦ Vx Point de départ (d une chronologie particulière). ⇒ époque (1o). Ère des Séleucides (312 av. J. C.). L ère des musulmans est l hégire. 2 ♦ Cour. Espace de temps, généralement de longue … Encyclopédie Universelle
Ere — 50°34′55″N 3°22′0″E / 50.58194, 3.36667 … Wikipédia en Français
Ere — ([=a]r or [^a]r; 277), prep. & adv. [AS. [=ae]r, prep., adv., & conj.; akin to OS., OFries., & OHG. [=e]r, G. eher, D. eer, Icel. [=a]r, Goth. air. [root]204. Cf. {Early}, {Erst}, {Or}, adv.] 1. Before; sooner than. [Archaic or Poetic] [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
Ere An'ei — Ère An ei L ère An ei (en japonais: 安永) est une des ères du Japon (年号, nengō, littéralement « le nom de l année ») suivant l ère Meiwa et précédant l ère Tenmei s étendant de 1772 à 1781. L empereur régnant était Kōkaku tennō (光格天皇).… … Wikipédia en Français
ere — pronounced like air and meaning ‘before’, has been in continuous use as a preposition and conjunction from the Old English period. Now it is only used for archaic effect or in poetry, but it refuses to disappear altogether: • And time seemed… … Modern English usage
Ere — Saltar a navegación, búsqueda R: vigésima primera letra del alfabeto español Expediente de regulación de empleo (ERE): Procedimiento de crisis de la legislación española. Obtenido de Ere Categoría: Wikipedia:Desambiguación … Wikipedia Español
Ere — Ere, v. t. To plow. [Obs.] See {Ear}, v. t. Chaucer. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
ere — sustantivo femenino 1. Nombre de la letra r en su sonido suave: Las palabras carro y caro se diferencian en que una lleva erre y la otra lleva ere … Diccionario Salamanca de la Lengua Española
ERE — ist die Abkürzung für: Europäische Rechnungseinheit, ab 1972 die gemeinsame Bezugsgröße der europäischen Währungen bis zur Einführung der European Currency Unit (ECU) Erave auf Papua Neuguinea (Internationaler Flughafencode) Erdöl Raffinerie… … Deutsch Wikipedia
Ere — ist die Abkürzung für: Europäische Rechnungseinheit, ab 1972 die gemeinsame Bezugsgröße der europäischen Währungen bis zur Einführung der European Currency Unit (ECU) Erave auf Papua Neuguinea (Internationaler Flughafencode) Erdöl Raffinerie… … Deutsch Wikipedia