-
61 oud
1 [m.b.t. de leeftijd van personen] âgé de2 [van personen en zaken] vieux/vieil/vieille3 [m.b.t. de klassieke Oudheid] classique♦voorbeelden:hoe oud ben jij? • quel âge as-tu?plotseling ouder worden • prendre un coup de vieuxouder worden • vieillireven oud zijn als … • être du même âge que …oud genoeg zijn om … • être en âge de …de ouden van dagen • les personnes âgéeszij is 2 jaar ouder dan ik • elle a 2 ans de plus que moivele honderden jaren oud • plusieurs fois centenaireeen al wat oudere man • un homme d'un certain âgeoude rommel • du bric-à-braceen oude uitdrukking • une expression désuètehij wordt oud • il se fait vieuxte oud zijn om • avoir passé l'âge devroeg oud • vieux avant l'âgePlinius de oudere • Pline l'ancien〈 spreekwoord〉 hoe ouder hoe gekker • plus vieux, plus sot〈 zelfstandig〉 oud en nieuw vieren • fêter la Saint-Sylvestre; 〈 met feestmaal en geschenken〉 réveillonneroude vrienden en kennissen • de vieux amis et (de vieilles) connaissanceszij is nog niet helemaal de oude • elle est encore convalescentealles blijft bij het oude • il n'y a rien de changéalles bij het oude laten • ne rien changer→ link=jong jong² -
62 vreemd
♦voorbeelden:vreemde landen • pays étrangersvreemde planten • plantes exotiqueszij is hier vreemd • elle n'est pas d'icialle grootspraak is haar vreemd • toute vantardise lui est étrangèredat ziet er vreemd uit • cela a l'air tout à fait bizarrein den vreemde • à l'étrangereen vreemde • un étranger, une étrangèrevreemd doen • se comporter d'une façon étrangezich vreemd kleden • s'habiller d'une drôle de façondat komt mij vreemd voor • cela me paraît étrangevreemd genoeg • curieusementhet vreemde is, dat … • ce qui est curieux c'est que …hij voelt zich hier vreemd • il se sent dépaysé icidaar ben ik vreemd aan • je n'y suis pour rieneen vreemde • un(e) inconnu(e)¶ vreemd tegen iets aankijken • ne pas être habitué à qc.vreemd gaan • donner un coup de canif dans le contratvreemd opkijken (van iets) • ouvrir de grands yeux (à cause de qc.)dat heeft ze van niemand vreemd • elle a de qui tenir -
63 beschikken
1 [+ over] [bezitten] have (control/disposal of) ⇒ have at one's disposal3 [beslissen] ordain♦voorbeelden:over een meerderheid beschikken • have a majorityover genoeg tijd beschikken • have enough time at one's disposalzodra wij beschikken over de juiste gegevens • as soon as we have the correct dataover iemands lot beschikken • determine someone's fatevrij over iets kunnen beschikken • be able to make free use of somethingze kon zelf niet over het geld beschikken • she did not have free disposal of her money3 afwijzend/gunstig beschikken op een verzoek • grant/deny a request -
64 bespanning
2 [trekdieren] team (of)♦voorbeelden: -
65 iedereen
1 everyone, everybody, all; 〈 wie dan ook〉 anybody, anyone♦voorbeelden:iedereen een hand geven • shake everyone's handiedereen spreekt erover • everyone is talking about itgenoeg voor iedereen • enough for everybody -
66 redden
2 [uit een situatie helpen] save3 [+ het] [gedaan krijgen] manage♦voorbeelden:we moeten zien te redden wat er te redden valt • we must make the best of a bad jobde toestand/zaak redden • save the dayzichzelf weten te redden • work out one's own salvationredde wie zich redden kan • run for your livesII 〈wederkerend werkwoord; zich redden〉♦voorbeelden:ik red me best! • I'm managing all right!1 [redding brengen] save♦voorbeelden: -
67 stof
I 〈 het〉1 [deeltjes in de lucht] dust2 [stuivende vorm van een materie] dust3 [droog zand] dust♦voorbeelden:neerslag van radioactief stof • radioactive falloutstof afnemen • dust〈 figuurlijk〉 veel stof doen opwaaien • kick up/raise dust2 〈 religie〉 van stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren • dust thou art, and unto dust shalt thou returnin het stof bijten • bite the dustiemand in het stof doen bijten • make someone grovel, make someone eat dirtII 〈de〉♦voorbeelden:1 gevaarlijke stoffen • hazardous materials, harmful substancesorganische/vergiftige/kneedbare stoffen • organic/poisonous/malleable substances2 een lap stof • a piece of material/clothlichte/grove/katoenen stoffen • light/coarse/cotton fabricsstof tot nadenken hebben • have food for thoughter was genoeg stof tot praten • there was enough to talk aboutstof voor een roman • material for a novel -
68 stop
stop1〈de〉2 [zekering] fuse5 [stopzetting] stop♦voorbeelden:de stop is doorgeslagen • the fuse has blown5 voor enkele studierichtingen is een stop ingesteld • a limit has been placed on the number of students in various departments————————stop2 -
69 verstand
1 [denkvermogen] (power of) reason ⇒ 〈 bevattingsvermogen〉 (powers of) comprehension, 〈 hersenen〉 brain(s), 〈 hersenen〉 wit(s)2 [vermogen om te oordelen] (powers of) judgment♦voorbeelden:een scherp verstand • a keen mindgebruik toch je verstand! • use your head!, have some sense!een goed verstand hebben • have a good head on one's shouldersdieren hebben geen verstand • animals have no reasonpraten naar men verstand heeft • talk according to one's lightshij heeft zijn verstand verloren • he has taken leave of his senseshet verstand ontwikkelen • develop the intellecthoe kan ik je dit aan je verstand peuteren! • how can I get this into your thick skull!zijn verstand verliezen • go out of one's mindzijn verstand erbij houden • keep a level headiemand iets aan het verstand brengen • drive something home to someonebij zijn (volle) verstand • in full possession of one's facultieshij is niet goed bij zijn verstand • he's out of his mindmet verstand aan het werk gaan • go to work intelligentlydat gaat mijn verstand te boven • that's beyond my comprehension2 verstand hebben van • know about, understand, be a good judge ofverstand genoeg hebben om dat te laten • have enough sense not to do thatdaar heb ik geen verstand van • I don't know the first thing about that¶ met dien verstande • on the understanding that, provided (that) -
70 weerbaar
♦voorbeelden:hij is niet weerbaar genoeg • he lacks fighting spirit
См. также в других словарях:
Auge — 1. Ab Auge, ab Herz. (Luzern.) 2. Als das aug erfüllet, so ist dem bauch genug gethan. – Henisch, 152. 3. An den Augen sieht man, was einer ist und was er kann. 4. An den augen tevblein vnd in den hertzen tevflein. – Trymberg, Renner, um das Jahr … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Subjunctive in Dutch — The subjunctive mood in Dutch is a verb mood typically used in dependent clauses to express a wish, command, emotion, possibility, uncertainty, doubt, judgment, opinion, necessity, or action that has not yet occurred. It is also referred to as… … Wikipedia
Willy de Coninck — est un poète belge (1863 à Anvers – 1897) disciple de Jules Laforgue, auteur de textes où se manifeste, sous l apparence de la raillerie, une sensibilité mélancolique ; son recueil posthume, Ris et Soupirs contient notamment le sonnet… … Wikipédia en Français
Feind — 1. Als Feind kann ich viel schaden und als Freund viel nützen. – Eiselein, 165. 2. Arme Feind, arme Herren vnd Schmachwort verachtet kein weiser Mann. – Henisch, 1052. 3. Auch den kleinen Feind muss man nicht verachten. 4. Auch vom Feinde kann… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Piet Ikelaar — wird Zweiter bei den Niederländischen Meisterschaften 1925 hinter Jorinus van der Wiel Piet Ikelaar (* 2. Januar 1896 in Amsterdam; † 25. November 1992 in Amsterdam) war ein niederländischer Radrennfahrer. Piet Ikelaar nahm an den Olympisc … Deutsch Wikipedia
Hölzlein — 1. Ein Hölzlein erhält das Feuer nicht. Holl.: Eén houtje aan t vuur is niet genoeg, het wil gezelschap. (Harrebomée, I, 335.) 2. Es ist schon manch krumm Hölzlein gerade geworden. 3. Es thut dirs wol ein schlechter höltzlin. – Franck, II, 89b;… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Geld — 1. Ach, nun fällt mi all mîn klên Geld bî. (Brandenburg.) Ein Ausruf, der häufig erfolgt, wenn jemand durch irgendeinen Umstand an etwas erinnert wird, was er hätte thun sollen, aber bisher zu thun vergessen hat. 2. All wîr1 Geld, dat et Wîf nig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Narr — (s. ⇨ Geck). 1. A Narr hot a schöne Welt. (Jüd. deutsch. Warschau.) Dem Dummen erscheint die Welt um so schöner, als er von manchen ihrer Uebel und Leiden nicht berührt wird. 2. A Narr hot lieb Süss. (Jüd. deutsch. Warschau.) Diese auch in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Hand — 1. Alle Händ voll to dohne, seggt de ol Zahlmann1, on heft man êne. (Insterburg.) – Frischbier2, 1469. 1) Der Name eines Feldwächters in Insterburg. 2. Alten Händen hilft kein Nagelschminken. – Laus. Magazin, XXX, 251. Russisch Altmann V, 85. 3.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Tag — 1. Alen Doach hîsch, äs mäkest hîsch; un Sangtich hîsch, dâd äs hîsch. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 368. 2. All Dag is ken Joarmarkt. (Strelitz.) 3. All Dage is kîn Sonndag (kîn Karkmess, sün kîn Fangeldage). (Oldenburg.) 4. All Doag wat Nîgs … Deutsches Sprichwörter-Lexikon