-
1 enkel
enkel1〈de〉1 ankle♦voorbeelden:tot de enkels in de modder • ankle-deep in mud————————enkel21 [niet dubbel/samengesteld] single♦voorbeelden:een stof van enkele breedte • a single-width material/clotheen kaartje enkele reis • single (ticket)enkele rozen • single roseseen enkel slot • a single lockeen enkel spoor • a single trackII 〈 bijwoord〉1 [niet dubbel] singly2 [alleen] only, just♦voorbeelden:ik kon enkel medelijden hebben met haar • I could only feel sorry for herhij doet het enkel voor zijn plezier • he only does it for funik doe het enkel en alleen om jou • I'm doing it simply and solely for you————————enkel31 [niet meer dan één] sole, solitary ⇒ single2 [een klein aantal] a few3 [meervoud] [enige] a few♦voorbeelden:1 in één enkele klap • at one blow, at one fell swoopeen enkele eenzame toeschouwer • a single solitary spectatorer is geen enkel gevaar • there is not the slightest dangergeen enkele kans hebben • have no chance at allop geen enkele manier • (in) no wayin geen enkel opzicht • in no respectvan geen enkel belang • of no importance at alleen enkele keer zie ik hem wel eens • I do see him occasionallyenkele opmerkingen maken • make a few remarks -
2 enkel
adj. single, sole--------adv. singly, solely--------n. ankle, area and joint at the bottom of the leg where the foot begins (Anatomy) -
3 enkel
• single -
4 enkel boekhouden
enkel boekhoudenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > enkel boekhouden
-
5 enkel/dubbel spoor
enkel/dubbel spoorsingle/double trackVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > enkel/dubbel spoor
-
6 enkel golfkarton
• double-faced corrugated fibreboard -
7 in geen enkel opzicht
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in geen enkel opzicht
-
8 een bos van enkel beuken
een bos van enkel beukenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een bos van enkel beuken
-
9 een enkel slot
een enkel slot -
10 een enkel spoor
een enkel spoorVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een enkel spoor
-
11 een enkel/dubbelloops geweer
een enkel/dubbelloops geweera single/double-barrelled rifleVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een enkel/dubbelloops geweer
-
12 een opgezwollen enkel
een opgezwollen enkelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een opgezwollen enkel
-
13 een verstuikte enkel
een verstuikte enkelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een verstuikte enkel
-
14 er is geen enkel alternatief
er is geen enkel alternatiefVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er is geen enkel alternatief
-
15 er is geen enkel gevaar
er is geen enkel gevaarVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er is geen enkel gevaar
-
16 geen enkel fatsoen hebben
geen enkel fatsoen hebbenlack all (basic) sense of propriety/decencyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geen enkel fatsoen hebben
-
17 het heeft geen enkel nut om …
het heeft geen enkel nut om …it is useless/pointless to …Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het heeft geen enkel nut om …
-
18 hij doet het enkel voor zijn plezier
hij doet het enkel voor zijn plezierVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij doet het enkel voor zijn plezier
-
19 iemand geen enkel voordeel opleveren
iemand geen enkel voordeel opleverenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand geen enkel voordeel opleveren
-
20 ik doe het enkel en alleen om jou
ik doe het enkel en alleen om jouVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik doe het enkel en alleen om jou
См. также в других словарях:
Enkel(in) — Enkel(in) … Deutsch Wörterbuch
Enkel — * Ênkel, adj. et adv. ein Nieders. Wort, welches so viel als einfach bedeutet, und auch in einigen Fabriken, z.B. in den Blechhämmern, üblich ist, wo Enkel einfache Bleche bedeutet. Das Dänische und Schwedische enkel bedeutet gleichfalls einfach … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Enkel — »Kindeskind«: Frühnhd. enikel, mhd. eninkel (ahd. enichlīn) ist eine Verkleinerung zu dem unter ↑ Ahn behandelten Wort. Der Enkel galt vielen Völkern als der wiedergeborene Großvater, wie es auch germ. Sitte war, ihm den Namen und damit Kraft und … Das Herkunftswörterbuch
Enkel — [Basiswortschatz (Rating 1 1500)] Auch: • Enkelkind • Enkelkinder Bsp.: • Sie hat viele Enkelkinder. • Mit dem Videorekorder können sie Videofilme ihrer Kinder und Enkel ansehen … Deutsch Wörterbuch
Enkel — Enkel, meaning single , is a term formerly used by Trappist breweries to describe the basic recipe [Geert van Lierde et al., In het Spoor van de Trappisten ISBN 90 261 0704 8 pp 25 26] of their beers. Currently, there are no Trappist (or secular) … Wikipedia
Enkel — Enkel, in der Börsensprache Actien dritter Emission … Pierer's Universal-Lexikon
Enkel — (der) … Kölsch Dialekt Lexikon
Enkel — Die Verwandtschaftsbeziehung drückt die Art der Verwandtschaft oder im weiteren Sinne auch der Schwägerschaft von Personen aus. In den verschiedenen Kulturen haben sich hierfür mehr oder weniger komplexe Schemata entwickelt, gekennzeichnet durch… … Deutsch Wikipedia
Enkel — Enkelkind * * * En|kel [ ɛŋkl̩], der; s, , En|ke|lin [ ɛŋkəlɪn], die; , nen: Kind des Sohnes oder der Tochter: die Großmutter liest dem Enkel ein Märchen vor; der Großvater geht mit seiner Enkelin spazieren. * * * Ẹn|kel1 〈m. 5〉 1. Sohn des… … Universal-Lexikon
Enkel — Enkel1 Sm Kindeskind std. (12. Jh.), mhd. eninkel, spahd. eniklīn, enichlin Stammwort. Verkleinerungsform zu ahd. ano Ahn (Ahn), es wird also das gleiche Verwandtschaftsverhältnis von der anderen Seite her betrachtet. Eine entsprechende Herkunft… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Enkel — der Enkel, (Grundstufe) Sohn des eigenen Kindes Beispiel: Sie hat schon vier Enkel … Extremes Deutsch