-
1 enfin
-
2 enfin, on verra
enfin, on verranou, enfin, ik zal wel eens zien -
3 enfin bref
enfin brefkortom, in één woord, om kort te gaan -
4 enfin seuls!
enfin seuls!eindelijk alleen! -
5 enfin, passe pour lui
enfin, passe pour luinu goed, voor hem maken we een uitzondering -
6 enfin, passons!
-
7 car enfin, il a raison
car enfin, il a raison -
8 les voilà enfin
les voilà enfin -
9 mais enfin
mais enfin -
10 nous voilà enfin?
nous voilà enfin?zo, ben je daar? -
11 passer
passer [paasee]2 voorbijgaan ⇒ voorbijkomen, gaan (langs), passeren4 gaan (van … naar) ⇒ overgaan (naar, tot)5 doorgaan (voor) ⇒ gelden (als), passeren (voor)♦voorbeelden:défense de passer • geen toegangmon dîner ne passe pas • mijn avondeten ligt me zwaar op de maagcette histoire-là ne passe pas • dat verhaal is niet geloofwaardigla loi a passé • de wet is aangenomencette scène ne passe pas • die scène komt niet goed over (bij het publiek)laissez passer! • maak ruimte!, opzij!passer outre à qc. • geen rekening houden met ietsje suis passé par là • dat heb ik ook meegemaaktil faut en passer par ses volontés • men moet voor zijn wil buigenil faudra en passer par là • er zit niets anders openfin, passe pour lui • nu goed, voor hem maken we een uitzondering(cela) passe (encore), mais … • dat is nog tot daar aan toe, maar …passer prendre qn. • iemand komen ophalenen passant • in het voorbijgaan, terloopssoit dit en passant • trouwens, tussen twee haakjespasser sur les fautes de qn. • iemands fouten door de vingers zienpasser sur les détails • niet stil blijven staan bij details3 comme le temps passe! • wat gaat de tijd snel!faire passer le temps • de tijd verdrijvenfaire passer à qn. le goût, l'envie de qc. • iemand de lust tot iets doen vergaan〈 spreekwoord〉 tout passe, tout lasse, tout casse 〈 alles gaat voorbij〉cela lui passera • dat gaat wel overenfin, passons! • nu goed, laten we daar niet meer over praten!4 où est-il passé? • waar is hij gebleven?passer à l'ennemi • naar de vijand overlopenpasser en deuxième, seconde • overschakelen naar de tweede versnellingpasser en seconde • naar de vijfde klas gaanse faire passer pour • zich uitgeven voor1 oversteken ⇒ over-, doortrekken, overgaan, doorkomen, gaan door3 voorbijgaan ⇒ passeren, overschrijden4 aanreiken ⇒ overhandigen, aan-, doorgeven5 aanschieten ⇒ aandoen, aantrekken6 halen door, langs, over ⇒ strijken langs, over, steken door, in, vertonen 〈 film〉 ⇒ draaien 〈 plaat〉7 overslaan ⇒ voorbij laten gaan, weglaten♦voorbeelden:1 passer un mur • over een muur klimmen, springenpasser sa vie à manger et à dormir • niets anders doen dan eten en slapenpasser la seconde • naar de tweede versnelling gaanpasser un coup de fil à qn. • iemand opbellen〈 communicatie(media)〉 je vous passe … • ik verbind u door met …6 qu'est-ce qu'il lui a passé! • hij heeft hem er flink van langs gegeven!j'en passe et des meilleures! • en ik vertel nog niet ééns alles!1 gebeuren ⇒ zich afspelen, voorvallen4 het stellen zonder ⇒ missen, ontberen, afzien van♦voorbeelden:1 que se passe-t-il?, qu'est-ce qui se passe? • wat gebeurt er?ça ne se passera pas comme ça! • dat gaat zomaar niet!tout se passe comme si • het lijkt wel of, alles wijst erop datne pas pouvoir dire ce qui se passe en soi • niet kunnen zeggen wat er in zijn binnenste omgaat→ jeunesse4 je me passerais bien volontiers de cette corvée • ik zou maar al te graag onder dat karwei uit willen komenvoilà qui se passe de commentaires • dat maakt commentaar overbodig, dat spreekt voor zichzelf1. v2) gaan (van...naar)4) uitgezonden worden [film, radio]6) verbleken7) oversteken8) doorbrengen9) passeren, overschrijden10) over-handigen11) aantrekken12) halen door, langs, over13) vertonen [film]14) overslaan15) vergeven16) doen verdwijnen17) zeven18) boeken2. se passerv1) gebeuren2) voor-bijgaan3) missen, afzien (van) -
12 bref
bref [bref],brève [brev]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉2 beknopt♦voorbeelden:pour être bref • om kort te gaansoyez bref! • maak het kort!enfin bref • kortom, in één woord, om kort te gaan1. = brève; adjkort(af), beknopt2. = brève; adv1) kort2) kort en bondig, beknopt -
13 nous
-
14 voilà
voilà [vwaalaa]1 ziedaar ⇒ daar is, daar zijn, daar heb je, alsjeblieft♦voorbeelden:1 voilà trois ans • het is nu drie jaar geleden, al drie jaar langvoilà ce que c'est que de faire cela • dat komt er nu van als je dat doeten voilà pour neuf ans • daar moet u het nu maar negen jaar mee doenen voilà bien pour un million • dat kost wel een miljoenen voilà, un idiot! • wat een idioot!la voilà partie • eindelijk is ze dan toch vertrokkenles voilà enfin • daar heb je ze eindelijkla maison que voilà • dat huis daaret voilà tout • dat is alles, punt uitnous y voilà • we zijn er; nu zijn we bij de kern van de zaaken voilà assez • zo is het wel genoegvoilà comment il faut faire • zo moet je dat doenvoilà pourquoi je me plains • daarom klaag ik nu〈 informeel〉 voilà-t-il pas qu' il commence à pleuvoir • en warempel, en waarachtig: het begint te regenen 〈 verbazing〉voilà, voilà j'arrive • ja, ja, ik kom er al aan→ vouloiradv1) (zie)daar2) alsjeblieft
См. также в других словарях:
enfin — enfin … Dictionnaire des rimes
enfin — [ ɑ̃fɛ̃ ] adv. • 1119; pour en fin 1 ♦ (Sens affectif) Servant à marquer le terme d une longue attente. ⇒ finalement (cf. À la fin). Je vous ai enfin retrouvé. Vous voilà enfin ! Enfin seuls ! (cf. Il était temps, ce n est pas trop tôt). « Enfin… … Encyclopédie Universelle
enfin — ENFIN. adv. Après tout, pour conclusion, bref, en un mot. Enfin cette affaire est terminée. Enfin il m a dit que... Enfin pour abréger. Puisqu enfin vous le voulez. Car enfin que pouvoit il faire? Mais enfin que vous a t il dit? … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
enfin — Enfin. adv. Aprés tout. Pour conclusion. Bref. En un mot. Enfin cette affaire est terminée. enfin il m a dit que. enfin pour vous le faire court. puisqu enfin vous le voulez. car enfin que pouvoit il faire. mais enfin que vous a t il dit? … Dictionnaire de l'Académie française
Enfin — (Нанда,Швейцария) Категория отеля: Адрес: 1996 Нанда, Швейцария Описание … Каталог отелей
enfin — adv. enfin … Diccionari Personau e Evolutiu
Enfin — (franz., spr. angfäng), endlich; kurzum … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Enfin — (frz., spr. angfäng), endlich; kurz … Kleines Konversations-Lexikon
Enfin — (frz. angfäng), endlich; überhaupt, kurz … Herders Conversations-Lexikon
enfin — (an fin) adv. 1° Définitivement, pour conclure. • Mais enfin que vous a t il dit ? Enfin vous l emportez, et la faveur du roi Vous élève en un rang qui n était dû qu à moi, CORN. Cid, I, 3. • Enfin pour son époux j ai fait choix de… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
ENFIN — adv. de temps à la fin, après un long temps, après une longue attente. Cette affaire est enfin terminée. Vous voici enfin! Enfin, je vous retrouve! Il s’emploie aussi à la fin d’une énumération et signifie Pour abréger, pour résumer. Les champs,… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)