-
1 dégager
dégager [deegaazĵee]3 opruimen♦voorbeelden:〈 informeel〉 dégage! • donder op!♦voorbeelden:1. v3) opruimen4) vrijlaten [hals, rug]5) verspreiden [gas, geur]6) vrijmaken [geld]7) inlossen [pand]8) afwijzen [verantwoordelijkheid]9) terugnemen [woord]10) trekken (uit) [lering]2. se dégagerv1) opklaren [lucht]2) leegstromen [straat]4) vrijkomen [geur, rook] -
2 en
en1 [ã]1 〈vervangt een zelfstandig naamwoord (zaaknaam) voorafgegaan door ‘de’ als vast voorzetsel van werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of bijwoord〉 ervan ⇒ daarvan, erover, daarover, erop, daarop, ermee, daarmee 〈enz.〉2 〈 vervangt een zelfstandig naamwoord (zaaknaam) dat weggelaten is, of wordt gebruikt bij woorden en uitdrukkingen die hoeveelheden aangeven〉 er(van)♦voorbeelden:il prit un bâton et l'en frappa • hij pakte een stok en sloeg hem ermeeje lui en parlerai • ik zal er met hem over pratenje suis reçu au baccalauréat et j'en suis fier • ik ben voor het eindexamen (middelbare school) geslaagd en ik ben er trots opil en tirera un joli bénéfice • hij zal daar een aardig slaatje uit slaan2 combien de livres avez-vous? j'en ai plusieurs • hoeveel boeken heeft u? ik heb er verscheideneavez-vous des timbres postes? non, je n'en ai plus • heeft u ook postzegels? nee, ik heb er geen meerj'en ai • ik heb er watje n'en ai pas • ik heb er geenvoilà des fruits, prenez-en quelques-uns • hier is fruit, neem er wat van3 j'ai un coffre-fort mais j'en ai perdu la clef • ik heb een brandkast maar ik heb de sleutel ervan verloren————————en2 [ã]〈 bijwoord〉4 〈 wordt niet vertaald〉♦voorbeelden:1 elle en sort • zij komt eruit, zij komt er vandaans'en retourner • rechtsomkeert maken, teruggaanils en sont venus aux mains • ze zijn slaags geraakt————————en3 [ã]〈 voorzetsel〉1 〈 voor namen van landen, landstreken, tijd, hoedanigheid〉in ⇒ te, tijdens, per, bij 〈 blijft soms ook onvertaald〉7 aan♦voorbeelden:en mon absence • in, tijdens mijn afwezigheidteneur en alcool • alcoholgehalteen automne • in de herfstcompte en banque • bankrekeningen classe • in de klas, op schooltélévision en couleur • kleurentelevisieen croix • gekruistdocteur en droit • meester in de rechtenarbres en fleurs • bomen in bloeien France • in Frankrijken dix minutes • in tien minutenpromenade en vélo • fietstochtje, een eindje om per fietsen général • in het algemeenaller en ville • de stad ingaan, naar de stad gaanaller en voiture • per auto gaanêtre fort en mathématiques • goed in wiskunde zijnpeindre qc. en bleu • iets blauw verventraduire un texte en allemand • een tekst in het Duits vertalenil y a en lui qc. de mystérieux • hij heeft iets geheimzinnigsen moi-même, je pensais … • ik dacht bij mezelf …cela ne me concerne en rien • dat gaat mij niets aancela fait en tout deux cents francs • dat is dan in het totaal tweehonderd frankfaire les choses en grand • de zaken groots aanpakkense déguiser en arlequin • zich als clown vermommenen cercle • cirkelvormigparler en connaisseur • als een kenner pratenen ce moment • op dit ogenbliken ce monde • op deze werelden sabots • op klompenen Sicile • op Siciliëêtre en voyage • op reis zijnen arrière • naar achterenen avant • naar vorenen entrant il dit bonjour • bij het binnenkomen groette hijpauvre en matières premières • arm aan grondstoffen1. proner(van), erover, erop, etc.2. adv1) ervandaan, eruit2) daarom, erom, erdoor3) op weg3. prép1) in, te, tijdens, per, bij, naar [landen]2) als, -vormig [eigenschap]3) op [plaats, tijd]4) bij het5) tot [begin-, eindpunt]6) aan7) van [materiaal]8) over [tijd]
См. также в других словарях:
plein — plein, pleine [ plɛ̃, plɛn ] adj. et n. m. • 1080; lat. plenus I ♦ (Sens fort) A ♦ Qui contient toute la quantité possible. 1 ♦ (Choses) Une boîte pleine, presque pleine. ⇒ 1. rempli. La boîte n est pas pleine. Verre plein à ras bord. Valise trop … Encyclopédie Universelle
Ville de Sherbrooke — Sherbrooke Pour les articles homonymes, voir Sherbrooke (homonymie). Sherbrooke Vue sur la rue King et la Cathédrale Saint Michel de Sherbrooke … Wikipédia en Français
Ville de Hanovre — Hanovre Pour les articles homonymes, voir la page d’homonymie Hanovre (homonymie), ainsi que la page d’homonymie Hannover.. Hanovre … Wikipédia en Français
plein — plein, eine 1. (plin, plè n ) adj. 1° Qui contient tout ce qu il est capable de contenir, par opposition à vide. Une bouteille pleine de vin. • Que Rohaut vainement sèche pour concevoir Comment, tout étant plein, tout a pu se mouvoir, BOILEAU … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Ville de Québec — Québec (ville) Pour les articles homonymes, voir Québec (homonymie). Québec … Wikipédia en Français
Ville lumière — Paris Cet article concerne la capitale française. Pour les autres significations, voir Paris (homonymie). Paris … Wikipédia en Français
Ville de New York — New York Pour les articles homonymes, voir New York (homonymie). Ville de New York … Wikipédia en Français
Ville des tigres — Oslo Oslo Pays … Wikipédia en Français
Ville libre et hanséatique de Hambourg — Hambourg Pour les articles homonymes, voir Hambourg (race de poule). Freie und Hansestadt Hamburg (Ville libre et hanséatique de Hambourg) … Wikipédia en Français
Ville de Zurich — Zurich Pour les articles homonymes, voir Zurich (homonymie). Zurich Vue sur Zurich depuis l Uetliberg … Wikipédia en Français
Ville de Tachkent — Tachkent Hôtel Ouzbékistan, Tachkent … Wikipédia en Français