-
41 irrégularités dans une élection
irrégularités dans une électionDictionnaire français-néerlandais > irrégularités dans une élection
-
42 le peuple d'élection
le peuple d'élection -
43 patrie d'élection
patrie d'élection -
44 terre d'élection
terre d'élection -
45 all-race election
verkiezingen zonder rassenverschillen -
46 central election committee
centraal verkiezingsbestuur -
47 changing the election system
verandering van verkiezingsmethode -
48 gear up for the election campaign
in hogere versnelling gaan bij verkiezingscampagneEnglish-Dutch dictionary > gear up for the election campaign
-
49 individual election campaign
individuele verkiezingscampagne -
50 presidential election
presidentiële verkiezingen -
51 primary election
vroegtijdige verkiezingen -
52 re-election
herverkiezing -
53 save spots on the election list
plaats bewaren op de verkiezingslijst -
54 turn eighteen on election day
wie achttien jaar wordt op de verkiezingsdag -
55 upcoming election campaign
komende verkiezingscampagne -
56 be up
be up2 op zijn ⇒ opstaan, wakker zijn3 op zijn ⇒ over/voorbij/om zijn6 aan de gang/hand zijn ⇒ gaande zijn♦voorbeelden:the river is up • de rivier staat hoogthe sun is up already • de zon is al ophis sleeves were up • hij had zijn mouwen opgestroopt〈 sport〉 be one up on someone • een punt voorstaan op iemand; 〈 figuurlijk〉 iemand een slag voor zijn〈 informeel〉 it's all up with him • het is met hem gedaan/afgelopen4 Mary/Mary's case is up (in court) this afternoon • Maria/Maria's zaak komt vanmiddag voorbe up for discussion • ter discussie staanbe up for election • verkiesbaar zijnmy son is up at Oxford • mijn zoon studeert in Oxfordwhat's up with you? • wat is er met jou aan de hand?7 who's up? • wie is er aan de beurt?〈 informeel〉 be up against it • in de puree/rats zittenbe well up in something • goed op de hoogte zijn van iets -
57 call
n. roep; telefoontje; visite, bezoek; bel; uitnodiging; aanklacht; moeten--------v. roepen; schreeuwen; uitnodigen; telefoneren; bezoekencall1[ ko:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 〈 benaming voor〉 signaal ⇒ 〈 leger〉 verzamelsignaal 〈op bugel e.d.〉; 〈 jacht〉 hoornsignaal; (met lokfluitje) nagebootste dierenroep; 〈 brandweer〉 alarm4 (kort/formeel/zakelijk) bezoek5 beroep ⇒ aanspraak, claim6 oproep(ing) ⇒ sommatie, roep(ing); appel, voorlezing van presentielijst 〈 school, parlement e.d.〉; 〈 geldwezen〉 oproep tot aflossing van een schuld, aanmaning7 reden ⇒ aanleiding, noodzaak, behoefte10 telefoontje ⇒ (telefoon)gesprek, belletje♦voorbeelden:within call • binnen gehoorsafstandpay a call on someone • iemand een kort bezoek brengen, bij iemand langsgaanthe actors received a call for eight o'clock • de acteurs moesten om acht uur ophave at/on one's call • tot zijn (onmiddellijke) beschikking hebben〈 geldwezen〉 money at/on call, loan on call • callgeld, daggeldleningthere's no call for you to worry • je hoeft je niet ongerust te makenthere's not much call for figs • er is niet veel vraag naar vijgen→ close close/————————call21 (even) langsgaan/komen ⇒ (kort) op bezoek gaan, aanwippen; stoppen 〈 op station〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 call by • (even) aan/binnenwippenplease call in this afternoon • kom vanmiddag even langs alsjeblieftdo call round again • kom vooral nog eens langsthe ship calls at numerous ports • het schip doet talrijke havens aan3 roepen 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ zijn roep uiten 〈 van vogel〉; lokken 〈 door nabootsing van dierengeluid〉; 〈 in het bijzonder〉 ritmisch roepen 〈 instructies〉; bij dans♦voorbeelden:call (something) (out) to someone • iemand (iets) toeroepenEdith will call (you) tonight • Edith belt (je) vanavondduty calls (me) • de/mijn plicht roept4 did Joan call (hearts) at all? • hééft Joan wel (harten) geboden?1 afroepen ⇒ oplezen, opsommen3 afkondigen ⇒ bijeenroepen, proclameren4 wakker maken ⇒ wekken, roepen7 het houden op ⇒ zeggen, (een bedrag) afmaken op♦voorbeelden:call to witness • als getuige oproepencall down/in/over • (naar) beneden/(naar) binnen/bij zich roepencall a meeting • een vergadering beleggen/bijeenroepenhow can you call yourself my friend? • hoe kun je beweren dat je mijn vriend(in) bent?call someone a liar • iemand uitmaken voor leugenaaryou call that hard? • noem/vind je dat moeilijk?call (something) one's own • (iets) bezitten, (iets) zijn eigendom (kunnen) noemen〈 informeel〉 what d'you call it? • hoe-heet-het-ook-weer?, dingesbe called after one's grandfather • vernoemd zijn naar zijn grootvadercall away • wegroepencall forth • oproepen, (naar) boven brengencall forward • naar voren roepen -
58 come up
opkomen, naar boven komencome up1 opkomen ⇒ (naar) boven komen, opdoemen2 uitkomen ⇒ opschieten, kiemen4 gebeuren ⇒ voorkomen, zich voordoen8 voorkomen 〈 van rechtszaak〉10 〈 Brits-Engels〉 aan de universiteit komen ⇒ gaan studeren, student worden, eerstejaars zijn 〈 voornamelijk Oxford, Cambridge〉♦voorbeelden:come up in the world • vooruitkomen in de wereld9 I hope my number will come up this time • ik hoop dat mijn nummer deze keer wint/uitkomtcome up against • in conflict komen metour holiday didn't come up to our expectations • onze vakantie viel tegen〈 informeel〉 you'll have to come up with a better answer • je zult met een beter antwoord op de proppen moeten komen -
59 declare
v. verklaren; opgeven; aangeven[ dikleə]1 een verklaring afleggen ⇒ een aankondiging/bekendmaking doen2 〈+against/for〉stelling nemen (tegen/voor) ⇒ zich (openlijk) uitspreken (tegen/voor)♦voorbeelden:¶ I (do) declare! • heb je (nou toch) ooit!, (wel) nu nog mooier!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bekendmaken ⇒ aankondigen, afkondigen♦voorbeelden:¶ declare oneself • zijn ware aard/bedoeling tonen -
60 first-past-the-post
first-past-the-post♦voorbeelden:¶ 〈 voornamelijk Brits-Engels〉 a first-past-the-post election • verkiezing bij betrekkelijke meerderheid van stemmen
См. также в других словарях:
élection — [ elɛksjɔ̃ ] n. f. • 1135; lat. electio « choix », du supin de eligere → élire 1 ♦ Vx Choix. Mod. (Dr.) Élection de domicile. Théol. Choix préférentiel de Dieu. Le peuple d élection : le peuple élu, les Juifs. Cour. La patrie d élection, celle… … Encyclopédie Universelle
Election — • In its broadest sense election means a choice among many persons, things, or sides to be taken. In the stricter juridical sense it means the choice of one person among many for a definite charge or function Catholic Encyclopedia. Kevin Knight.… … Catholic encyclopedia
election — elec·tion n 1 a: the act or process of electing b: an instance of the electorate voting for candidates for an elective office c: the fact of being elected 2: the right, power, or privilege of making a choice: as a: the right of a spouse to choose … Law dictionary
élection — ÉLECTION. s. fém. Action d élire. Choix fait par plusieurs personnes, Corps ou Communes, au concours des suffrages. Faire une élection. Approuver, confirmer une élection. L élection de l Empereur se fit un tel jour. Il donna sa voix pour l… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
election — Election. s. f. v. Choix. Faire une bonne election. approuver, confirmer une election. je vous en laisse l election. l election de l Empereur se fit un tel jour. il donna sa voix pour l election de. assister à une election. faire une election. On … Dictionnaire de l'Académie française
election — e‧lec‧tion [ɪˈlekʆn] noun 1. [countable] when people vote to choose someone for a job: • She was nominated to stand for election as a Coca Cola director. • Mr Morrow is also up for election to the board of directors at a rival Chicago bank. 2.… … Financial and business terms
Election — E*lec tion, n. [F. [ e]lection, L. electio, fr. eligere to choose out. See {Elect}, a.] 1. The act of choosing; choice; selection. [1913 Webster] 2. The act of choosing a person to fill an office, or to membership in a society, as by ballot,… … The Collaborative International Dictionary of English
Election 2 — (黑社會以和為貴) est un film hongkongais réalisé par Johnnie To, sorti en 2006. C est la suite d Election, sorti l année précédente. Sommaire 1 Synopsis 2 Fiche technique 3 Distribution … Wikipédia en Français
election — Election, Electio. Election libre, Soluta optio eligendi. Election premiere, faisant jugement à la deuxiesme, Praerogatiua tribus. L election des Preteurs, Praetoriana comitia … Thresor de la langue françoyse
election — [ē lek′shən, ilek′shən] n. [ME eleccioun < OFr election < L electio, a choice, in LL(Ec), the election of believers: see ELECT] 1. a choosing or choice 2. a) a choosing or being chosen for office by vote b) a voting, as in a municipality,… … English World dictionary
election — (n.) late 13c., from Anglo Fr. eleccioun, O.Fr. elecion choice, election, selection (12c.), from L. electionem (nom. electio), noun of action from pp. stem of eligere pick out, select, from ex out (see EX (Cf. ex )) + ligere, comb. form of legere … Etymology dictionary