-
1 een grote bek opzetten tegen
een grote bek opzetten tegen -
2 een grote bek hebben
een grote bek hebbenhave a big/loud mouthVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een grote bek hebben
-
3 een grote bek opentrekken
een grote bek opentrekkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een grote bek opentrekken
-
4 een grote bek - наглая тварь
colloq. bekRussisch-Nederlands Universal Dictionary > een grote bek - наглая тварь
-
5 een grote bek - наглая тварь
colloq. bek -
6 een grote bek hebben
грубить; дерзить* * *гл.общ. грубить, дерзить -
7 een grote bek opzetten
разг. нахамить -
8 en nog een grote bek toe!
en nog een grote bek toe!et en plus, ça rouspète! -
9 iem. een grote bek geven - грубить кому-н.
colloq. bekRussisch-Nederlands Universal Dictionary > iem. een grote bek geven - грубить кому-н.
-
10 iem. een grote bek geven - грубить кому-н.
colloq. bekDutch-russian dictionary > iem. een grote bek geven - грубить кому-н.
-
11 bek
2 [muil] snout, muzzle4 [gezicht] mug♦voorbeelden:een grote bek hebben • have a big/loud mouth〈 informeel〉 breek me de bek niet open • you're telling me!hij deed geen bek open • he never said a word〈 informeel〉 hou je grote bek • shut up!iemand op zijn bek geven • hit someone in the mug -
12 bek
♦voorbeelden:een grote bek opzetten tegen • gueuler contrehou je bek! • ta gueule!een bek opzetten • pousser un coup de gueuleiemand de bek snoeren • clouer le bec à qn.gekke bekken trekken • s'amuser à faire des grimacesiemand op zijn bek geven • casser la gueule à qn.〈 figuurlijk〉 (plat) op zijn bek gaan, vallen • se casser la gueule, la figure→ link=paard paard -
13 bek
клюв; пасть; плашка, губки; морда; харя* * *m -kenклюв м ( птицы); пасть ж, рыло с, морда ж ( животных; тж. груб. о человеке)- hou je bek!* * *сущ.2) разг. een grote bek - наглая тварь, iem. een grote bek geven - грубить кому-н. -
14 gueule
gueule [gul]〈v.〉♦voorbeelden:gueule de raie • lelijke smoelune fine gueule • een fijnproeverc'est une grande gueule • hij heeft een grote bekcrever la gueule ouverte • verrekkenta gueule! • hou je bek, scheur!se fendre la gueule • zich een aap lachentaire sa gueule • z'n bek houdengueules noires • mijnwerkers, kompelsune jolie petite gueule • een aardig koppieune sale gueule • een rotkopavoir la gueule de bois • een kater hebbencasser la gueule de, à qn. • iemand op z'n bek slaanse casser la gueule • op z'n bek vallenfaire la gueule • een lelijk gezicht trekken, mokkense faire casser la gueule • overhoop geschoten worden, op z'n donder krijgenc'est bien fait pour ta gueule! • net goed voor je!s'en mettre plein la gueule • zich volproppenramener sa gueule • een grote mond hebben, tekeergaanf1) bek, muil2) moel, ponem, lop3) uiterlijk -
15 Maul
〈o.; Maul(e)s, Mäuler〉1 muil, bek♦voorbeelden:ein schiefes Maul machen, ziehen • een scheve bek trekkenein ungewaschenes Maul • een brutale bekdas Maul aufreißen • een grote bek opzettendas Maul hängen lassen • een lang gezicht trekkenjemandem das Maul stopfen • iemand de mond snoerendas Maul voll nehmen • een grote bek opzettennicht aufs Maul gefallen sein • niet op zijn mondje gevallen zijnjemandem übers Maul fahren • tegen iemand uitvarenjemandem ums Maul gehen • iemand naar de mond praten¶ 〈 spreekwoord〉 einem geschenkten Gaul sieht man nicht ins Maul • een gegeven paard moet men niet in de bek zien -
16 mouth
n. mond; bek; muil; monding; brutaal (een grote mond hebben)--------v. uitdrukken; mompelen; in de mond stekenmouth11 mond ⇒ muil, bek♦voorbeelden:have a foul mouth • vuilbekkenanother mouth to feed • alweer een mond (om) te voedenshut your mouth! • hou je mond/bek!keep one's mouth shut • niets verklappenit makes my mouth water • het is om van te watertandenit sounds odd in his mouth • uit zijn mond kt het gekout of someone's own mouth • met iemands eigen woordenmouth-to-mouth • mond op mond〈 informeel〉 down in the mouth • terneergeslagen, bedrukt, ontmoedigd→ wrong wrong/♦voorbeelden:————————mouth21 declameren ⇒ geaffecteerd (uit)spreken/zeggen -
17 Schnauze
Schnauze〈v.; Schnauze, Schnauzen〉♦voorbeelden:eine lose Schnauze haben • goed van de tongriem gesneden zijndie Schnauze aufreißen, zu voll nehmen • opscheppendie Schnauze halten • zijn bek, smoel houdenjemandem die Schnauze lackieren, polieren • iemand op zijn smoel slaanjemandem die Schnauze stopfen • iemand de mond snoerendie Schnauze voll haben (von einer Sache) • (van iets) schoon genoeg hebbenein paar auf die Schnauze kriegen • op zijn smoel krijgenSchnauze! • bek dicht!————————Schnauze!bek dicht! -
18 yell
n. schreeuw; krijs; een grote bek--------v. schreeuwen; krijsen; een grote bek opzettenyell1[ jel] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 gil ⇒ kreet, schreeuw————————yell2〈 werkwoord〉1 gillen ⇒ brullen, schreeuwen♦voorbeelden:1 yell one's head off • tekeer gaan, tierenyell out in pain • het uitschreeuwen van de pijnyell for help • om hulp schreeuwen -
19 Klappe
Klappe〈v.; Klappe, Klappen〉1 klep, klap ⇒ flap, overslag♦voorbeelden:die Klappe halten • zijn waffel houdendie große Klappe schwingen • een grote smoel opzetten -
20 грубить
vgener. brutaliseren, een grote bek hebben, een grote mond opzetten (tegen-êîìó-ô.)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Jan de Natris — Johannes Daniel „Jan“ de Natris (* 13. November 1895 in Amsterdam; † 16. September 1972 ebenda) war ein niederländischer Fußballspieler. Mit seinem Heimatverein AFC Ajax wurde er zweimal Niederländischer Meister; mit der Nationalmannschaft gewann … Deutsch Wikipedia
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Katze — 1. A Kât luckat efter a Könnang. (Nordfries.) – Johansen, 57. Eine Katze lugt, sieht nach einem Könige. 2. Ain katz vnd ain muz, zwen han in aim huz, ain alt man vnd ain iung wib belibent selten an kib. – Reinmar d.A., 1200. 3. Alle (alte) Katten … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Vogel — 1. A Fôglar diar so êder sjong, gung a Kâter iar inj aauer a dik me (wegh me üüb a Dâi). (Amrum.) – Haupt, VIII, 351, 19. Die Vögel, die so früh singen, mit denen geht die Katze über den Deich (am Tage weg). 2. A grosser Vogel braucht a gross… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon