-
1 dwingen
1 [in het bijzonder van kinderen] [zeuren] whine (for)2 [door persing uit elkaar dreigen te gaan] be forced apartII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:hij was wel gedwongen (om) te antwoorden • he was obliged to answerhij laat zich niet dwingen • he won't be forcedzoiets laat zich niet dwingen • you can't force a thing like thatiemand dwingen een overhaast besluit te nemen • rush someone into making a hasty decisionals hij niet wil, zullen we hem wel dwingen • if he doesn't want to, we'll make him (do it)de omstandigheden hebben mij gedwongen • circumstances have compelled meniets dwingt u daartoe • you are not obliged to do itzich gedwongen zien • be forced/compelled (to)liefde laat zich niet dwingen • love cannot be forced/constrainedzichzelf moeten dwingen (om) niet te schreeuwen/glimlachen • have to force oneself not to scream/smileiemand dwingen tot gehoorzaamheid • force someone to obeyeen vliegtuig dwingen tot landen • force a plane downiemand tot actie/handelen dwingen • force someone's hand -
2 dwingen
v. force, compel, impose, oblige -
3 een vliegtuig dwingen tot landen
een vliegtuig dwingen tot landen————————een vliegtuig dwingen tot landenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een vliegtuig dwingen tot landen
-
4 hij laat zich niet dwingen
hij laat zich niet dwingenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij laat zich niet dwingen
-
5 iemand dwingen een overhaast besluit te nemen
iemand dwingen een overhaast besluit te nemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand dwingen een overhaast besluit te nemen
-
6 iemand dwingen tot gehoorzaamheid
iemand dwingen tot gehoorzaamheidVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand dwingen tot gehoorzaamheid
-
7 iemand in een keurslijf dwingen
iemand in een keurslijf dwingenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand in een keurslijf dwingen
-
8 iemand langs gerechtelijke weg dwingen
iemand langs gerechtelijke weg dwingenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand langs gerechtelijke weg dwingen
-
9 iemand op de knieën brengen/dwingen
iemand op de knieën brengen/dwingenbring/force someone to his kneesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand op de knieën brengen/dwingen
-
10 iemand tot actie/handelen dwingen
iemand tot actie/handelen dwingenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand tot actie/handelen dwingen
-
11 liefde laat zich niet dwingen
liefde laat zich niet dwingenlove cannot be forced/constrainedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > liefde laat zich niet dwingen
-
12 tot overgave dwingen
tot overgave dwingenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tot overgave dwingen
-
13 zichzelf moeten dwingen (om) niet te schreeuwen/glimlachen
zichzelf moeten dwingen (om) niet te schreeuwen/glimlachenhave to force oneself not to scream/smileVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zichzelf moeten dwingen (om) niet te schreeuwen/glimlachen
-
14 zoiets laat zich niet dwingen
zoiets laat zich niet dwingenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zoiets laat zich niet dwingen
-
15 dringen
♦voorbeelden:1 hij drong door de menigte heen • he pushed/elbowed/forced his way through the crowdde menigte drong de zaal in/uit • the crowd pushed its way into/out of the hallnaar voren dringen • push forwardhet zal wel dringen worden om een goede plaats • we'll probably have to fight for a good seatde zaak dringt nogal • the matter is rather urgentII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
16 forceren
3 [door geweld openen] force (open)♦voorbeelden:1 de zaak forceren • force the matter/issue, force/rush thingszijn stem forceren • (over)strain one's voiceII 〈wederkerend werkwoord; zich forceren〉1 [zich dwingen] force oneself2 [zich te veel inspannen] force oneself ⇒ strain/overtax/overwork oneself -
17 iemand het stilzwijgen opleggen
iemand het stilzwijgen opleggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand het stilzwijgen opleggen
-
18 imperatief
-
19 jagen
3 [nalopen] chase♦voorbeelden:prijzen omhoog/omlaag jagen • drive prices up/downuiteen jagen • scatterzich een kogel door het hoofd jagen • put a bullet through one's headdie wet werd door de Tweede Kamer gejaagd • the law was rushed through parliamentiemand op kosten jagen • put someone to (great) expensevan school jagen • expel from schoolvoor zich uit jagen • drive before one2 [rusteloos streven] pursue3 [snel gaan] race♦voorbeelden:1 op patrijs jagen • hunt partridge, go (out) partridge-shootingop effect jagen • be after effectsde wolken joegen voorbij • the clouds scudded past -
20 keurslijf
♦voorbeelden:iemand in een keurslijf dwingen • straitjacket someone
- 1
- 2
См. также в других словарях:
dwingen — dwengi … Woordenlijst Sranan
zwingen — forcieren; verdonnern (umgangssprachlich); in die Pflicht nehmen; verpflichten; bestimmen; einfordern; erzwingen; jemanden zu etwas bringen; nötigen; vorschreiben * * * zwin|gen [ ts̮vɪŋən], zwang, gezwungen … Universal-Lexikon
zwingen — zwingen: Das altgerm. Verb mhd. zwingen, twingen, dwingen, ahd. twingen, dwingan, niederl. dwingen, mengl. twingen, schwed. tvinga bedeutet eigentlich »zusammendrücken, pressen, einengen«. Außergerm. Beziehungen sind unsicher. Vielleicht ist die… … Das Herkunftswörterbuch
zwingend — zwingen: Das altgerm. Verb mhd. zwingen, twingen, dwingen, ahd. twingen, dwingan, niederl. dwingen, mengl. twingen, schwed. tvinga bedeutet eigentlich »zusammendrücken, pressen, einengen«. Außergerm. Beziehungen sind unsicher. Vielleicht ist die… … Das Herkunftswörterbuch
Zwinger — zwingen: Das altgerm. Verb mhd. zwingen, twingen, dwingen, ahd. twingen, dwingan, niederl. dwingen, mengl. twingen, schwed. tvinga bedeutet eigentlich »zusammendrücken, pressen, einengen«. Außergerm. Beziehungen sind unsicher. Vielleicht ist die… … Das Herkunftswörterbuch
þwengan — *þwengan germ., stark. Verb: nhd. zwingen; ne. force (Verb); Rekontruktionsbasis: an., afries., anfrk., as., ahd.; Vw.: s. *bi , *ga ; Etymologie … Germanisches Wörterbuch
Dwang — Dwang, n. [Cf. D. dwingen to force, compel.] 1. (Carp.) A piece of wood set between two studs, posts, etc., to stiffen and support them. [1913 Webster] 2. (Mech.) (a) A kind of crowbar. (b) A large wrench. Knight. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Twinge — Twinge, v. i. [imp. & p. p. {Twinged}; p. pr. & vb. n. {Twinging}.] [OE. twengen, AS. twengan; akin to OE. twingen to pain, afflict, OFries. thwinga, twinga, dwinga, to constrain, D. dwingen, OS. thwingan, G. zwingen, OHG. dwingan, thwingan, to… … The Collaborative International Dictionary of English
Twinged — Twinge Twinge, v. i. [imp. & p. p. {Twinged}; p. pr. & vb. n. {Twinging}.] [OE. twengen, AS. twengan; akin to OE. twingen to pain, afflict, OFries. thwinga, twinga, dwinga, to constrain, D. dwingen, OS. thwingan, G. zwingen, OHG. dwingan,… … The Collaborative International Dictionary of English
Twinging — Twinge Twinge, v. i. [imp. & p. p. {Twinged}; p. pr. & vb. n. {Twinging}.] [OE. twengen, AS. twengan; akin to OE. twingen to pain, afflict, OFries. thwinga, twinga, dwinga, to constrain, D. dwingen, OS. thwingan, G. zwingen, OHG. dwingan,… … The Collaborative International Dictionary of English
Germanic strong verb — In the Germanic languages, a strong verb is one which marks its past tense by means of ablaut. In English, these are verbs like sing, sang, sung. The term strong verb is a translation of German starkes Verb , which was coined by the linguist… … Wikipedia