-
21 binnenwippen
-
22 aangaan
1 [gaan in de richting van] go (towards) ⇒ head (for/towards)2 [een bezoek brengen] call in4 [horen] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:1 achter iemand/iets aangaan • 〈 letterlijk〉 chase someone/something (up); 〈 figuurlijk〉 go after someone, go for somethingop huis aangaan • head for home2 bij een vriend aangaan • call in at a friend's (house), drop in on a friend4 het gaat niet aan dat … • it won't do to …II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [betreffen] concern♦voorbeelden:een lening aangaan • contract a loanvoor allen die het aangaat • to whom it may concernwat mij aangaat • as far as I'm concerned3 wat gaat mij dat aan? • what has that got to do with me? -
23 afdalen
1 [met betrekking tot personen] go/come down, descend2 [met betrekking tot zaken] drop (down), descend3 [figuurlijk] descend, come down♦voorbeelden:1 een berg afdalen • go/come down a mountainin de mijn afdalen • go down the pit/mine3 tot iemand afdalen • come down/descend to someone's level; 〈 met betrekking tot spreken, schrijven〉 talk/write down to someone -
24 bezoek
♦voorbeelden:iemand een kort bezoek brengen • pay someone a brief visitop bezoek gaan bij iemand • pay someone a visitwe komen morgen even op bezoek • we'll drop by tomorrowhij komt hier voor een paar dagen op bezoek • he's coming to stay for a few daysop bezoek vragen • inviteBrussel is een bezoek waard • Brussels is worth visiting2 bezoek hebben/krijgen • have a visitor/visitorswe kregen onverwacht bezoek • we received unexpected guestsop deze kamer mag je geen bezoek ontvangen • no visitors are allowed in this room -
25 eens
I 〈 bijwoord〉1 [eenmaal] once2 [nog eenmaal] twice4 [ter versterking] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:dat is eens en nooit weer • once is enougheens in het uur • hourly, every houreens in de week/drie maanden • once a week/every three monthsmeer dan eens • more than onceeens te meer • (all the) more so2 geef mij nog eens zoveel, a.u.b. • would you give me twice as much/manyeens zo groot • twice as large/bigkom eens langs • drop by sometimeer was eens • once upon a time there wasLonden is niet meer wat het eens was • London is not what it used to beik heb de groenten nu eens gestoomd • I steamed the vegetables for a changedat is weer eens wat anders • that makes a changehet gebeurt nog al eens dat • it does (sometimes) happen thatzeg, vertel me eens, Jan • tell me, Jan!waag het eens • don't you darewacht eens • wait a minuteje zult eens zien wat er gebeurt • you'll see (what happens)dat zou best eens kunnen • that might well be the caseik spreek nog niet eens over de rest • to say nothing of the restniet eens tijd hebben om • not even have the time tohij keek niet eens • he did not even looknee en nog eens nee • once and for all: no!nog eens • once more, (once) again; 〈 formeel〉 anew, afreshdat is nog eens een flinke vent/mooie vrouw • (now) that's what I call a real man/a beautiful womanals we nu eens … • suppose we …, how about …?u zou wel eens gelijk kunnen hebben • you could/might (well) be rightwel eens • once in a while, sometimesje moet je eens na laten kijken • you really should have a check-up; 〈 ironisch〉 you need your head examinedkijk eens aan! • just look at that!II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [van dezelfde mening] agreed, in agreement♦voorbeelden:1 het over de prijs eens worden • agree on a/about the pricehet erover eens zijn, dat … • agree that …het eens zijn • agree, be in agreementhet met iemand eens zijn • agree with someonehet niet eens zijn met iemand • disagree with someonehet met zichzelf niet eens kunnen worden • not be able to make up one's mind, be undecidedhet op sommige punten niet eens kunnen worden • be unable to reach agreement on certain points -
26 ineens
1 [tegelijk] (all) at once2 [abrupt] all at once/of a sudden, suddenly♦voorbeelden:2 iemand ineens aanvliegen • jump on someone/down someone's throathij kwam ineens op mij af • he suddenly went for mezoiets verander je niet (zomaar) ineens • that kind of thing can't be changed overnight/at the drop of a hathij vertelde het ons ineens wel • suddenly he did tell us -
27 inlopen
2 [invaren] put/run/sail into3 [inhalen] catch up4 [met vaart en kracht afkomen (op)] run/head into♦voorbeelden:bij iemand inlopen • drop in on someoneII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [schoenen/kleding gemakkelijker doen zitten] wear in2 [vuil in huis brengen] track in3 [door lopen breken] kick in4 [inhalen] make up♦voorbeelden:3 een deur/ruit inlopen • kick down/in a door, knock in a window -
28 schieten
2 [plotseling opkomen] 〈 zie voorbeelden〉3 [uitbotten] shoot (up), sprout♦voorbeelden:goed/slecht schieten • be a good/bad shotop iemand schieten • shoot/take a shot at someoneop de menigte schieten • fire into the crowdhet is hem in zijn rug geschoten • he's cricked his backer schiet mij net iets te binnen • I've just thought of somethingweer te binnen schieten • come back (to mind)heen en weer schieten • flick(er), flashbij het ongeluk was hij door de voorruit geschoten • during the crash he had been thrown out of the car through the windscreenin zijn kleren schieten • throw one's clothes onsnel weer in bed schieten • dart back into bediets niet laten schieten • hang on to somethingeen kans laten schieten • pass over an opportunityII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [treffen] shoot3 [in een toestand brengen] shoot4 [met betrekking tot gewassen] shoot♦voorbeelden:zich voor de kop/zich een kogel door het hoofd schieten • blow out one's brains1 [balsport] shoot♦voorbeelden:in het doel schieten • net (the ball) -
29 dumpen
v. dump, drop abruptly, throw down; empty out; get rid of; reject someone, end a relationship (Informal) -
30 aanwippen
-
31 afgaan
5 [in werking gebracht worden] go off6 [gedaan worden] 〈zie voorbeelden 6〉7 [een gek figuur slaan] lose face, flop, fail♦voorbeelden:afgaande op wat hij zegt • judging by what he saysop zijn gevoel afgaan • play it by ear3 van het toneel afgaan • go off, leave the stagevan school afgaan • leave schoolik ga volgend jaar van hockey af • I'm giving up hockey next year4 daar gaat 10 % van af • 10 % is taken off thathet vuil wil er niet afgaan • the dirt won't come off6 dat gaat hem gemakkelijk af • it comes easy/easily to himII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [geheel/allemaal langsgaan] go along the line♦voorbeelden: -
32 afvallen
1 [naar beneden vallen] fall off/down2 [niet meer meetellen] drop out3 [ontrouw worden] abandon4 [afslanken] lose weight5 [overschieten] be left (over)6 [tegenvallen] be disappointing7 [scheepvaart] bear away♦voorbeelden:3 iemand afvallen • desert/abandon someone -
33 bij iemand (komen) aanwippen
bij iemand (komen) aanwippenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij iemand (komen) aanwippen
-
34 bij iemand binnenwippen
bij iemand binnenwippendrop/pop in on someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij iemand binnenwippen
-
35 bij iemand inlopen
bij iemand inlopenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij iemand inlopen
-
36 bij iemand langsgaan
bij iemand langsgaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij iemand langsgaan
-
37 boot
2 [veerboot] ferry3 [reddingsboot] (life) boat♦voorbeelden:1 de boot afhouden • 〈 figuurlijk〉 play for time; 〈 zich aan zijn plicht onttrekken〉 shirk one's responsibilities/duties; 〈 ontwijken〉 refuse to commit oneself, keep one's distancemet de boot reizen • travel by boat/sea2 de boot naar Engeland nemen • take the ferry/boat to England -
38 glippen
2 [voortglijden, voortschieten] slide♦voorbeelden:2 langs iemand heen glippen • slip/sneak/steal past someonenaar buiten glippen • sneak/steal outhij liet het glas uit de handen glippen • he let the glass slip from his hands -
39 iemand laten vallen
iemand laten vallendrop/ditch someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand laten vallen
-
40 ingaan
1 [binnengaan] go in(to)2 [komen in] go/come in(to) ⇒ enter4 [positief reageren] agree with/to ⇒ comply with5 [beginnen] take effect♦voorbeelden:de geschiedenis ingaan als … • go down in history as …zijn vijftigste jaar ingaan (van persoon, krant enz.) • enter one's fiftieth yeareen weg ingaan • turn into a roaduitgebreid ingaan op • consider at lengthniet ingaan op (een vraag/probleem) • take no notice of (a question/problem)niet ingaan op iemands bezwaren • brush aside someone's objectionser dieper op ingaan • go more deeply into itniet verder op een zaak ingaan • let a matter dropik ging er maar niet verder op in • I didn't pursue the matterop een uitnodiging/weddenschap ingaan • accept an invitation/a betniet ingaan op (een verzoek/suggestie) • refuse a request, not fall in with a suggestionop een aanbod ingaan • accept an offerde huur gaat de eerste van de maand in • the rent will run from the first of the monthde regeling gaat 1 juli in • the regulation is effective as of July 1stde verlaging is al ingegaan • the decrease is already in effectingaan tegen • run counter to
См. также в других словарях:
drop someone in it — british informal phrase to cause trouble for someone, especially by telling someone else that they have done something wrong You really dropped me in it with the boss! Thesaurus: to cause problems for someone or somethingsynonym Main entry: drop … Useful english dictionary
drop someone a line — (informal) To write someone a letter • • • Main Entry: ↑drop * * * drop someone a line/note/ phrase to write a short letter to someone I’ll drop her a line to say thanks. Thesaurus: to write somethin … Useful english dictionary
drop someone a note — drop someone a line/note/ phrase to write a short letter to someone I’ll drop her a line to say thanks. Thesaurus: to write somethingsynonym Main entry: drop … Useful english dictionary
drop someone a line — drop (someone) a line slightly informal to write a short letter to someone. If you ve got a few minutes to spare you could always drop her a line … New idioms dictionary
drop someone a line — If you drop someone a line, you send a letter to them … The small dictionary of idiomes
drop someone like a hot brick — drop (someone/something) like a hot brick/potato informal to suddenly get rid of someone or something that you have been involved with because you do not want them any more or you are worried they may cause problems. The government dropped the… … New idioms dictionary
drop someone like a hot potato — drop (someone/something) like a hot brick/potato informal to suddenly get rid of someone or something that you have been involved with because you do not want them any more or you are worried they may cause problems. The government dropped the… … New idioms dictionary
drop someone a line — If you drop someone a line, you send a letter to them. (Dorking School Dictionary) *** If you drop someone a line, you write a letter to them. I always drop her a line to wish her a Merry Christmas … English Idioms & idiomatic expressions
drop (someone) in it — Vrb phrs. To land (someone) in trouble, to incriminate. A euphemism for dropping someone in the shit … English slang and colloquialisms
drop (someone) in it — Vrb phrs. To land (someone) in trouble, to incriminate. A euphemism for dropping someone in the shit … English slang and colloquialisms
drop someone in it — British informal to cause trouble for someone, especially by telling someone else that they have done something wrong You really dropped me in it with the boss! … English dictionary