-
1 aangaan
1 [gaan in de richting van] aller (vers)2 [+ bij][een bezoek brengen] passer (chez)3 [beginnen] commencer4 [in werking treden] s'allumer5 [horen] convenir♦voorbeelden:1 achter iemand, iets aangaan • essayer de rattraper qn., qc.; 〈 figuurlijk〉 partir à la recherche de qn., de qc.op huis aangaan • se rendre à la maisonII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [beginnen met] engager3 [betreffen] concerner4 [ter harte gaan] toucher♦voorbeelden:wat die kwestie aangaat • en ce qui concerne cette affaire4 wat gaat mij dat aan? • qu'est-ce que cela peut me faire? -
2 aangaan
1 [gaan in de richting van] go (towards) ⇒ head (for/towards)2 [een bezoek brengen] call in4 [horen] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:1 achter iemand/iets aangaan • 〈 letterlijk〉 chase someone/something (up); 〈 figuurlijk〉 go after someone, go for somethingop huis aangaan • head for home2 bij een vriend aangaan • call in at a friend's (house), drop in on a friend4 het gaat niet aan dat … • it won't do to …II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [betreffen] concern♦voorbeelden:een lening aangaan • contract a loanvoor allen die het aangaat • to whom it may concernwat mij aangaat • as far as I'm concerned3 wat gaat mij dat aan? • what has that got to do with me? -
3 aangaan
затеять; заключить; взять на себя; что до меня, то...; зажечься, загореться; прижиться; ему крышка; заключать; основывать; подходить; заходить; начинаться; касаться; относиться* * ** (z)2) начинаться3) касаться, относиться•- een huwelijk aangaan
- aangaan van een man
- aangaan van een vrouw
- een verbond aangaan
- een weddenschap aangaan
- schulden aangaan* * *гл. -
4 aangaan
I.angehenII.wirksam werdenIII.[betreffen]betreffen -
5 aangaan
v. concern; contract; light up -
6 aangaan
1) formulär2) dana3) arta4) fatta5) fånga6) blankett7) form -
7 aangaan
-
8 aangaan
concerner, contracter, être en relation avec, faire du bruit, former, intéresser, regarder, s'allumer, s'engager -
9 aangaan
forma; kontratá -
10 aangaan van een man
-
11 aangaan van een vrouw
-
12 aangaan bij
passer chez -
13 een verbintenis aangaan
een verbintenis aangaan————————een verbintenis aangaan -
14 een verbond sluiten/aangaan met
een verbond sluiten/aangaan metform/strike an alliance with, ally oneself to————————een verbond sluiten/aangaan metmake/enter into a treaty/pact withVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een verbond sluiten/aangaan met
-
15 achter iemand, iets aangaan
achter iemand, iets aangaanessayer de rattraper qn., qc.; 〈 figuurlijk〉 partir à la recherche de qn., de qc. -
16 bij een vriend aangaan
bij een vriend aangaan -
17 de strijd aangaan
de strijd aangaan -
18 een bondgenootschap aangaan, sluiten
een bondgenootschap aangaan, sluitenDeens-Russisch woordenboek > een bondgenootschap aangaan, sluiten
-
19 een coalitie aangaan
een coalitie aangaan -
20 een compromis aangaan, sluiten
een compromis aangaan, sluiten
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Пенджабский
- Русский
- Турецкий
- Французский
- Шведский