-
1 опьянеть
dronken worden -
2 пьянеть
dronken worden -
3 becoming drunk
dronken worden -
4 getting drunk
dronken worden -
5 get drunk
-
6 drink hard
dronken worden, tot dronkens toe drinken -
7 drunk
adj. dronken--------n. dronkemandrunk1[ drungk] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————drunk21 dronken♦voorbeelden:drunk and disorderly • in kennelijke staatget drunk • dronken worden, zich bezattenblind/dead drunk • stomdronkendrunk with power • tiranniek, machtswellustig————————drunk3→ drink drink/ -
8 enivrer
enivrer [ãnievree]1. v 2. s'enivrerv -
9 get messed up
vies worden; dronken worden -
10 fuddle
n. verwarring, aantijging--------v. benevelen; verwarren, verbijsteren; dronken worden[ fudl] 〈 geen meervoud〉♦voorbeelden: -
11 hit the bottle
-
12 sober
adj. sober; helder, nuchter,niet dronken; helder van zinnen; weloverwogen; rustig; terughoudend, beheersend--------v. nuchter worden/maken, (doen) bedarensober1[ soobə] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉5 ernstig♦voorbeelden:a sober dress • een stemmige jurk————————sober2〈 werkwoord〉 -
13 souse
n. pekel (saus); het marineren, het inpekelenl; onderdompeling; pekelvlees--------v. dronken voeren; aanvallen; marineren, pekelen; in-, onderdompelen; overgieten; doornat worden[ saus]II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
14 prime
adj. hoofd-; hoofdzaak; uitgelezen, prima; essentieel; voortreffelijk--------n. hoogste volmaaktheid, bloei, hoogtepunt; priemgetal (wisk.)--------v. (motor) opgang brengen; opladen; beginnen; klaarmaken (voor gebruik)prime1[ prajm] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:she's well past her prime • ze is niet jong meer————————prime2♦voorbeelden:the prime meridian • de nulmeridiaanprime motive • hoofdmotief————————prime3〈 werkwoord〉3 〈 techniek, technologie〉 op gang brengen 〈 door ingieten van water of olie〉 ⇒ voeden 〈 pomp〉, injecteren 〈 motor〉♦voorbeelden: -
15 skinful
n. zakvol (wijn); buikvol (wijn) -
16 compte
compte [kõt]〈m.〉1 berekening ⇒ telling, (het) aftellen, (het) opsommen♦voorbeelden:compte rond • rond getalle compte est bon • de berekening kloptfaire le compte • de rekening opmaken, de optelling makenfaire le compte de qc. à qn. • iemand iets voorrekenencompte à rebours • (het) aftellen2 〈 figuurlijk〉 compte d'apothicaire • overdreven gespecificeerde, ondoorzichtige gepeperde rekeningun compte en banque • een bankrekeningcompte chèque postal • (post)girorekeningcompte en participation • gezamenlijke rekeningcompte des pertes et profits, compte des profits et des pertes • winst-en-verliesrekeningcompte courant • rekening-courantcompte courant postal • (post)girorekeningcompte joint • gezamenlijke rekening, en/of-rekeningpasser en compte • op de rekening boeken〈 informeel, figuurlijk〉 avoir son compte • zijn portie gehad hebben 〈 mishandeld, dood of dronken zijn〉〈 figuurlijk〉 demander son compte • zijn loon verlangen, zijn baan opzeggendonner son compte à qn. • iemand betalen; iemand ontslaanle compte n'y est pas • de rekening klopt nietil n'a pas touché son compte • hij heeft niet gekregen waar hij recht op heefty trouver son compte • aan zijn trekken komens'installer, s'établir à son compte • voor zichzelf beginnenêtre à son compte • zelfstandig zijnprendre qc. à son compte • de verantwoording op zich nemenpour mon propre compte • voor mezelfacheter pour son propre compte • voor eigen rekening kopenpour le compte de • voor rekening van, in opdracht vanmettre qc. sur le compte de qn. • iets op iemands rekening schrijven, iemand iets verwijtenrendre compte de qc. • verslag uitbrengen over iets, iets vermeldense rendre compte de qc. • zich rekenschap geven van iets, iets beseffentu te rends compte! • stel je eens voor!compte rendu • verslag, recensie, beoordelingtenir compte de • rekening houden metêtre loin du compte • ver van de werkelijkheid verwijderd zijn, er ver naast zittenà bon compte • goedkoopil s'en est tiré à bon compte • hij is er goedkoop, zonder kleerscheuren vanaf gekomenà ce compte-là • zo beschouwd, als je zo redeneert, als iedereen zo zou denkenprendre en compte • rekening houden metpour mon compte • wat mij betreftlaisser pour compte • laten zitten, links laten liggenun laissé pour compte • een door iedereen in de steek gelaten persoon; 〈 van dingen〉 een afdankertjem1) berekening, telling2) rekening3) voordeel4) rekenschap, verantwoording -
17 dégriser
dégriser [deegriezee]♦voorbeelden: -
18 empâter
empâter [ãpaatee]♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Buckler (beer) — beerbox abv|abv=0.5% (maximum)cite news title = Heineken roept Buckler bier terug work = [http://www.nieuws.nl/ nieuws.nl] language = Dutch publisher = Nieuws.nl date = 2004 06 15 url = http://dossiers.nieuws.nl/economie/heineken/176562… … Wikipedia
Wasser — 1. Alle kleinen Wasser laufen in die grossen. – Simrock, 11227; Körte, 6528; Braun, I, 4928. »Die kleinen Wasser allgemein laufen in die grossen hinein.« Die Russen: Das Wasser, was die Ladoga der Newa gibt, gibt die Newa dem Finnischen Meerbusen … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Narr — (s. ⇨ Geck). 1. A Narr hot a schöne Welt. (Jüd. deutsch. Warschau.) Dem Dummen erscheint die Welt um so schöner, als er von manchen ihrer Uebel und Leiden nicht berührt wird. 2. A Narr hot lieb Süss. (Jüd. deutsch. Warschau.) Diese auch in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wort — 1. A guids Woat pfint a guids Oat. (Steiermark.) – Firmenich, II, 767, 73. 2. A güt Wort bringt a güte Äntver (Antwort). (Warschau. Jüd. deutsch.) Freundliches Entgegenkommen gewinnt die Herzen. 3. Allen Worten ist nicht zu glauben. – Henisch,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Thun — 1. Allein thon, allein büsst. – Franck, I, 74b. 2. Alles gethan mit bedacht, hat niemand in vnglück bracht. – Gruter, III, 4. Lat.: Praecedat consideratio, et subsequatur operatio. (Chaos, 140.) 3. Alles ge(ver)than vor meinem end macht ein… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Trinken — 1. Beim Trinken und Essen wird der Kummer vergessen. 2. Besser trincken von einer fliegen, als von einem weidenblatt, denn das fellt ins Wasser, ein fliege wol in gutem Bier oder Wein ligt. – Henisch, 1146, 50; Petri, II, 39. 3. Bey Trincken vnd… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Weib — (s. ⇨ Frau). 1. A jüng Weib is wie a schön Vögele, was män muss halten in Steigele (Vogelbauer). (Jüd. deutsch. Warschau.) 2. A schämedig (schamhaftes) Weib is güt zü schlugen. (Warschau.) – Blass, 11. Weil es, um keinen Scandal zu machen, den… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Karel Lotsy — Karel Lotsij Karel Johannes Julianus Lotsy (* 3. März 1893 in Baltimore, Maryland (USA); † 29. August 1959 in Koog aan de Zaan; eigentlich Karel Lotsij) war ein niederländischer Fußball und Sportfunktionär. Von 1942 bis 1953 war er Vorsitzender… … Deutsch Wikipedia
Ansehen (Verbum) — 1. Ansehen deit gedenken; schrivt de Becker in Hadersleven. – Schütze. Dies holsteinische Sprichwort rührt daher, dass ein Bäcker in Hadersleben, dessen Haus sehr vor dem Anlauf der Reisenden lag, über verschiedene an die Vorderseite seines… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Gesell — 1. Am Gesellen erkennt man den Mann. – Eiselein, 230. 2. An den Gesellen erkennt man den Gesellen. – Körte, 2075; Simrock, 3508. Mhd.: Den man acht ich sicherlich reht als er gesellet sich. (Cato.) (Zingerle, 52.) – Ezn hât dekein geselleschaft… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon