-
1 dressuur
♦voorbeelden: -
2 dressuur
-
3 dressuur
сущ.общ. дрессировка -
4 dressuur
-
5 dressuur
deDressur f -
6 dressuur
n. dressage, series of exercises done by a horses (Equestrian) -
7 dressuur
дрессировка -
8 de eerste prijs bij het onderdeel dressuur
de eerste prijs bij het onderdeel dressuurVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de eerste prijs bij het onderdeel dressuur
-
9 dressage
-
10 école
école [eekol]〈v.〉1 school 〈 ook schoolgebouw, de gezamenlijke scholieren al dan niet met inbegrip van de leerkrachten〉 ⇒ onderwijs, leerschool♦voorbeelden:Ecole des Arts et Métiers •〈 tertiaire opleiding voor ingenieurs〉jeunesse des écoles • schooljeugdécole de secrétariat • secretaressenopleidingêtre à bonne école • in goede handen zijnfaire l'école buissonnière • spijbelengrandes écoles •〈 instellingen op universitair niveau en opleidend voor een beroep〉école libre • katholieke schoolécole maternelle • kleuterschoolécole nationale professionnelle • lagere technische schoolécole nationale d'administration •〈 hogeschool voor topambtenaren〉école normale supérieure •〈 hoogste universitaire lerarenopleiding in Frankrijk〉école normale primaire • pedagogische academieécole primaire, primaire élémentaire • basisschoolavoir été à rude école • een harde leerschool achter de rug hebbenécole secondaire • middelbare schoolécole supérieure • hogeschoolenfant en âge d'aller à l'école • kind dat leerplichtig, schoolrijp isfaire l'école • voor de klas staanfréquenter une école • ergens op school zittenrenvoyer qn. à l'école, conseiller à qn. de retourner à l'école • iemand zijn schoolgeld terug laten halen 〈 figuurlijk〉sentir l'école • iets schoolmeesterachtigs hebbentenir école • les geven, school houdenécole du soldat • rekrutenopleidingà l'école de • onder leiding van→ rentrée3 haute école • hogeschool, hogere dressuurf -
11 dressage
-
12 Arbeit
Arbeit〈v.; Arbeit, Arbeiten〉3 arbeid, werk ⇒ job, baan4 bewerking, uitvoering5 werk(stuk) ⇒ product, studie♦voorbeelden:ganze, gründliche Arbeit leisten, tun • grondig te werk gaanArbeit macht das Leben süß • werken maakt het leven aangenaaman die Arbeit gehen • aan het werk gaanbei der Arbeit sein, sitzen • aan het werk(en) zijnder Vulkan ist in voller Arbeit • de vulkaan is in volle werkingmit der Arbeit aufhören • ophouden met werkenvor Arbeit nicht mehr aus den Augen sehen • tot over zijn oren in het werk zittendu machst dir die Arbeit leicht • je maakt het je (wel) gemakkelijkdu machst dir unnötige Arbeit • je doet nodeloze moeitekeine Mühe und Arbeit scheuen • geen moeite schuwenin Arbeit (und Brot) kommen, stehen • werk krijgen, hebbenjemanden in Arbeit nehmen • iemand in dienst nemen(bei jemandem) in Arbeit sein, stehen • (bij iemand) werk hebbenohne Arbeit sein • zonder werk, werkloos zijnzur Arbeit gehen • naar zijn werk gaanetwas in Arbeit haben • iets aan het maken zijn, iets onder handen hebbenetwas in Arbeit nehmen • een werk aannemenin Arbeit sein • in de maak zijnnur halbe Arbeit machen • slechts half werk levereneine saubere Arbeit • (a) een verzorgd, keurig werk; (b) een mooi stukje werk • 〈 ook〉 een knap staaltjeeine Arbeit schreiben lassen • een proefwerk laten makenArbeit mit einem Hund • africhting van een hond -
13 дрессировка
ngener. dressuur, väljaõpetus -
14 дрессировка
ngener. africhting, dressuur, temming -
15 schooling
-
16 taming
n. africhting, dressuur -
17 haute école
haute écolehogeschool, hogere dressuur -
18 дрессировка
ngener. africhting, dressuur, temming -
19 hogeschool
2 [dressuur van paarden] high school (riding), dressage ⇒ haute école♦voorbeelden: -
20 дрессировка
dresseerimine; dressuur; drill; väljakoolitamine
- 1
- 2
См. также в других словарях:
KWPN — Wichtige Daten Ursprung: Niederlande Hauptzuchtgebiet: Niederlande Verbreitung: Europa, USA Stoc … Deutsch Wikipedia
Niederländisches Warmblut — KWPN Wichtige Daten Ursprung: Niederlande Hauptzuchtgebiet: Niederlande Verbreitung: Europa, USA Stockmaß: 165–170 cm … Deutsch Wikipedia