-
1 tekenaar
tekenares 〈 de (vrouwelijk)〉♦voorbeelden:1 artistiek tekenaar • artist, designerbouwkundig/werktuigkundig tekenaar • architectural/mechanical (engineering) draughtsmantechnisch tekenaar • technical draughtsman————————tekenaarster 〈 de (vrouwelijk)〉 -
2 constructeur
n. designer, structural engineer, draughtsman -
3 damschijf
n. draughtsman -
4 tekenaar
n. draftsman, draughtsman, pantograph, drawer -
5 tekenaar
• designer• draughtsman -
6 bouwkundig tekenaar
bouwkundig tekenaarVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bouwkundig tekenaar
-
7 bouwkundig
♦voorbeelden:bouwkundig tekenaar • (architectural) draughtsman -
8 bouwkundig/werktuigkundig tekenaar
bouwkundig/werktuigkundig tekenaararchitectural/mechanical (engineering) draughtsmanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bouwkundig/werktuigkundig tekenaar
-
9 opsteller
-
10 stuk
stuk1〈 het〉1 [deel] piece ⇒ part, fragment, 〈 land〉 lot, length 〈 stof, plank, koord〉 〈ook → link=stukje stukje〉2 [(grote) hoeveelheid] lot7 [document] document, paper10 [muziekstuk] piece (of music)13 [gestalte] stature, build♦voorbeelden:1 stukken en brokken • bits and pieces, odds and endsiets in stukken snijden • cut something up (into pieces)een stuk met iemand meelopen • accompany someone part of the way〈 figuurlijk〉 werken dat de stukken er af vliegen • work with a vengeance/at full tiltiets aan stukken slaan/gooien • knock/smash something to piecesiets in stukken scheuren • tear something to pieceshet perceel werd in drie stukken verdeeld • the parcel was divided into three lotseen stuk uit een boek voorlezen • read a passage/section from a book〈 figuurlijk〉 een man uit één stuk • a man of character/of honour, salt of the earthuit één stuk vervaardigd • made in/of one pieceeen goed stuk werk • a fine piece of workeen stuk beter • much/a lot betterstukken beter • quite a lot/far bettermijn klas is een heel stuk voor • my class is well aheadzij is een stuk afgeslankt • she has lost quite a bit of weightdat zou ons een stuk verder brengen • that would help us a lotiets/iemand met stukken slaan • defeat someone/something by a large marginop geen stukken na • not by a long way/shot/ 〈 Brits-Engels ook〉chalk, not nearly3 een stuk gereedschap • a piece of equipment, a tooleen stuk speelgoed • a toyeen groot stuk zeep • a large cake/tablet of soapsigaren van twee gulden per stuk • cigars of two guilders each/apiece/a pieceper stuk verkopen • sell by the piece/singlystuk voor stuk werden de onderdelen vervangen • the parts were replaced one by onehet zijn stuk voor stuk deugnieten • they're rascals, every one of themtwintig stuks vee • twenty head of cattlevier stuks bagage • four pieces of luggageeen stuk of tien appels • about ten/ten or so apples4 aangetekend stuk • registered mail/letter/item5 een lekker stuk • a nice bit of skirt/stuff/crumpetiets met de stukken kunnen bewijzen • have documents to prove something11 een stuk in een broek zetten • patch a pair of trousers/ Apantshij had stukken op zijn ellebogen • he had elbow patches〈 informeel〉 een raar stuk vreten • a rum customer, a right one13 klein van stuk • small, of small stature, shortstukken aan toonder • bearer securities¶ op zijn stuk blijven staan • hold one's ground, stick to one's gunsvan zijn stuk raken • lose one's head, be put off one's balanceiemand van zijn stuk brengen • unsettle/unnerve/disconcert someoneeen stuk in de kraag hebben • be tight/plasteredop het stuk van … • as far as … is concerned————————stuk21 [aan stukken] apart, to pieces3 [onder de indruk, ingenomen met] impressed (by)♦voorbeelden:het kopje viel stuk • the cup fell to pieces/fell and brokeiets stuk maken • break/ruin something -
11 technisch tekenaar
technisch tekenaarVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > technisch tekenaar
См. также в других словарях:
Draughtsman — Draughts man, n.; pl. {Draughtsmen}. 1. One who draws pleadings or other writings. [1913 Webster] 2. One who draws plans and sketches of machinery, structures, and places; also, more generally, one who makes drawings of any kind. [1913 Webster] 3 … The Collaborative International Dictionary of English
draughtsman — 1660s, from gen. of DRAUGHT (Cf. draught) + MAN (Cf. man) … Etymology dictionary
draughtsman — (or draughtswoman) ► NOUN 1) a person who makes detailed technical plans or drawings. 2) an artist skilled in drawing. 3) variant spelling of DRAFTSMAN(Cf. ↑draftsman). DERIVATIVES draughtsmanship noun … English terms dictionary
draughtsman — [drafts′mən, dräftsmən] n. pl. draughtsmen [drafts′mən, dräftsmən] 1. Brit. sp. of DRAFTSMAN 2. Brit. any of the pieces used in playing draughts draughtsmanship n … English World dictionary
Draughtsman — See also drafter. For the board game piece, see Draughts. A draughtsman or draftsman (the former more often in the UK, the latter more often in the US), is a person skilled in drawing, either: drawing for artistic purposes, or technical drawing… … Wikipedia
draughtsman — [[t]drɑ͟ːftsmən, dræ̱fts [/t]] draughtsmen (in AM, use draftsman) 1) N COUNT A draughtsman is someone whose job is to prepare very detailed drawings of machinery, equipment, or buildings. 2) N COUNT: usu adj N If someone is a good draughtsman,… … English dictionary
draughtsman — UK [ˈdrɑːftsmən] / US [ˈdræftsmən] noun [countable] Word forms draughtsman : singular draughtsman plural draughtsmen UK [ˈdrɑːftsmən] / US [ˈdræftsmən] 1) someone whose job is to draw the plans for something that people are going to make or build … English dictionary
draughtsman — chiefly British variant of draftsman … New Collegiate Dictionary
draughtsman — /drafts meuhn, drahfts /, n., pl. draughtsmen. Brit. 1. a checker, as used in the game of checkers. 2. draftsman (defs. 1 4). [1655 65; DRAUGHT + S3 + MAN1] * * * … Universalium
draughtsman — noun /ˈdɹɑːftsmən/ a) A person skilled at drawing engineering or architectural plans. b) A piece in the game of draughts (checkers). Syn: d … Wiktionary
draughtsman — Synonyms and related words: CD, IOU, MO, abbreviation, abbreviature, abrege, abridgment, abstract, acceptance, acceptance bill, air current, arrangement, article, attraction, autograph, bag, bang, bank acceptance, bank check, beverage, bill, bill … Moby Thesaurus