-
1 Disposition
Disposition〈v.; Disposition, Dispositionen〉♦voorbeelden:etwas zu seiner freien Disposition haben • vrij over iets kunnen beschikkenjemanden zur Disposition stellen • iemand op non-actief stellen -
2 disposition
disposition [diespooziesjõ]〈v.〉1 indeling ⇒ schikking, inrichting4 neiging ⇒ stemming, zin♦voorbeelden:être dans de bonnes, mauvaises dispositions • een goed, slecht humeur hebben1. f1) indeling, inrichting2) beschikking3) bepaling4) neiging2. dispositionsf pl1) maatregelen2) aanleg, begaafdheid -
3 disposition
n. plaatsing, rangschikking; aard, neiging[ dispəzisjn]1 plaatsing ⇒ rangschikking, ordening, opstelling2 beschikking ⇒ regeling, maatregel3 aard ⇒ karakter, neiging♦voorbeelden: -
4 disposition
beschikking -
5 disposition typographique
disposition typographiqueDictionnaire français-néerlandais > disposition typographique
-
6 a disposition of Providence
-
7 she has/is of a happy disposition
she has/is of a happy dispositionEnglish-Dutch dictionary > she has/is of a happy disposition
-
8 with a gentle disposition
-
9 avoir une disposition à contracter une maladie
avoir une disposition à contracter une maladieDictionnaire français-néerlandais > avoir une disposition à contracter une maladie
-
10 mettre qc. à la disposition de qn.
mettre qc. à la disposition de qn.Dictionnaire français-néerlandais > mettre qc. à la disposition de qn.
-
11 mise à disposition
mise à disposition -
12 etwas zu seiner freien Disposition haben
etwas zu seiner freien Disposition habenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > etwas zu seiner freien Disposition haben
-
13 jemanden zur Disposition stellen
jemanden zur Disposition stellenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemanden zur Disposition stellen
-
14 seine körperliche Disposition
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > seine körperliche Disposition
-
15 defence disposition
verdedigingsrangschikking (uitzetten van strijdkrachten op geordende wijze ter verdediging v.e. gebied) -
16 with
prep. met; behorend tot; met behulp van; door middel van; door; uit; voor; bij ; van[ wið, wiθ]♦voorbeelden:a conversation with Jill • een gesprek met Jillcompared with Mary • vergeleken bij Maryangry with Sheila • kwaad op Sheilawith your permission • met uw toestemmingit changes with the seasons • het verandert met de seizoenenwith the sun • met de zon meesail with the wind • met de wind zeilenare you still with me? • snap je me nog?, kun je me nog volgen?come with me • kom met mij mee3 he assumed, with the author, that … • hij nam, met de auteur, aan dat …she can sing with the best of them • ze kan zingen als de bestehe worked with Bayer • hij werkte bij Bayerthis, with the books, should do • met de boeken, zou dit moeten volstaanwith the bow it looks just like new • met de strik ziet het eruit als nieuwhe came with his daughter • hij kwam met zijn dochterwith a gentle disposition • met een zacht karakterhe did it with ease • hij deed het met gemakdo business with the farmers • zaken doen met de boerenhe watched with fear • hij keek toe vol angsthe walked with his hands in his pockets • hij liep met de handen in de zakkenI like it with sauce • ik eet het graag met sausit went with great speed • het ging heel snelwhat's with him? • wat is er met hem (aan de hand)?spring is with us • het is lentepeace be with you • vrede zij met uit's all right with me • ik vind het goed/mij is het om het evenI left it with Jill • ik vertrouwde het aan (de zorgen van) Jill toethe doctor is with John • de dokter is bij Janwith Mary it always fails • bij Mary mislukt het altijd5 a nice girl, with all her faults • een lief meisje, ondanks haar gebrekenbowed down with grief • gebukt onder droefenisthey woke her with their noise • zij maakten haar wakker met hun lawaaipleased with the results • tevreden over de resultatenmix it with a spoon • meng het met een lepelfilled with water • vol watersick with worry • ziek van de zorgenwith his death all changed • met zijn dood veranderde alleshe arrived with Mary • hij kwam tegelijkertijd met Mary aanwith that he left • dit gezegd zijnde vertrok hijwhat with this, that and the other, I never finished it • met alles wat erbij kwam heb ik het nooit afgekregenaway/down with him! • weg met hem!off with you • maak dat je wegkomtit's all over with him • het is met hem afgelopenwhat's up with him? • wat heeft hij?→ be with be with/ -
17 mise
mise [miez]〈v.〉1 〈wordt in 't Nederlands weergegeven op een manier die een handeling aangeeft die betrekking heeft op het erop volgende zelfstandig naamwoord en wordt meestal vertaald door ‘het + onbepaalde wijs’ of door ‘-ing’, bijv. het pensioneren of pensionering〉♦voorbeelden:mise à l'eau • tewaterlatingmise à exécution • uitvoeringmise à jour • (het) bijwerken〈 elektriciteit〉 mise à la masse • (het) aarden, aardingmise à prix • 〈 bij veiling〉 inzet; 〈 ook〉 geldelijke beloning uitgeloofd voor het vinden van een schuldigemise à la retraite • pensioneringmise à sac • plunderingmise au pas • (het) tot de orde roepenavoir une mise au point • de zaak met elkaar uitsprekenmise aux enchères • (het) veilen, veilingmise en accusation • (het) in staat van beschuldiging stellenmise en bouteilles • (het) bottelenmise en demeure • ingebrekestellingmise en état • (het) herstellenmise en garde • waarschuwingmise en liberté • invrijheidstellingmise en ondes • radiobewerking〈 boekwezen〉 mise en pages • opmaak, lay-outmise en place • 〈 van machine, toestel, inrichting〉plaatsing, opstelling, (het) aanbrengen; 〈 van politie, militairen〉 opstelling; 〈 van commissie〉 aanstellingfaire une mise en plis • watergolvenmise en pratique • (het) in praktijk brengenmise en route • (het) starten, (het) op gang brengenmise en scène • regie, ensceneringmise en sécurité, en sûreté • (het) in veiligheid brengenmise en service • (het) in dienst stellenmise en vente • (het) in de handel brengenmise en vigueur • (het) van kracht wordenmise hors combat • (het) uitschakelenmise hors service • (het) buiten dienst stellensauver la mise à qn. • iemand uit de brand helpenêtre de mise • van toepassing zijnne pas être de mise • niet gepast zijn————————
См. также в других словарях:
disposition — [ dispozisjɔ̃ ] n. f. • XIIe; lat. dispositio → disposer 1 ♦ Action de disposer, de mettre dans un certain ordre; résultat de cette action. Une disposition régulière d objets. ⇒ ordre, rangement. La disposition des massifs, des ornements. ⇒… … Encyclopédie Universelle
disposition — DISPOSITION. s. f. Arrangement, situation. La disposition des parties du cerps, des organes. La disposition de ces lieux là étoit telle. La disposition d un jardin, d un tableau, d une architecture de bâtiment. La disposition des troupes. La… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
disposition — Disposition. subst. f. Arrangement, situation. La disposition des parties du corps, des organes. la disposition de ces lieux là estoit telle. la disposition de ces troupes. la disposition de la bataille. la disposition de son discours. la… … Dictionnaire de l'Académie française
disposition — dis·po·si·tion n 1 a: the final determination of a matter (as a case or motion) by a court or quasi judicial tribunal the beneficiary of such a disposition of charges against him United States v. Smith, 354 A.2d 510 (1976) compare decision,… … Law dictionary
Disposition — Dis po*si tion, n. [F. disposition, dispositio, fr. disponere to dispose; dis + ponere to place. See {Position}, and cf. {Dispone}.] 1. The act of disposing, arranging, ordering, regulating, or transferring; application; disposal; as, the… … The Collaborative International Dictionary of English
Disposition — (von lat.: dispositio = „Aufteilung“,„Zuweisung“; „Anordnung“, „Verwaltung“, „Verfügung“ [dispositio omnipotens], „Fügung“ [schicksalhaft], „Aufstellung“, „Gliederung“, „Plan“) steht für: Disposition (Medizin), eine Anfälligkeit für die… … Deutsch Wikipedia
disposition — [dis΄pə zish′ən] n. [ME disposicioun < OFr disposition < L dispositio < dispositus, pp. of disponere, to arrange: see DIS & POSITION] 1. a putting in order or being put in order; arrangement [the disposition of the troops] 2. management… … English World dictionary
disposition — UK US /ˌdɪspəˈzɪʃən/ noun ► [C or U] the process of selling something or formally giving it to someone: »We have no control over the disposition of the funds in that account. »Not more than 30% of a Fund s gross income can be derived from gains… … Financial and business terms
disposition — 1 *disposal Analogous words: administering or administration, dispensing or dispensation (see corresponding verbs at ADMINISTER): management, direction, controlling or control, conducting or conduct (see corresponding verbs at CONDUCT):… … New Dictionary of Synonyms
disposition — [n1] personal temperament bag*, being, bent, bias, cast, character, complexion, constitution, cup of tea*, druthers*, emotions, flash, frame of mind, groove*, habit, humor, identity, inclination, individualism, individuality, leaning, make up,… … New thesaurus
Dispositĭon — (v. lat.), 1) Anordnung, Verordnung; so hießen Dispositiones, die Verordnungen der römischen Kaiser für den Augenblick, z.B. wenn er in den Krieg ziehen, verreisen etc. wollte. Dieses gehörte in ein eigenes Departement (Scrinium). das unter dem… … Pierer's Universal-Lexikon