-
1 draaierij
détour, faux-fuyant, prétexte -
2 smoes
détour, faux-fuyant, prétexte -
3 smoesje
détour, faux-fuyant, prétexte -
4 om
om1♦voorbeelden:1 waar gaat het om? • de quoi s'agit-il?kom daar nu eens om! • on n'en fait plus des pareils¶ toen we de hoek om kwamen, … • après avoir tourné le coin de la rue, nous …doe je mantel om • mets ton manteau sur tes épauleshij had een das om • il portait une cravate'm om hebben • être partideze weg is om • ce chemin fait un détourdat is minstens een kwartier om • c'est un détour d'au moins un quart d'heurehet uur is om • l'heure est passéeuw tijd is om • c'est l'heureals de week om is • à la fin de la semainede wind is om • le vent a tournéde dagen zijn zo gauw om • les journées passent vitedat gaat buiten hem om • 〈 daar weet hij niets van〉 cela se passe à son insu; 〈 daar heeft hij niets mee te maken〉 il n'y est pour rien; 〈 dat raakt hem niet〉 cela ne le concerne pasom en om • alternativement————————om2〈 voorzetsel〉1 [rondom] autour de2 [vlak bij] tout près3 [omstreeks] vers4 [juist op het tijdstip van] à 〈+ tijdaanduiding〉5 [telkens na] tous, toutes les 〈+ tijdaanduiding〉6 [(in ruil) voor; ter wille van; vanwege] pour♦voorbeelden:om het huis lopen • faire le tour de la maisonde weg loopt om het huis heen • le chemin contourne la maisonmet een glimlach om zijn lippen • le sourire aux lèvresom de tafel gaan zitten • s'asseoir autour de la tablede kroeg om de hoek • le bistrot du coinzij had haar kinderen om zich (heen) • elle était entourée de ses enfantsze is al om en (na)bij de zestig • elle approche de la soixantaineom en (na)bij drie jaar • environ trois ans6 het is om de zaak, niet om de persoon te doen • il s'agit de l'affaire, non de la personneik kom om te eten • je viens pour mangerom niet • pour rien→ link=hand hand -
5 omlopen
1 [om iets heen lopen] faire le tour de2 [rondlopen] faire un (petit) tour3 [via een omweg lopen] faire un détour4 [om iets heen gaan] entourer♦voorbeelden:3 wat hebben we een eind omgelopen! • on a fait un bon détour! -
6 omrijden
1 [langs een omweg rijden] faire un détour (en voiture)2 [om iets heen rijden] faire le tour (de)3 [rondrijden] se promener (en voiture) (dans)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [omverrijden] renverser -
7 omslag
I 〈de〉♦voorbeelden: -
8 rechttoe
rechttoe, rechtaan————————♦voorbeelden: -
9 gedraai
-
10 omslag
m1) changement m brusque2) façons f pl3) détour m4) revers m5) couverture f6) chemise f7) enveloppe f -
11 omvaren
-
12 omweg
-
13 beetje
beetje1〈 het〉♦voorbeelden:een (heel) klein beetje ( …) • un (tout) petit peu (de …)zo'n beetje overal • un peu partoutbeetje bij beetje • peu à peu————————beetje2I 〈 bijwoord〉1 [ietwat] un peu♦voorbeelden:¶ ik ga daar een beetje tien kilometer omrijden • tu ne crois pas que je vais faire un détour de dix kilomètreszij ging daar een beetje zijn rommel op zitten ruimen • voilà qu'elle s'est mise à ranger ses affairesmaak het een beetje! • non, mais des fois!II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:1 een beetje technicus verhelpt dat zo • un technicien qui se respecte fera cette réparation en un tour de maineen beetje kantoor heeft zo'n machine • tout bureau digne de ce nom possède une telle machine -
14 bewoordingen
♦voorbeelden:in ronde bewoordingen • sans détourscherpe bewoordingen • propos violentsin bedekte bewoordingen • en termes voilés -
15 dat is minstens een kwartier om
dat is minstens een kwartier omDeens-Russisch woordenboek > dat is minstens een kwartier om
-
16 deze weg is om
deze weg is om -
17 een heel eind omgaan
een heel eind omgaan -
18 ik ga daar een beetje tien kilometer omrijden
ik ga daar een beetje tien kilometer omrijdenDeens-Russisch woordenboek > ik ga daar een beetje tien kilometer omrijden
-
19 in ronde bewoordingen
in ronde bewoordingen -
20 man
♦voorbeelden:er zijn anderhalve man en een paardenkop • il n'y a que quatre pelés et un tondudie arme man • ce pauvre bonhommeeen geleerd man • un savantde gewone man • l'homme de la ruede juiste man op de juiste plaats • l'homme de la circonstanceeen oude man • un vieillardhij is daar de rechte man niet voor • ce n'est pas l'homme qu'il fauthij is er de man niet naar om • il n'est pas l'homme àman overboord! • un homme à la mer!zij waren vijf man sterk • ils étaient cinqiets aan de man brengen • trouver acheteurrecht op de man af spreken • parler cruop de man af • sans détouriemand iets recht op de man af zeggen • ne pas l'envoyer dire à qn.het kost een tientje per man • ça coûte dix florins par personneeen man van zijn woord • un homme de paroleeen man van niks • un rien du touteen gevecht van man tot man • un corps à corpsman voor man • un à unals één man • comme un seul hommeals een man • en homme〈 spreekwoord〉 een man een man, een woord een woord • chose promise, chose duemet hoeveel man zijn we? • combien sommes-nous?mans genoeg zijn om • être de taille à
- 1
- 2
См. также в других словарях:
détour — [ detur ] n. m. • destor « lieu écarté » XIIe; de détourner 1 ♦ (XIIIe) Tracé qui s écarte du chemin direct (voie, cours d eau). ⇒ angle, boucle, coude, courbe, 2. tournant; zigzag. La rivière fait un large détour. ⇒ méandre, sinuosité. Le chemin … Encyclopédie Universelle
détour — DÉTOUR. sub. mas. Sinuosité. La rivière fait là un détour, fait plusieurs détours. [b]f♛/b] Il signifie aussi Un endroit qui va en tournant. Il y a un détour à droite, à gauche. Il l attendit à un détour. Le détour de la rue. [b]f♛/b] Il se dit… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
detour — I noun alternate route, by pass, by passage, circuitous route, deflection, departure, deviation, deviation from a direct course, digression, diversion, excursion, indirect path, loop, roundabout course, temporary route, wrong course associated… … Law dictionary
detour — [dē′toor΄; ] also [ dē toor′, ditoor′] n. [Fr détour, a turning, evasion < détourner, to turn aside < OFr destourner < des (L dis ), away + tourner: see TURN] 1. a roundabout way; deviation from a direct way 2. a route used when the… … English World dictionary
Detour — (engl. Umleitung) steht für: einen Roman von Martin Goldsmith aus dem Jahr 1939. den Originaltitel einer Verfilmung dieses Romans aus dem Jahr 1945, siehe Umleitung (Film). ein Remake dieses Films aus dem Jahr 1992. den Originaltitel des Films… … Deutsch Wikipedia
detour — 1738, from Fr. détour, from O.Fr. destor side road, byway; evasion, excuse, from destorner turn aside, from des aside + tourner to turn (see TURN (Cf. turn)). The verb is attested from 1836 (intrans.); 1905 (trans.). Related: Detoured; detouring … Etymology dictionary
detour — ► NOUN ▪ a divergence from a direct or intended route. ► VERB ▪ take a detour. ORIGIN French, change of direction … English terms dictionary
Detour — De tour , n. [F. d[ e]tour, fr. d[ e]tourner to turn aside; pref. d[ e] (L. dis ) + tourner to turn. See {Turn}.] A turning; a circuitous route; a deviation from a direct course; as, the detours of the Mississippi. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Detour — (fr., spr. Detuhr), 1) Um , Abweg; 2) Abschweifung, durch die man das Gespräch auf einen andern Gegenstand leitet; daher Detourniren, ablenken … Pierer's Universal-Lexikon
Detour — (franz., spr. tūr), Um , Abweg; Umschweif, Winkelzug, Ausflucht; detournieren, ablenken, abschweifen … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Détour — (frz., spr. tuhr), Um , Abweg; Ausflucht … Kleines Konversations-Lexikon