-
1 dessert
-
2 dessert wine
dessert wine -
3 have either cheese or a dessert
-
4 floating island
dessert gemaakt van custard met drijvende hoeveelheden van geklopt eiwit; drijvende landstukken gelijkend op een eiland -
5 either
adj. het een of het ander--------adv. ook; ook niet--------pron. dit of dat; het een of het andereither1[ ajðə] 〈 voornaamwoord〉2 beide(n) ⇒ alle twee, allebei♦voorbeelden:‘Sherry or hock?’ ‘Either’ • ‘Sherry of rijnwijn?’ ‘Maakt niet uit’————————either2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:she doesn't like apples, nor oranges either • ze lust geen appels en ook geen sinaasappelshe is hardworking and not unfriendly either • hij is een harde werker en bovendien niet onvriendelijk————————either3〈 determinator〉2 beide♦voorbeelden:2 in either case, either way • in beide gevallen, in elk gevalof either sex • van beiderlei kunneon either side • aan beide kanten————————either4〈voegwoord; met or〉1 of ⇒ ofwel, hetzij♦voorbeelden:she is either lazy or stupid • ze is (of) lui of domyou can either go or stay • je kunt weggaan of blijven -
6 fool
n. gek, dwaas; clown, gekkemaker--------v. in de maling nemen; iemand beet nemen; malen; van woordspeling gebruik makenfool1[ foe:l]1 dwaas ⇒ gek, zot(skap), stommeling♦voorbeelden:make a fool of oneself • zich (dwaas) aanstellenmake a fool of someone • iemand voor de gek houdenbe fool enough to • zo dwaas zijn om tebe a fool for one's pains • stank voor dank krijgenbe a fool for • gek zijn ophe's nobody's/no fool • hij is niet van gisterenbe enough of a fool to • zo gek zijn om te〈 spreekwoord〉 fools rush in where angels fear to tread • de meester in zijn wijsheid gist, de leerling in zijn waan beslist; 〈 ongeveer〉 de ekster wil zingen tegen de nachtegaal1 dessert van stijf geklopte room, ei, suiker en vruchten————————fool2〈 bijvoeglijk naamwoord〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉————————fool31 gek doen♦voorbeelden:2 fool about/around • rondlummelen, aanrommelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
7 junket
n. bep. dessert van gestriemde melk; snoepreisje; feest, fuif--------v. een snoepreisje maken; feesten, fuiven[ dzjungkit] -
8 pudding
-
9 sweet
adj. aardig; zoet; aangenaam; prettig--------adv. zoetelijk--------n. snoepje; toetjesweet1[ swie:t]1 lieveling ⇒ liefje, schatje♦voorbeelden:————————sweet2〈bijvoeglijk naamwoord; sweetness〉1 〈 benaming voor〉 zoet ⇒ lekker, heerlijk, geurig; melodieus, zacht; goed; lief, schattig, charmant, lief(elijk), aangenaam; vleiend♦voorbeelden:sweet nature • zachte natuur, beminnelijk karaktersweet pickles • zoetzuursweet scent • lekkere geurkeep someone sweet • iemand zoet/te vriend houdenat one's own sweet will • naar believen, naar eigen goeddunkenof its own sweet will • zomaar vanzelfhow sweet of you • wat aardig van jesweet dreams! • slaap lekker!〈 slang〉 sweet Fanny Adams • geen donder, geen ene moersweet pepper • paprikahave a sweet tooth • een zoetekauw zijnsweet violet • maarts viooltje -
10 whip
n. zweep; zweepslag; striem; slagroom; schuim, eierschuim; verkiezings oproep; het verzamelen van jachthonden; molenwiek, rijs, twijg--------v. met de zweep slaan; slaan; doen schuimen; klappen krijgen; snelle beweging; verzamelen; verlies lijden; vissen; bindenwhip1[ wip] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zweep ⇒ karwats, gesel♦voorbeelden:→ fair fair/————————whip2〈 whipped〉1 snel bewegen/doen ⇒ snellen, schieten♦voorbeelden:whip up • snel oppakken; snel in elkaar draaien/flansenhe whipped round the corner • hij schoot de hoek omII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 afvissen♦voorbeelden:he whipped up his audience • hij zweepte zijn toehoorders op -
11 betty
n. Fruitgebak voor dessert -
12 entremets
n. tussengerecht; nagerecht, zoete gerechten of dessert na een kaasmaaltijd; klein etentje tussen twee grotere -
13 kissel
n. dessert gemaakt van ingedikte vruchtenmoes -
14 macedoine
n. salade of dessert gemaakt van een mengeling van in stukjes gesneden fruit in gel of siroop; mengeling van in kleine stukjes gesneden groenten; mengelmoes; mengsel -
15 pavlova
n. Australische dessert gemaakt uit schuimgebakschelp gevuld met slagroom en vruchten, schuimtaart -
16 stemware
n. glas met voetstuk (voor wijn of dessert) -
17 tiramisu
n. Italiaans dessert (bestaande uit lange vingers, chocola, Mascarpone kaas, espresso koffie en in likeur geweekt)
См. также в других словарях:
dessert — [ desɛr ] n. m. • 1539 aussi « action de desservir la table »; de 2. desservir 1 ♦ Vx Dernier service d un repas, comportant fromages, pâtisserie, fruits. « Un dessert sans fromage est une belle à qui il manque un œil » (Brillat Savarin). 2 ♦ Mod … Encyclopédie Universelle
Dessert — Des*sert , n. [F., fr. desservir to remove from table, to clear the table; pref. des (L. dis ) + servir to serve, to serve at table. See {Serve}.] A service of pastry, fruits, or sweetmeats, at the close of a feast or entertainment; pastry,… … The Collaborative International Dictionary of English
Dessert — Sn Nachtisch erw. stil. (17. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. dessert m. (älter: desserte), zu frz. desservir abtragen , zu frz. servir aufwarten, dienen und de , dis , aus l. servīre dienen, Sklave sein , neben l. servus m. Diener, Sklave .… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
dessert — Dessert. s. m. Le fruit & tout ce qu on a accoustumé de servir à table avec le fruit. On avoit apporté le dessert, du dessert. un bon dessert. on estoit au dessert. nous n avons point de dessert. Il vieillit, & les gens polis disent, Le fruit … Dictionnaire de l'Académie française
dessert — DESSERT. s. m. Le fruit et tout ce qu on a accoutumé de servir à table avec le fruit. On avoit apporté le dessert, du dessert, un bon dessert. On dit plus communément, Le fruit. [b]f♛/b] Un ancien proverbe dit, Entre Pâque et la Pentecoûte, le… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
Dessert — Dessert, Nachtisch; bei großen Mahlzeiten muß dieser auf das Reichste und Geschmackvollste geordnet und zubereitet sein. Er ist der Schmuck der Tafel, und besteht meistentheils aus Confitüren, Eis. Früchten und süßem Backwerk aller Art und jeder… … Damen Conversations Lexikon
dessert — DESSERT: Regretter qu on n y chante plus. Les gens vertueux le méprisent : «Non ! non ! pas de pâtisseries ! Jamais de dessert !» … Dictionnaire des idées reçues
dessert — c.1600, from M.Fr. dessert (mid 16c.) last course, lit. removal of what has been served, from desservir clear the table, lit. un serve, from des remove, undo (see DIS (Cf. dis )) + O.Fr. servir to serve (see SERVE (Cf. ser … Etymology dictionary
Dessert — Dessert: Die Bezeichnung für »Nachtisch« wurde Mitte des 17. Jh.s aus frz. dessert, (älter:) desserte entlehnt. Das frz. Wort gehört zu desservir »die Speisen abtragen«, einer Gegenbildung mit dé... (lat. dis; vgl. ↑ dis..., ↑ Dis...) zu frz.… … Das Herkunftswörterbuch
dessert — [n] sweet treat cake, candy, confection, cookie, frozen dessert, frozen treat, fruit, ice cream, last course, pastry, pie, pudding, sweet, sweet course, tart; concept 457 … New thesaurus
Dessert — (fr., spr. Deffähr), was bei Mahlzeiten zu Ende derselben, mehr um den Geschmacksinn noch zu befriedigen, als zur eigentlichen Sättigung, auf die Tafel gesetzt u. genossen wird, es besteht solches aus Früchten (bes. feineren Obstarten),… … Pierer's Universal-Lexikon