-
1 Haus
〈o.; Hauses, Häuser〉♦voorbeelden:jemandem das Haus einrennen • iemand de deur platlopendas Haus hüten • binnen moeten blijvenjemandem das Haus verbieten • iemand de toegang tot het huis ontzeggenfrei Haus liefern • franco (t)huis leverenmit jemandem Haus an Haus wohnen • direct naast iemand wonenaußer Haus • buitenshuisdie Ware ins Haus schicken • de goederen thuisbezorgenkommen Sie gut nach Hause! • wel thuis!ich habe noch keinen Schritt vor das Haus getan • ik heb nog geen stap buiten de deur gezetzu Hause sein • thuis zijnsie ist in Berlin zu Hause • ze is een Berlijnsefür niemanden zu Hause • voor niemand te sprekenin etwas zu Hause sein • ergens in thuis zijn, verstand van iets hebbenHaus und Herd haben • een gezin hebbendas Hohe Haus • het parlementdie ersten Häuser der Stadt • de voornaamste families van de stadaus gutem Hause • van goeden huizesie führt ihm das Haus • zij doet voor hem de huishouding8 wie gehts, altes Haus? • hoe gaat het, ouwe jongen?¶ 〈 spreekwoord〉 wenn die Katze aus dem Hause ist, tanzen die Mäuse • als de kat van huis (honk) is, dansen de muizen op tafel (in het schotelhuis) -
2 Pflaster
Pflaster〈o.; Pflasters, Pflaster〉♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 dieser Ort ist ein gefährliches, heißes Pflaster • het leven is in deze stad gevaarlijk -
3 Tor
Tor!goal!————————Tor1〈m.; Toren, Toren〉 〈 formeel〉1 dwaas, gek————————Tor2〈o.; Tor(e)s, Tore〉2 〈 sport en spel〉doel, goal3 〈 sport en spel〉doelpunt, goal♦voorbeelden:1 〈 formeel〉 vor den Toren der Stadt • voor de poorten van de stad; 〈 ook〉 onder de rook van de stad〈informeel; figuurlijk〉 ins eigene Tor schießen • in eigen doel schieten, zijn eigen ruiten ingooien3 ein Tor erzielen, schießen • een doelpunt maken, scorenTor! • goal! -
4 gehen
gehenI 〈onovergankelijk werkwoord; sein〉5 komen, reiken♦voorbeelden:1 jemanden gehen lassen • 〈 (a) informeel〉iemand met rust laten, iemand laten (doen); (b) iemand loslatensich gehen lassen • zich laten gaanschlafen, schwimmen gehen • gaan slapen, zwemmenso gut es (eben) geht • zo goed en zo kwaad als het gaatmir ist es ebenso, genauso gegangen • (a) mij is het ook zo vergaan; (b) op mij is het ook zo overgekomen〈 informeel〉 wie gehts, wie stehts? • hoe staat het leven?an die Arbeit gehen • aan het werk gaanauf die Jagd gehen • op jacht gaandavon gehen fünf aufs, auf ein Kilo • daar gaan er vijf van in een kiloaus dem Haus gehen • het huis uit gaandas ging gegen seine Überzeugung • dat ging tegen zijn overtuiging inin die Stadt gehen • naar de stad gaan, de stad ingaanich ging in mich • ik keerde in mezelfin die Schule gehen • naar school gaanin Schwarz gehen • in het zwart (gekleed) gaansie geht ins zehnte Jahr • ze gaat haar tiende jaar inins Kino gehen • naar de bioscoop gaanmit der Zeit gehen • met zijn tijd meegaannach dem Äußeren gehen • op het uiterlijk afgaanwenn es nach mir ginge • als het aan mij lagmir geht nichts über ein Bier • er gaat mij niets boven een pilsjedas geht über meine Kräfte • dat gaat mijn krachten te bovenvon jemandem gehen • bij iemand weggaanich gehe zu meinem Onkel • ik ga naar mijn oomzur Schule gehen • naar school gaanam Stock gehen • met een stok lopener geht auf die 50 • hij loopt naar de 50in die hunderte, Hunderte gehen • in de honderden lopenin die tausende, Tausende gehen • in de duizenden lopenüber die Straße gehen • de straat, weg overstekenvor jemandem gehen • voor iemand (uit) lopen4 das Fenster geht auf die Straße, nach der Straße • het raam ziet uit op de straat, weg5 das Wasser ging ihm bis an die Knie, bis zu den Knien • het water kwam, reikte tot aan zijn knieën6 wer ist an meine Bücher gegangen? • wie heeft er aan mijn boeken gezeten?es ging nicht alles nach ihm • hij kreeg niet in alles zijn zinvor sich gehen • gebeuren, (in zijn werk) gaanwie jemand geht und steht • zoals iemand er (net) bij loopt, zomaar, spontaanII 〈overgankelijk werkwoord; sein〉♦voorbeelden:1 ich bin diesen Weg schon oft gegangen • ik heb deze weg al vaak gedaan, gelopen♦voorbeelden: -
5 in
in1〈voorzetsel + 3,4〉1 〈m.b.t. plaats〉in, naar2 〈m.b.t. tijd〉in, op, over3 〈m.b.t. wijze〉in, op4 〈 in vaste uitdrukkingen〉in♦voorbeelden:in die Schule gehen • naar school gaan, een school bezoekenin die Stadt fahren • naar de stad gaanin der Stadt sein • in de stad zijnin der Nacht • in de nacht, 's nachtsin einer Stunde, Woche • over een uur, weekin vielen Arten • in vele soorteneine gute Note in Mathematik • een goed cijfer voor wiskundeMitglied in einer Partei sein • lid van een partij zijnin Urlaub fahren • met, op vakantie gaanin sich gehen • in zichzelf keren〈 informeel〉 der hats in sich! • dat is me er een!————————in2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:¶ in sein • in zijn, in de mode zijn -
6 in die Stadt gehen
in die Stadt gehennaar de stad gaan, de stad ingaan -
7 legen
legen♦voorbeelden:etwas auf den Abend legen • iets naar 's avonds verschuivenden Patienten in ein anderes Zimmer legen • de patiënt op een andere kamer leggenTruppen in eine Stadt legen • troepen in een stad in kwartier leggen, legeren2 gaan liggen ⇒ afnemen, luwen, ver-, afflauwen, bedaren♦voorbeelden:sich auf die Couch legen • op de bank gaan liggendie Grippe hat sich auf die Nieren gelegt • de griep is op de nieren geslagenNebel legte sich über die Stadt • er spreidde zich mist over de stad uiter legte sich zu ihr • hij ging bij haar liggensich aufs Lügen legen • zijn toevlucht tot leugens nemen -
8 vor den Toren der Stadt
vor den Toren der Stadt -
9 Annalen
Annalen♦voorbeelden: -
10 Ansicht
Ansicht〈v.〉3 aanzicht, gezicht♦voorbeelden:anderer, verschiedener Ansicht sein • een andere mening toegedaan zijnnach meiner Ansicht, meiner Ansicht nach • naar mijn mening2 eine Ansicht der Stadt • een afbeelding, ansichtkaart van de stad3 die hintere, seitliche, vordere Ansicht • het achter-, zij-, vooraanzicht -
11 Aufputz
-
12 Auswärtige
Auswärtige(r)1 niet-ingezetene ⇒ iemand van buiten het dorp, de stad, vreemde -
13 Auswärtiger
Auswärtige(r)1 niet-ingezetene ⇒ iemand van buiten het dorp, de stad, vreemde -
14 Bescheid
Bescheid〈m.; Bescheid(e)s, Bescheide〉♦voorbeelden:1 jemandem Bescheid sagen • (a) iemand op de hoogte brengen; (b) iemand zijn mening, de waarheid zeggenin einer Stadt Bescheid wissen • in een stad bekend zijner wusste um alles Bescheid • hij wist er alles van -
15 Dickicht
-
16 Flair
-
17 Gang
Gang1〈m.; Gang(e)s, Gänge〉♦voorbeelden:seinen (alten, gewohnten) Gang gehen • zijn (gewone) gang(etje) gaanim Gang(e), in Gang sein • (a) werken, in werking zijn; 〈 (b) figuurlijk〉aan de gang zijn, gaande zijnetwas in Gang halten • iets aan de gang houdenin Gang kommen • op gang komeneinen schweren, bitteren Gang tun, gehen 〈 ook figuurlijk〉 • een zware, moeilijke tocht ondernemenauf meinem Gang zur Schule • op (mijn) weg naar schoolder Gang zum Verfassungsgericht • het zich wenden tot, het in beroep gaan bij het Constitutioneel Hof〈 figuurlijk〉 einen Gang zurückschalten • het kalmer aan doen, gas terugnemen8 toter Gang • dode, verloren gang————————Gang2〈m.; Gangs〉 〈 scheepvaart〉————————Gang3〈v.; Gang, Gangs〉 -
18 Gartenstadt
-
19 Glocke
Glocke〈v.; Glocke, Glocken〉3 bol-, dophoed♦voorbeelden:1 die Glocke läuten hören, aber nicht wissen, wo sie hängt • de klok horen luiden, maar niet weten waar de klepel hangtetwas an die große Glocke hängen • iets aan de grote klok hangen2 die Stadt lag unter einer Glocke von Dunst, Rauch • de stad lag onder een koepelwolk van dampen, rook -
20 Großstadt
См. также в других словарях:
Stad (Sweden) — Stad is a Swedish term which nominally means town but can also encompass the English word city . Since 1971 stad has had no administrative or legal significance in Sweden and there exists no commonly accepted definition of the term. Contents 1… … Wikipedia
stąd — I {{/stl 13}}{{stl 8}}przysł. {{/stl 8}}{{stl 20}} {{/stl 20}}{{stl 12}}1. {{/stl 12}}{{stl 7}} wskazuje na miejsce, z którego zaczyna się ruch czegoś, określone dla rozmówców na tle danej sytuacji lub wskazane gestem, zwłaszcza miejsce w pobliżu … Langenscheidt Polski wyjaśnień
Stad Almelo — Ancienne commune des Pays Bas Histoire Administration Pays Pays Bas … Wikipédia en Français
Stad Pansiyon — (Стамбул,Турция) Категория отеля: Адрес: Gökalp Mh. 34. Sk. No.38, Зейтинбурну, 34000 … Каталог отелей
Stad Doetinchem — Ancienne commune des Pays Bas Histoire Administration Pays Pays Bas … Wikipédia en Français
Stad Hardenberg — Ancienne commune des Pays Bas Histoire Administration Pays Pays Bas … Wikipédia en Français
Stad Vollenhove — Ancienne commune des Pays Bas Histoire Administration Pays Pays Bas … Wikipédia en Français
Stad Residence — (Стамбул,Турция) Категория отеля: Адрес: Catma Mescit Mah. Tepebasi Cad. No:32 Beyoglu … Каталог отелей
Stad en Wal B&B — (Берген оп Зом,Нидерланды) Категория отеля: Адрес: Canadalaan 1, 4624 HD Берген оп … Каталог отелей
Stad — may refer to * the word for city used in Swedish and Dutch, and related to German Stadt , and Grad in Russian. See Stad (Sweden) * the peninsula Stad, the westernmost point in Norway … Wikipedia
Stad (peninsula) — Stad ( Stadt , Statt or Stadlandet , not to be confused with the similar Deutsch Stadt , and Deitsch Stad ; the d is pronounced t ) is a peninsula in the Norwegian municipality of Selje. It has a very harsh wind climate; the highest wind speed in … Wikipedia