-
41 dat verdom ik te enen male
dat verdom ik te enen maleI am damn well not going to do that, I am/I'll be damned if I do itVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat verdom ik te enen male
-
42 de ballen van iets begrijpen
de ballen van iets begrijpenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de ballen van iets begrijpen
-
43 die verdomde sommen
die verdomde sommenthose damn(ed)/ 〈 Brits-Engels ook〉 bloody sumsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > die verdomde sommen
-
44 duivels
♦voorbeelden:een duivels kabaal • a hell of a noiseeen duivelse lach • a diabolical/demonic laugheen duivels plan • a diabolical planII 〈 bijwoord〉1 [enorm] devilishly♦voorbeelden:1 duivels aardig • frightfully/awfully nicedat is duivels ingewikkeld • that is devilishly complicated————————♦voorbeelden: -
45 flikker
3 [lijf] hide♦voorbeelden:¶ hij heeft geen flikker uitgevoerd • he hasn't done a fucking/Bbloody thinghij weet er geen flikker van • he doesn't know a damned thinghet kan hem geen flikker schelen • he doesn't give a damn -
46 gadverdamme
-
47 geen bal van iets snappen/weten
geen bal van iets snappen/wetennot understand/know a damn thing about somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geen bal van iets snappen/weten
-
48 geen moer
geen moer -
49 geen
I 〈 hoofdtelwoord〉1 [niet één enkele; niet de geringste hoeveelheid] none; 〈+ zelfstandig naamwoord〉 not a/any; 〈 voornamelijk formeel〉 no♦voorbeelden:geen cent waard zijn • not be worth a pennygeen geld meer hebben • have no money lefthij heeft geen geld • he doesn't have any/he has no moneyer zijn bijna geen sigaretten meer • we're nearly out of cigarettesgeen wijn kunnen verdragen • not be able to take winehij zwemt als geen ander • he's second to none at swimmingbijna geen • almost none, hardly anygeen van die jongens/van allen/beiden • none of those lads, none of them, neither (of them)geen van die boeken/van alle/beide • none of those books, none of them, neither of themzo goed als geen • practically none, few if anyII 〈 lidwoord〉♦voorbeelden:nog geen tien minuten later • not ten minutes laternog geen twee jaar geleden • less than two years agogeen enkele reden hebben om te • have no reason whatsoever to2 hij kent/spreekt geen Engels • he doesn't know/speak (any) Englishdat is geen Engels • that isn't Englishze heet geen Vanessa • her name isn't Vanessavan geen wijken weten • not budge (an inch)geen één • not (a single) one -
50 geven
1 [schenken; toebrengen; toekennen; ook figuurlijk] give ⇒ 〈 geld ook〉 donate, 〈 aanreiken ook〉 hand♦voorbeelden:1 Engels/geschiedenis geven • teach English/historydat geeft een gemiddelde van 20 • you get an average of 20geef mij maar een glaasje wijn • I'll have a glass of winegeef mij maar Parijs • give me Paris (any day)kunt u me de secretaresse even geven? • would you please let me talk to the secretary?hij gaf zich de tijd niet om te eten • he didn't take time to eatje zou hem geen vijftig geven • you'd never think he was fiftykun je me het zout geven? • can/could you give/pass/hand me the salt?dat verhaal geeft te denken • that story makes you think〈 kaartspel〉 wie moet er geven? • who's deal is it?weten te geven en te nemen • know how to give and takeik zou heel wat willen geven om te weten … • I'd give a lot to know …zich helemaal aan iets geven • give oneself entirely (over) to something; throw oneself right into something 〈werk enz.〉dan geef ik er nog een autoradio bij • I'll throw in a car radio tooiets er aan geven • give something upgeef hier dat geld • give me that moneyiemand ervan langs geven • let someone have itdaar geef ik geen cent/geen barst om • I couldn't care less/couldn't give a damn about thathet is zaliger te geven dan te ontvangen • it is better to give than to receivehet was hem niet gegeven, zijn vader nog levend te zien • it was not (to be) given to him to see his father alive againgeef op! • (come on,) hand it over!de dokter geeft er wel wat voor • the doctor will have something for it¶ ik geef het je te doen • it's no picnic, it's not the easiest thing in the worldzich helemaal geven, alles geven • give it everything one's gothij gaf niet thuis • 〈 niet meewerken〉 he wouldn't play ball; 〈 niet reageren〉 he appeared not to notice/not to hear (me 〈enz.〉), he didn't bite1 [gesteld zijn op] be fond of2 [erg/hinderlijk zijn] matter♦voorbeelden:niets/geen cent om iemand/iets geven • not care a thing about someone/something2 wat geeft het? • what does it matter?, who cares?dat geeft niks • it doesn't matter a bit/at alldat geeft niet, hoor • it doesn't matter, it's all right -
51 goddomme
-
52 godver
-
53 godverdomme
-
54 het interesseert hem geen bliksem
het interesseert hem geen bliksemhe doesn't give/care a damnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het interesseert hem geen bliksem
-
55 het kan haar geen barst schelen
het kan haar geen barst schelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het kan haar geen barst schelen
-
56 het kan hem geen flikker schelen
het kan hem geen flikker schelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het kan hem geen flikker schelen
-
57 het kan hem geen hol schelen
het kan hem geen hol schelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het kan hem geen hol schelen
-
58 het kan me geen donder schelen
het kan me geen donder schelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het kan me geen donder schelen
-
59 het kan me niets verrekken
het kan me niets verrekkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het kan me niets verrekken
-
60 hij trekt zich er geen snars van aan
hij trekt zich er geen snars van aanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij trekt zich er geen snars van aan
См. также в других словарях:
damn — ► VERB 1) (be damned) (in Christian belief) be condemned by God to eternal punishment in hell. 2) harshly condemn. 3) curse. ► EXCLAMATION informal ▪ expressing anger or frustration. ► ADJECTIVE informal ▪ u … English terms dictionary
damn´er — damn «dam», verb, noun, adjective, adverb, interjection. –v.t. 1. to declare (something) to be bad or inferior; condemn: »The critics damned the new book. SYNONYM(S): denounce, proscribe, execrate. 2. to cause to fail; ruin: » … Useful english dictionary
damn — [dam] vt. damned, damning [ME damnen < OFr damner < L damnare, to condemn, fine < damnum, loss, injury, akin to Gr dapanē, cost < IE * depno , sacrificial feast < base * dā(i) , to part, divide > TIME, TATTER] 1. a) Obs. to… … English World dictionary
Damn — (d[a^]m), v. t. [imp. & p. p. {Damned} (d[a^]md or d[a^]m n[e^]d); p. pr. & vb. n. {Damning} (d[a^]m [i^]ng or d[a^]m n[i^]ng).] [OE. damnen dampnen (with excrescent p), OF. damner, dampner, F. damner, fr. L. damnare, damnatum, to condemn, fr.… … The Collaborative International Dictionary of English
Damn U — US 7 single Single by Prince from the album Love Symbol B side … Wikipedia
damn — late 13c., to condemn, from O.Fr. damner damn, condemn; convict, blame; injure, derivative of L. damnare to adjudge guilty; to doom; to condemn, blame, reject, from noun damnum damage, hurt, harm; loss, injury; a fine, penalty, possibly from an… … Etymology dictionary
Damn — Damn, v. i. To invoke damnation; to curse. While I inwardly damn. Goldsmith. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
damn it — damn it/you/him/etc impolite phrase used when you are annoyed about something Jim’s never around when he’s supposed to be – damn him! Thesaurus: impolite and offensive expressions used when anno … Useful english dictionary
damn — index proscribe (denounce) Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
damn — vb 1 doom, condemn, *sentence, proscribe Analogous words: *judge, adjudge: *punish, castigate, discipline Antonyms: save (from eternal punishment) Contrasted words: redeem, ransom, *rescue, delive … New Dictionary of Synonyms
damn — [v] condemn, denounce abuse, anathematize, attack, ban, banish, blaspheme, blast, castigate, cast out, censure, complain of, confound, convict, criticize, cry down, curse, cuss*, darn, denunciate, doom, drat, excommunicate, excoriate, execrate,… … New thesaurus