-
1 cijns
-
2 cijns
1 levy, tax -
3 cijns
налог; дань; вычет* * *сущ.общ. вычет, дань, налог -
4 cijns
n. tax, levy -
5 cijns
tribut -
6 cijns heffen
cijns heffen -
7 octroi
-
8 tribut
-
9 Tribut
Tribut〈m.; Tribut(e)s, Tribute〉♦voorbeelden:1 einen Tribut entrichten, leisten • een tribuut, cijns, tol betalen -
10 дань
tol, schatting, cijns -
11 вычет
-
12 дань
-
13 налог
-
14 вычет
-
15 дань
-
16 налог
-
17 Zins
〈m.; Zinses, Zinse(n)〉1 〈 meervoud Zinsen〉rente, int(e)rest2 〈meervoud Zinse; geschiedenis〉cijns, grondrente♦voorbeelden:das Geld auf Zinsen legen • het geld op rente zettenjemandem Geld auf Zinsen leihen • iemand geld op rente lenen〈 figuurlijk〉 jemandem etwas mit Zinsen, mit Zins und Zinseszins zurückzahlen • iemand iets met interest betaald zettenein Kredit zu 11% Zinsen • een krediet tegen 11% rente
См. также в других словарях:
Heerlijkheid — [The unreferenced information in this article has been translated from the mostly unfootnoted article on heerlijkheid on the Dutch version of Wikipedia.] [Much of the unreferenced information in this article is found at this website:… … Wikipedia
accise — [ aksiz ] n. f. • XVIe; moy. néerl. accijs « impôt de consommation » ♦ En Belgique, au Canada, Impôt indirect frappant certains produits de consommation, notamment les boissons alcoolisées. (Toujours au plur. en Belgique.) ● accise nom féminin… … Encyclopédie Universelle
Zins — Sm std. (8. Jh.), mhd. zins, ahd. zins, zens, as. tins Abgabe, Tribut Entlehnung. Entlehnt aus l. cēnsus Schätzung, Steuer ; das as. t durch Umsetzung bei der Verbreitung aus hochdeutschem Gebiet in niederdeutsches. Präfixableitung: verzinsen.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
