-
61 каприз, причуда, прихоть
ngener. bui -
62 короткий дождь
-
63 ливень
ngener. bui, een schip met zure appelen, gietbui, plasregen, regenbui, regenvlaag, slagregen, stortregen, wolkbreuk -
64 настроение
n1) gener. bui, stemming, zin, gemoedsgesteldheid, gemoedsstemming, gemoedstoestand, gevoel, gezindheid, humeur, luim2) milit. dispositie -
65 пасмурный
adjgener. bui, triest, betrokken, donker, druilerig, miezerig, bewolkt, grauw, mistig, mottig, somber -
66 порыв
n2) colloq. fut -
67 приступ
n1) gener. woedeaanval, bui (кашля, смеха и т.п.), bestorming, overval, vlaag (чего-л.)2) med. paroxisme3) milit. attaque, aanval, storm -
68 afdrijven
1 [uit de koers drijven] dériver2 [wegdrijven] passer♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door drijven verwijderen] chasser2 [medisch] expulser♦voorbeelden: -
69 afwachten
1 attendre♦voorbeelden:een afwachtende houding aannemen • voir venir (les événements)afwachtende politiek • politique attentisteeen nadere verklaring afwachten • attendre une explication plus précisewe moeten maar afwachten • il faut voir venir -
70 melancholiek
♦voorbeelden: -
71 overtrekken
overtrekken11 [bekleden] (re)couvrir (de)2 [overdrijven] exagérer————————overtrekken21 [over iets heen gaan] passer (à travers, par-dessus)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
72 overwaaien
1 [door de wind overgevoerd worden] être apporté par le vent2 [figuurlijk] arriver3 [door de wind verdreven worden] passer♦voorbeelden:nieuwtjes uit Frankrijk overgewaaid • nouveautés arrivées de France -
73 woedend
♦voorbeelden:iemand woedend maken • mettre qn. en colère -
74 zwaar
♦voorbeelden:een zwaar kruis te dragen hebben • avoir une lourde croix à portereen zware slag • un coup durde zware stukken in het schaakspel • les pièces maîtresses au jeu d'échecszwaar vergif • poison violentzwaar weer • gros tempszwaar maken • alourdiriemand zwaar straffen • punir qn. sévèrementhoe zwaar is deze machine? • combien pèse cette machine?een zwaar geschapen man • un costaudeen zwaar examen • un examen dureen zware strijd • un difficile combatde tocht viel hem zwaar • il a trouvé la randonnée pénibleeen zware misdaad • un crime graveeen zware verkoudheid • un gros rhumeeen zwaar belast verleden • un passé chargézwaar gewond • grièvement blesséiemand iets zwaar aanrekenen • tenir rigueur de qc. à qn.het zwaar te verduren hebben • en voir de toutes les couleurszich zwaar vergissen • se tromper gravementhet zwaar te pakken hebben • 〈 ziek〉 être bien malade; 〈 verkouden〉 avoir un rhume carabiné; 〈 verliefd〉 être amoureux fou -
75 afdrijven
2 [wegdrijven] disperse, blow over3 [stroomafwaarts drijven] drift along/downstream♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door drijven verwijderen] drive off/away, dispel2 [medicijnen, geneeskunde] expel, abort♦voorbeelden: -
76 boos
7 [verderfelijk] evil, wicked, corrupt, depraved♦voorbeelden:in een boze bui • in a fit of angerboos kijken (naar iemand) • scowl (at someone)iemand boos maken • make someone angryje moet niet boos worden • don't be angryzich boos maken om iets • get angry about somethinghij is boos op zichzelf • he's angry at himselfboos worden op iemand • get angry at someonehet was geen boze opzet • there was no harm intendedboze tongen • evil tongues -
77 driftig
2 [opvliegend] short-tempered♦voorbeelden:je moet je niet zo driftig maken • you must not lose your temperII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉♦voorbeelden:driftig spreken • speak in angerzij maakte driftig aantekeningen • she was busily taking notes -
78 dronken
♦voorbeelden:de wijn maakt hem dronken • the wine is making him drunkiemand dronken voeren • ply someone with liquorzij wordt al dronken van een glas sherry • she gets drunk/tipsy on just one glass of sherry -
79 fiks
♦voorbeelden:een fikse rekening • a hefty billeen fikse verkoudheid • a heavy coldeen fikse wandeling • a long walkII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
80 hangen
1 [neerwaarts gestrekt/boven de grond gehouden worden] hang3 [met een bocht verlopen] sag4 [overhellen] lean (over) ⇒ hang (over), 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 loll, 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 slouch, 〈 niets doen〉 hang around6 [vast (blijven) zitten] stick/cling (to) ⇒ 〈 met kleding〉 be/get stuck (in)7 [zweven] hang8 [onbeslist zijn] hang ⇒ be up in the air/undecided♦voorbeelden:de zeilen hangen slap • the sails are slack/hanging (loose)het schilderij hangt scheef • the painting is (hanging) crookedzijn kamer hangt vol posters • his room is hung with postersde sleutel hangt aan de spijker • the key is (hanging) on the nailaan het plafond hangen • hang/swing/be suspended from the ceilingaan het spit hangen • be on the spit3 het koord hangt slap • the rope is sagging/slackde teugels laten hangen • loosen/drop the reins4 hij hangt ieder weekend aan/in de bar • he hangs out Bat the pub/in bars every weekendhij hing op zijn stoel • he lay slouched/sprawled in a chair, he lolled in his chairhang niet zo tegen die kast • stop leaning against the cupboardmet hangen en wurgen • by the skin of one's teethdaarvoor zal hij hangen! • he'll hang/swing for it!er is niet veel van mijn Latijn blijven hangen • very little of my Latin has stuckde naald blijft hangen • the needle is stuck〈 figuurlijk〉 hij hangt erg aan zijn oudste zoon • he's very fond of/attached to his eldest son〈 figuurlijk〉 ze hangen erg aan elkaar • they are devoted to/wrapped up in each otherze bleef met haar japon aan een spijker hangen • her dress caught/snagged on a nailzij hangt altijd om hem heen • she's always hanging/hovering about himhij bleef in de vierde klas hangen op zijn wiskunde • he was kept down in the fourth form because of his mathsde wolken hangen laag • the clouds are (hanging) lowhet hangt erom • it's up in the air9 naar iets hangen (en verlangen) • crave (for) something, have a longing/craving for something¶ hij zal moeten hangen • he's in for it/for the high jumphij hangt • he's lumbered/stuck (with it)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [bevestigen] hang (up)2 [met betrekking tot personen, ophangen] hang♦voorbeelden:zijn jas aan de kapstok hangen • hang one's coat on the peg
См. также в других словарях:
bui — BUÍ, buiesc, vb. IV. intranz. A da năvală, a năvăli, a se înghesui. – cf. scr. b u j a t i. Trimis de valeriu, 13.09.2007. Sursa: DEX 98 BUÍ vb. v. erupe, irupe, izbucni, năvăli, răbufni, ţâşni. Trimis de siveco, 13.09.2007. Sursa: Sinonime … Dicționar Român
BUI — may refer to: * Baptist Union of Ireland * Boxing Union of Ireland … Wikipedia
Bui — Bui, 1) Kreis des russischen Gouvernements Kostroma, wird von der Kostroma u. deren Zuflüssen Wekßa, Koretscha u. m. a. bewässert u. hat 58,600 Ew.; Holzhandel u. Schiffbau; 2) Kreisstadt an der Kostroma u. Wekßa; 2100 Ew … Pierer's Universal-Lexikon
BUI — [Abk. für Bus Interface Unit, dt. »Busschnittstelleneinheit«] die, Verbindung zwischen den internen Bussystemen eines Prozessors und dem Frontside Bus bzw. dem Backside Bus … Universal-Lexikon
Bui — Stadt Bui Буй Flagge Wappen … Deutsch Wikipedia
Bui — Pour les articles homonymes, voir Bui (homonymie). Bui Administration Pays … Wikipédia en Français
BUI — Pour l’article homophone, voir Buis. Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Sigles d’une seule lettre … Wikipédia en Français
bui — ka·bui; … English syllables
Bui Tuong Phong — (Vietnamese: Bùi Tường Phong , 1942 ndash;1975) was a Vietnamese born computer graphics researcher and pioneer. His publications are most often referenced using his family name, Bùi, which comes before his given name by Vietnamese name convention … Wikipedia
Bui Tuong Phong — Saltar a navegación, búsqueda Bui Tuong Phong (Idioma vietnamita: Bùi Tường Phong, 1942–1975) fue un investigador y pionero, de origen vietnamita, en el campo de la computación gráfica. El Dr. Phong desarrolló el modelo de reflexión de Phong y el … Wikipedia Español
Bui (Begriffsklärung) — Bui steht für: eine russische Stad in der Oblast Kostroma, siehe Bui BUI steht als Abkürzung für Badminton Union of Ireland, nun Badminton Ireland Betriebliche Umweltinformatik Bui oder Bùi ist der Name folgender Personen: Bùi Tường Phong… … Deutsch Wikipedia