-
1 thickness
n. dikte; laag[ θiknəs]1 dikte ⇒ afmeting in de dikte; dik gedeelte/stuk; dichtheid, lijvigheid, concentratie 〈 van vloeistoffen〉; het dicht bezet/bezaaid/opeengepakt zijn; troebelheid; mistigheid4 laag♦voorbeelden:1 length, width, and thickness • lengte, breedte en diktea thickness of five inches • een dikte/breedte van vijf inch -
2 crassitude
n. botheid, lompheid, gebrek aan manieren
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский