-
1 bitter
bitter1————————bitter2♦voorbeelden:bittere spot • sarcasme grinçanteen bittere toon • un ton amerbittere tranen • larmes amèresdat smaakt bitter • c'est amerbitter zei hij … • il déclara avec amertume …II 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:het bitter koud hebben • avoir très froidbitter weinig • ridiculement peu -
2 bitter
-
3 bitter
âcre, amer -
4 bitter in de mond maakt het hart gezond
bitter in de mond maakt het hart gezondce qui est amer à la bouche, est doux au coeurDeens-Russisch woordenboek > bitter in de mond maakt het hart gezond
-
5 bitter weinig
bitter weinig -
6 bitter zei hij …
bitter zei hij …il déclara avec amertume … -
7 dat smaakt bitter
dat smaakt bitter -
8 de nasmaak is bitter
de nasmaak is bitter -
9 het bitter arm hebben
het bitter arm hebben -
10 het bitter koud hebben
het bitter koud hebben -
11 hij schreide bitter
hij schreide bitter -
12 beerenburg
1 〈 bitter frison〉 -
13 kruidenbitter
-
14 mond
♦voorbeelden:ik heb het uit zijn eigen mond • je le tiens de sa propre bouche〈 figuurlijk〉 hij heeft een grote monddat is een hele mond vol • on en a plein la bouche〈 figuurlijk〉 met open mond naar iets kijken • regarder qc. bouche béeeen scheve mond • une bouche torduezijn mond nog vol hebben • avoir encore la bouche pleinemet een volle mond praten • parler la bouche pleinedoe je mond dan open! • mais il faut te faire entendre!dat gaat je mond voorbij • ça te passe sous le nezzijn mond houden • tenir sa languezijn mond opendoen • élever sa voixiemand de mond snoeren • imposer (le) silence à qn.de oppositie de mond snoeren • bâillonner l'opposition〈 figuurlijk〉 ga je mond maar spoelen! • quel langage ordurier!zijn mond staat geen ogenblik stil • c'est un moulin à parolesde mond vertrekken • faire un rictusbij monde van • par la bouche debepaalde woorden in de mond nemen • prononcer certaines paroleswat los in de mond zijn • 〈 lichtzinnig〉 parler sans réfléchir; 〈 onfatsoenlijk〉 avoir un langage peu soignédat woord ligt hem in de mond bestorven • il n'a que ce mot à la boucheiemand woorden in de mond leggen • faire dire qc. à qn.〈 figuurlijk〉 iemand iets in de mond geven • mettre les mots dans la bouche de qn.iemand naar de mond praten • caresser qn. dans le sens du poiliets uit zijn mond sparen • s'enlever les morceaux de la bouche(als) uit één mond spreken • tenir le même langage (que qn.)het gerucht ging van mond tot mond • la rumeur se répandit de bouche à oreilleheb je geen mond? • tu as avalé ta langue?zij heeft er geen mond over open gedaan • elle n'en a pas soufflé motzeven monden te voeden hebben • avoir sept bouches à nourrireen mond als een hooischuur • une bouche fendue jusqu'aux oreillesmet de mond vol tanden staan • en être (tout) interdit〈 spreekwoord〉 bitter in de mond maakt het hart gezond • ce qui est amer à la bouche, est doux au coeur -
15 nasmaak
♦voorbeelden: -
16 schreien
-
17 smartelijk
1 [tragisch, bitter] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 douloureux 〈v.: douloureuse〉; 〈 bijwoord〉 douloureusement♦voorbeelden:een smartelijk lijden • une grande souffranceeen smartelijk verlies • une perte douloureuse2 smartelijk naar iets verlangen • attendre qc. avec impatience
См. также в других словарях:
Bitter SC — Bitter Bitter SC Coupé (1981–1989) SC Hersteller: Bitter Automobile Produktionszeitraum … Deutsch Wikipedia
Bitter CD — Bitter Bitter CD CD Hersteller: Bitter Produktionszeitraum: 1973–197 … Deutsch Wikipedia
Bitter — Bit ter, a. [AS. biter; akin to Goth. baitrs, Icel. bitr, Dan., Sw., D., & G. bitter, OS. bittar, fr. root of E. bite. See {Bite}, v. t.] 1. Having a peculiar, acrid, biting taste, like that of wormwood or an infusion of hops; as, a bitter… … The Collaborative International Dictionary of English
Bitter — Bitter, er, ste, adj. et adv. was auf der Zunge beißt, eine gewisse beißende Empfindung auf der Zunge verursacht, von dem Geschmacke. 1. Eigentlich. Das schmeckt bitter. Bitter wie Galle. Bitter wie Wermuth. Bittere Mandeln. Das bittere Wasser… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
bitter — BÍTTER s.n. Băutură alcoolică preparată prin macerarea anumitor substanţe în alcool de ienupere. [Scris şi biter. / < fr., engl. bitter, germ. Bitter, cf. ol. bitter – amar]. Trimis de LauraGellner, 19.11.2004. Sursa: DN bítter (germ.) [e… … Dicționar Român
bitter — bitter: Das altgerm. Adjektiv mhd. bitter, ahd. bittar, niederl. bitter, engl. bitter, schwed. bitter steht im Ablaut zu got. baitrs »bitter« und gehört mit diesem zu der Wortgruppe um ↑ beißen. Die Adjektivbildung bedeutete demnach ursprünglich… … Das Herkunftswörterbuch
bitter — [bit′ər] adj. [ME < OE biter, akin to bītan,BITE] 1. designating or having a sharp, often unpleasant taste; acrid, as quinine or peach stones 2. causing or showing sorrow, discomfort, or pain; grievous 3. sharp and disagreeable; harsh; severe; … English World dictionary
Bitter — can refer to: * Bitterness, one of the five basic tastes * Bitter (beer), a kind of ale particularly popular in Britain * Bitters, an herbal preparation now used mostly in cocktails * Bitter Cars, a German car company * Bitterness, an emotion… … Wikipedia
Bitter — Saltar a navegación, búsqueda Abreviatura científica para el botánico Friedrich August Georg Bitter 1873 1927 La Bitter es un tipo de cerveza inglesa, derivada originalmente de la Pale Ale (cerveza inglesa pálida). Una versión más fuerte de la… … Wikipedia Español
bitter — Adj std. (8. Jh.), mhd. bitter, ahd. bittar, as. bittar Stammwort. Aus g. * bit ra Adj. bitter , auch in anord. bitr, ae. biter neben dem hochstufigen * bait ra gleicher Bedeutung in gt. baitrs und * baiska (aus * bait ska ) in anord. beiskr.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
bitter — (adj.) O.E. biter bitter, sharp, cutting; angry, embittered; cruel, from P.Gmc. *bitras (Cf. O.S. bittar, O.N. bitr, Du. bitter, O.H.G. bittar, Ger. bitter, Goth. baitrs bitter ), from PIE root *bheid to split (Cf. O.E. bitan … Etymology dictionary