-
1 binnenkomst
-
2 binnenkomst
-
3 binnenkomst
вход; прибытие; прилёт; приземление; поступление* * *сущ.общ. приземление, прилёт, вход, поступление(сообщения, денег), прибытие(поезда) -
4 binnenkomst
n. entry -
5 binnenkomst
ventrée f -
6 binnenkomst
giriş s -
7 in volgorde van binnenkomst
in volgorde van binnenkomst -
8 de aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld
de aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeldVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld
-
9 ulazak
binnenkomst -
10 entrée
entrée [ãtree]〈v.〉3 ingang♦voorbeelden:à son entrée • bij zijn binnenkomstentrée dans une société • (het) lid worden van een verenigingentrée en action, en jeu • inwerkingtredingentrée en fonctions • aanvaarding van een functieentrée en matière • aanhef, begin, inleidingentrée en vigueur • (het) van kracht worden→ examenf1) binnenkomst2) toegang3) ingang5) hal6) voorgerecht7) input, invoer [computer]8) invoer [economie] -
11 вход
ngener. entree, ingang, inkomst, invaart (в гавань, канал и т.п.), opgang, binnenkomst, inlaat, inloop, poort, toegang -
12 поступление
ngener. aankomst, (сообщения, денег) binnenkomst -
13 прибытие
ngener. aankomst, aanvaart (судна и т.п.), (поезда) binnenkomst, komst -
14 приземление
ngener. binnenkomst, landing -
15 прилёт
ngener. binnenkomst -
16 entrance
n. entree, hal, toegang; opening--------v. hypnotiserenentrance1[ entrəns] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 ingang ⇒ toegang, entree♦voorbeelden:no entrance • verboden toegang————————entrance2♦voorbeelden:entranced with joy • dronken van vreugde -
17 entry
-
18 incoming
-
19 punch in/out
punch in/outklokken bij binnenkomst/vertrek -
20 punch
n. vuistslag, stomp; pons; drevel; punch--------v. stompen; ponsenpunch1[ puntsj]I 〈eigennaam; Punch〉♦voorbeelden:1 werktuig om gaten te slaan ⇒ pons(machine/tang); perforator; kniptang♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————punch21 ponsen2 slaan♦voorbeelden:3 punch in/out • klokken bij binnenkomst/vertrekII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 slaan ⇒ een klap/vuistslag geven♦voorbeelden:1 he punched down/in the nails • hij dreef/sloeg de spijkers erinshe punched up £1 on the cash register • ze sloeg 1 pond aan op de kassa
Страницы
- 1
- 2