-
1 pédant
pédant [peedã]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 pedant ⇒ betweterig, frikkerig♦voorbeelden:1. m (f - pédante)pedanterik, betweter2. = pédante; pédantadjpedant, betweterig -
2 cuistre
cuistre [kŵiestr]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉 〈 formeel, pejoratief〉1 betweter ⇒ schoolmeester, kwast♦voorbeelden: -
3 magister
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский