-
1 to access
benaderen -
2 to approximate
benaderen -
3 draw near
-
4 to estimate
benaderencalculerenramenschattenvoorcalculerenwaarderen -
5 approximate
adj. ongeveer, bij benadering--------v. benaderenapproximate1[ əproksimmət] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉2 nabij♦voorbeelden:————————approximate2[ əproksimmeet] 〈werkwoord; zelfstandig naamwoord: approximation〉1 benaderen ⇒ na(der)bij komen, niet ver af zijn van♦voorbeelden: -
6 approach
n. aanpak; toegang--------v. naderen; aanpakkenapproach1[ əprootsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:3 I've had an approach from a company to … • ik ben benaderd door een bedrijf om …we've made a first approach • we hebben een eerste contact gelegdmake approaches to someone • bij iemand avances maken, met iemand contact zoeken5 it's the nearest approach to … • het is bijna …, het lijkt het meeste op …————————approach2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 naderen ⇒ komen bij/in de buurt van2 contact opnemen met ⇒ aanspreken, benaderen♦voorbeelden: -
7 come to
overnemen,ontvangen; bijdraaien,bewust wordencome toII 〈werkwoord + voorzetsel〉3 belopen ⇒ bedragen, (neer)komen op5 toekomen ⇒ ten deel/te beurt vallen, gegeven worden6 overkomen♦voorbeelden:come to someone's aid/assistance/help • iemand te hulp komencome to a decision • tot een besluit komenJohn came to a bad/no good/a sticky end • het liep slecht af met Jancome to fruition • in vervulling gaancome to a halt/standstill • tot stilstand komencome to life • tot leven komen, weer bijkomencome to light • aan het licht komencome to one's senses/oneself • tot bezinning komen, weer bijkomencome to an understanding • het eens wordencome to little • weinig uithalenwhat's it all coming to? • waar moet dat allemaal heen?come to nothing • op niets uitdraaiencome to oneself • tot zichzelf komenif it comes to that • in dat gevalwe never thought things would come to this! • we hadden nooit gedacht dat het zo ver zou komen! -
8 get up to
-
9 get up
opstaan, ontwakenget up♦voorbeelden:get up to • bereiken; gaan naar, benaderenwhat is he getting up to now? • wat voert hij nu weer in zijn schild?II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen opstaan ⇒ doen rijzen/stijgen3 opmaken ⇒ op/aankleden, opsmukken4 maken ⇒ ontwikkelen, produceren♦voorbeelden:get oneself/someone up as • zich/iemand verkleden alsget up a(n)/one's appetite/thirst • honger/dorst krijgenget up to • doen bereiken -
10 perspective
n. gezichtspunt; uitgangspunt; verhouding[ pəspektiv]2 vergezicht ⇒ uitzicht, perspectief♦voorbeelden:see/look at something in its/the right perspective • een juiste kijk op iets hebbensee/look at something in its/the wrong perspective • iets vanuit een verkeerde hoek benaderen♦voorbeelden:1 try to get some perspective on your problems • tracht je moeilijkheden in hun juiste verhoudingen te zienthe picture is not in perspective • er zit geen perspectief in de tekeningout of perspective • niet in perspectief -
11 see/look at something in its/the wrong perspective
see/look at something in its/the wrong perspectiveEnglish-Dutch dictionary > see/look at something in its/the wrong perspective
-
12 touch
n. aanraking; contact; tikje; trekje; aanslag--------v. aanraken; betreffen--------zes punten in Amerikaanse voetbal verkregen bij het treden in het gebied van de tegenstander als de bal vastgehouden wordttouch (touchdown)touch1[ tutsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 toets ⇒ stijl, manier♦voorbeelden:it will break at a touch • het breekt zodra men het aanraaktbe/keep in touch with • contact/voeling hebben/onderhouden metbe out of touch with • geen contact/voeling (meer) hebben metlose touch with • uit het oog verliezenwithin touch of • binnen bereik vanhave a touch of the tarbrush • enig neger/indianenbloed hebbennot the least touch of • niet het minste beetjegive/put the final/finishing touch(es) to something • de laatste hand leggen aan ietslose one's touch • achteruitgaan, het verleren¶ play at touch • krijgertje/tikkertje spelen————————touch2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:you haven't touched your meal • je hebt nog geen hap gegetentouch a topic • een onderwerp aanroerenblossom touched by the frost • door de vorst aangetaste bloesemnothing will touch those stains • niets kan deze vlekken wegkrijgenthe matter touches him closely • de zaak is van groot belang voor hem6 the thermometer touched 50° • de thermometer liep tot 50° opnothing can touch his talent • niets kan zijn talent evenarentouch someone for a fiver • iemand vijf pond aftroggelen7 touch in • bijtekenen/schilderen -
13 wane
n. (on the..) aan het afnemen--------v. verdwijnen, minder worden, achteruit gaan, het einde benaderen (van een periode, het leven enz.)wane1[ ween] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————wane2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
14 come close
v. op het punt staan iets te doen (bv. "Ik was zo boos op wat hij deed,dat ik hem bijna ontslagen had"); gelijk zijn, hetzelfde zijn, benaderen (bv. "Zijn wiskunderesultaten waren bijna dezelfde als die van mij") -
15 difficult of access
moeilijk te benaderen -
16 gca
vliegtuiglanding in stormachtig weer waarin de piloot is voorzien van preciese begeleiding betreffende het benaderen van einde van de landingmet gebruikmaking van nauwkeurige radarinstallatiegca (Ground-Controlled Approach) -
17 live exercise
schietoefeningen (oefeningen die de werkelijkheid op het slagveld benaderen) -
18 restraining order
n. (Wet) order van gerechtshof waarin iemand gemaand wordt iets niet te doen (zoals het maken van contact met iemand anders, verbieden of weerhouden iemand te benaderen, dicht bij iemands huis te komen, tijdelijk verbod om speciale activiteit te doen totdat er een andere legale beslissing wordt gemaakt -
19 use badly
op slechte wijze benaderen, slecht gebruiken -
20 waning
adj. vermindering, (het) kleiner worden), (het) uitgaan van een kaars, (het) verbleken, (het) zinken, afgezakt, het einde benaderen (van een periode, het leven enz.)
- 1
- 2