-
1 beloop
♦voorbeelden:iets op zijn beloop laten • laisser qc. suivre son courswij zullen het dan maar op zijn beloop laten • laissons tomber -
2 beloop
♦voorbeelden: -
3 beloop
сущ.общ. направление, скат, сумма, ход, итог, курс, откос, течение (событий) -
4 beloop
n. course, direction, way; amount, sum -
5 beloop
-
6 iets op zijn beloop laten
iets op zijn beloop latenlaisser qc. suivre son cours -
7 naar beloop van zaken
naar beloop van zaken -
8 wij zullen het dan maar op zijn beloop laten
wij zullen het dan maar op zijn beloop latenDeens-Russisch woordenboek > wij zullen het dan maar op zijn beloop laten
-
9 iets op zijn beloop laten
iets op zijn beloop latenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets op zijn beloop laten
-
10 op zijn beloop laten
v. let be, let run its course -
11 samengesteld beloop
-
12 marche
marche [maarsĵ]〈v.〉1 (het) lopen ⇒ (het) wandelen, (het) marcheren2 manier van lopen ⇒ loop, gang3 werking ⇒ beweging, gang4 verloop ⇒ beloop, loop5 trede ⇒ afstapje, opstapje♦voorbeelden:à une heure de marche • op één uur gaansfaire de la marche (à pied) • wandelen, wandelingen makenmarche arrière, avant • achter-, vooruit3 machine en état de marche • machine die het doet, die werktvoyager dans le sens de la marche • vooruitrijdenla bonne marche du service • het goed functioneren van de dienstmettre en marche • in beweging zetten, aan de gang brengen, aanzettense mettre en marche • zich in beweging zettentrain en marche • rijdende trein5 descendre, monter les marches • de trap af-, oplopenattention à la marche! • denk om het afstapje!marche funèbre • treurmarsfermer la marche • achteraanlopenouvrir la marche • voorop, vooraan lopenen avant, marche! • voorwaarts, mars!¶ les Marches • de Marche, de Markenf1) loop, gang2) (het) lopen, wandelen3) werking, beweging4) verloop, beloop5) trede, opstapje6) mars7) voetspoor [dier] -
13 итог
ngener. som, summa, totaal, beloop, produkt, recapitulatie, resume, slot, slotsom, totaliteit, uitkomst -
14 курс
n1) gener. cursus (лекций), koers, vaart (корабля), beloop, klas, klasse, (учебный) leergang, loop, markt, (краткосрочный) workshop2) navy. streek3) fin. valuta4) bank. wisselkoers -
15 направление
n1) gener. verwijzing (к врачу-специалисту), verwijsbrief (к врачу-специалисту от участкового врача, например), beloop, hoek (по компасу), kant, richting, richtlijn, 4 trend (ñôîâî "trend" ñ àðòèêôåì "de" - de trend), tendens, tendentie2) navy. streek3) liter. koers, kompas -
16 откос
ngener. valling, beloop, glooiing, helling, schuinte, talud, taluud -
17 скат
ngener. beloop, helling, afhelling, berm (дороги), glooiing, talud, taluud, valling -
18 сумма
ngener. beloop, quantum -
19 течение
ngener. drift, loop (воды, времени), stroming, stroom, tij, beloop (событий), gang, verloop -
20 ход
ngener. beloop, gang, gangetje, gooi, loop, vaart, verloop, zet (с шахматах и т.п.), gaan, schot, (поршня) slag
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский
beloop
Страницы