-
1 belonen
rekompensáDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > belonen
-
2 вознаградить
belonen -
3 вознаграждать
belonen -
4 наградить
belonen, onderscheiden, decoreren -
5 награждать
belonen, onderscheiden, decoreren -
6 вознаграждать
belonen, vergoedenРусско-голландский словарь коммерческих терминов > вознаграждать
-
7 вознаградить
belonen, vergoedenРусско-голландский словарь коммерческих терминов > вознаградить
-
8 вознаграждать
belonen, vergoedenРусско-голландский словарь коммерческих терминов > вознаграждать
-
9 вознаградить
belonen, vergoedenРусско-голландский словарь коммерческих терминов > вознаградить
-
10 reward
n. prijs; beloning--------v. belonen; compenserenreward1[ riwwo:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 beloning ⇒ compensatie, loon♦voorbeelden:1 offer a reward of £100 • een beloning uitloven van £100————————reward2〈 werkwoord〉1 belonen♦voorbeelden:1 reward someone with £100 (for something) • iemand (ergens voor) belonen met £100 -
11 récompenser
-
12 pay
n. salaris; loon--------v. betalen; lonen; moeite waard zijnpay1[ pee] 〈zelfstandig naamwoord; ook attributief〉1 betaling♦voorbeelden:————————pay2♦voorbeelden:pay down • contant betalenit doesn't pay • het is de moeite nietII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 betalen ⇒ afbetalen, vergoeden♦voorbeelden:pay a dividend • een dividend uitkerenpay down • als voorschot betalenpay over • (uit)betalen3 pay attention • opletten, aandacht schenkenit didn't pay him at all • het bracht hem niets op -
13 remunerate
v. belonen; vergoeden, schadeloosstellen -
14 requite
-
15 payer
payer [pejjee]1 betalenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 betalen ⇒ voldoen, vergoeden2 belonen4 schenken ⇒ trakteren op, uitnodigen voor♦voorbeelden:4 viens, je te paie un verre • kom, drink er een van me1 zichzelf trakteren op ⇒ zich veroorloven, voor zichzelf kopen♦voorbeelden:v1) betalen2) lonend zijn4) belonen5) schenken -
16 rétribuer
rétribuer [reetriebuu.ee]〈 werkwoord〉 -
17 lohnen
-
18 вознаграждать
vgener. bekronen, lonen, verzoeten, belonen, compenseren, vergelden -
19 награждать
vgener. belonen, onderscheiden -
20 платить
vgener. afschuiven, betalen, voldoen, vrijhouden (за кого-л. в ресторане и т.п.), dokken, afdragen, bekostigen (за что-л.), belonen (за труд), bezoldigen, over de brug komen
См. также в других словарях:
belohnen — honorieren * * * be|loh|nen [bə lo:nən] <tr.; hat: a) zum Dank, als Anerkennung beschenken: jmdn. für seine Bemühungen belohnen. b) durch eine Belohnung (2) vergelten: eine gute Tat belohnen; das muss belohnt werden. Syn.: ↑ danken, ↑… … Universal-Lexikon