-
21 füttern
füttern♦voorbeelden: -
22 gehoben
gehoben4 opgewekt, vrolijk♦voorbeelden:in gehobener Stellung sein • een hoge positie bekleden2 gehobene Sprache • hogere, verheven taal4 in gehobener Stimmung • in een vrolijke, opgewekte stemming -
23 hüllen
-
24 in Amt und Würden sein
in Amt und Würden sein -
25 in gehobener Stellung sein
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > in gehobener Stellung sein
-
26 in gehobener Stellung tätig sein
in gehobener Stellung (tätig) seinWörterbuch Deutsch-Niederländisch > in gehobener Stellung tätig sein
-
27 kommissarisch
-
28 polstern
polstern♦voorbeelden: -
29 stehen
stehenI 〈onovergankelijk werkwoord; Zuid-Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland sein〉♦voorbeelden:1 es steht zu befürchten, dass … • het is te vrezen, staat te duchten dat …wo sind wir stehen geblieben? • waar zijn we gebleven?etwas, jemanden stehen lassen • iets, iemand laten staanalles liegen und stehen lassen, alles stehen und liegen lassen • de boel de boel latenwie stehen Sie dazu? • hoe staat u daartegenover?freundschaftlich, gut mit jemandem stehen • op vriendschappelijke, goede voet met iemand staanes steht gut für mich • het staat er voor mij goed voorwie stehts mit deiner, um deine Gesundheit? • hoe gaat het met je gezondheid?〈 sport en spel〉 wie steht es? • hoe is de stand?am Fenster stehen • bij het raam staanauf dieses Verbrechen steht (die) Todesstrafe • op dit misdrijf staat de doodstrafdie Mark steht bei 1,10 • de mark staat op 1,10die Entscheidung steht bei ihm • de beslissing ligt bij hemes steht bei euch • het hangt van jullie afim Stehen (essen) • (al) staande (eten)über jemandem stehen • (a) boven iemand staan; 〈 als chef〉 iemands chef zijn • 〈 (b) figuurlijk〉de meerdere van iemand zijn, iemand de baas zijnunter jemandem stehen • een lagere positie bekleden dan iemand, iemands ondergeschikte zijnzu jemandem stehen • aan iemands zijde staanzum Stehen bringen • tot staan brengenzum Stehen kommen • tot stilstand komenich stehe für nichts • ik sta nergens voor inzu seinen Taten stehen • achter zijn daden staan, de verantwoording voor zijn daden op zich nemenzu seinem Versprechen stehen • zijn belofte houdenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:Wache stehen • op wacht staan♦voorbeelden:er stand sich gut dabei • hij voer daar wel bijsich auf 5000 Mark monatlich stehen • 5000 mark in de maand verdienen -
30 umkleiden
-
31 unter jemandem stehen
unter jemandem steheneen lagere positie bekleden dan iemand, iemands ondergeschikte zijn -
32 unterlegen
unterlegen21 (er)onder leggen, leggen onder ⇒ stoppen onder2 toeschrijven ⇒ toedichten, geven♦voorbeelden:2 dem Text einen anderen Sinn unterlegen • de tekst een andere betekenis geven, anders interpreteren————————unterlegen1♦voorbeelden:1 die unterlegene Partei • de onderliggende, verliezende partijjemandem unterlegen sein • de mindere van iemand zijn, voor iemand onderdoen————————unterlegen31 (van onder) bekleden ⇒ versterken, voeren, stofferen2 voorzien van ⇒ schrijven bij, opluisteren -
33 verkleiden
verkleiden -
34 verwalten
-
35 überkleiden
- 1
- 2