-
1 Anfang
Anfang〈m.; Anfang(e)s, Anfänge〉2 begin, aanvang ⇒ start, beginstadium♦voorbeelden:am, im, zu(m) Anfang • in het begin, aanvankelijksich aus kleinen Anfängen emporarbeiten • van onderen opklimmenvon Anfang bis (zu) Ende • van het begin tot het eindevon (allem) Anfang an • van het begin af aandie Anfänge einer Wissenschaft • de beginselen van een wetenschapdie ersten, kleinen Anfänge • het eerste begin, de eerste pogingenden Anfang machen mit etwas • een begin met iets maken〈 formeel〉 seinen Anfang nehmen • aanvangen, beginnennoch in den Anfängen stecken • nog in de kinderschoenen staan, stekenüber die Anfänge nicht hinauskommen • niet verder komen dan het beginstadiumdas ist der Anfang vom Ende • dat is het begin van het einde -
2 Ansatz
Ansatz〈m.〉♦voorbeelden:gute Ansätze zeigen • goed beginnenbei, in den (ersten) Ansätzen stecken bleiben • niet voorbij het beginstadium komenetwas im Ansatz unterdrücken • iets in de kiem smorennicht über (die ersten) Ansätze hinauskommen • niet verder komen dan het beginder erste Ansatz zu einer Besserung • het eerste teken van een verbetering〈 formeel〉 in Ansatz bringen • ramen, taxeren -
3 Anlauf
Anlauf〈m.〉♦voorbeelden:1 einen (neuen) Anlauf nehmen • (opnieuw) beginnen, een (nieuwe) poging doenin den ersten Anläufen stecken bleiben, nicht über den ersten Anlauf hinauskommen • niet verder komen dan het begin2 der Anlauf der Produktion • de aanloop, het begin van de productie -
4 Beginn
Beginn〈m.; Beginn(e)s〉1 begin, aanvang♦voorbeelden:1 bei, zu Beginn • bij, aan het beginmit Beginn • bij, met de aanvangvon Beginn an • van het begin af aan -
5 Anbruch
-
6 Frühzeit
-
7 an
an1〈voorzetsel + 3,4〉1 aan, op ⇒ (tot) bij, tegen2 op ⇒ in, met♦voorbeelden:am Fenster stehen • bij het raam staanjemanden an der, die Hand nehmen • iemand bij de hand nemenFrankfurt am Main • Frankfurt aan de Mainan Ort und Stelle • ter plaatseetwas an seinen Platz stellen • iets op zijn plaats zettensich an den Schrank lehnen • tegen de kast leunenan jener Stelle • op die plaatsetwas an die Tafel schreiben • iets op het bord schrijvensich an den Tisch setzen • aan tafel plaatsnemender Ort, an dem er wohnte • de plaats waar hij woondebis an den Rhein • tot aan de Rijnam Ufer entlang gehen • langs de oever gaan, lopenan … vorbei, vorüber • langs … heener ging an mir vorbei, vorüber • hij passeerde mijam Ende des Jahres • aan, op het einde van het jaaram Montag • op maandag, 's maandagsam 2. Juni • op 2 juni, de tweede junian Ostern • met Pasenein Schreiben an mich • een schrijven aan mij (gericht)der Tag, an dem es geschah • de dag waarop dat gebeurdebis an seinen letzten Tag • tot de laatste dag toe5 Mangel, Überfluss an Rohstoffen • gebrek, overvloed aan grondstoffenarm, reich an Nährstoffen • arm, rijk aan voedingsstoffengesund an Leib und Seele • gezond naar lichaam en ziel6 an Krücken gehen • met, op krukken lopenKopf an Kopf stehen • op elkaar gepakt staanTür an Tür wohnen • naast elkaar wonenam besten, meisten, schönsten • het best, het meest, het mooist, op zijn mooistetwas an sich 〈 3e naamval〉 haben • iets als typische eigenschap hebben, iets over zich hebbenan sich halten • zich beheersenes ist nichts an dem • het klopt niet, daar is niets van aanjetzt ist es an dir, zu handeln • nu is het jouw beurt, taak te handelenan dem Roman ist nicht viel (dran) • die roman is niet veel zaaksdas Haus an sich ist schön • het huis op zichzelf is mooian (und für) sich hat er Recht • in de grond, eigenlijk heeft hij gelijk————————an2〈 bijwoord〉4 〈 bij telwoorden〉ongeveer, circa♦voorbeelden:1 Scheinwerfer an! • lichten aan!an sein • aan zijn, aan staan, ingeschakeld zijn3 an Köln, Köln an: 13.20 • aankomst in Keulen: 13.20von Anfang an • vanaf het beginvon Jugend, Kindheit an • van kindsbeen af -
8 anfangs
-
9 eingangs
-
10 gleich anfangs
-
11 Alpha
Alpha〈o.; Alpha(s), Alphas〉♦voorbeelden:1 das Alpha und (das) Omega • de alfa en de omega, het begin en het einde -
12 Anbeginn
-
13 Angriff
Angriff〈m.〉♦voorbeelden:einen Angriff fliegen • een luchtaanval doenein Angriff auf, gegen die feindliche Armee • een aanval op, tegen het vijandelijke leger¶ etwas in Angriff nehmen • een begin met iets maken, iets aanpakken -
14 Ansatzpunkt
-
15 Antritt
-
16 Aufnahme
Aufnahme〈v.; Aufnahme, Aufnahmen〉2 opneming, opname ⇒ onderbrenging6 opneming, het sluiten♦voorbeelden:2 die Aufnahme in den Spielplan • de opname, opneming in het repertoire3 gastliche Aufnahme finden • gastvrij opgenomen, ontvangen worden(eine) begeisterte Aufnahme finden • enthousiaste reacties krijgendie Aufnahme in der Familie • de opname, het onthaal in het gezindie Aufnahme eines Protokolls • het schrijven van de notulendie Aufnahme eines Unfalls • de protocollering van een ongevaldie Aufnahme eines Konzerts • de opname van een concertdie Aufnahme eines Ausdrucks in eine Sprache • het overnemen van een uitdrukking in een taaldie Aufnahme eines Wortes in ein Wörterbuch • de opneming van een woord in een woordenboek -
17 Auftakt
Auftakt〈m.〉♦voorbeelden: -
18 Ausgangspunkt
-
19 Eingang
Eingang〈m.〉2 in-, toegang3 begin, aanvang4 〈 administratie〉het binnen-, inkomen, ontvangst5 〈 administratie〉ingekomen post, stukken♦voorbeelden:am Eingang des Dorfes • daar, waar het dorp begint -
20 Eintritt
Eintritt〈m.〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
BEGIN (M.) — BEGIN MENAHEM (1913 1992) Sixième Premier ministre de l’État d’Israël, Menahem Begin est né à Brest Litovsk le 16 août 1913. La ville que les juifs appelaient Brisk, aujourd’hui biélorusse, était alors polonaise. Durant toute sa vie, Begin est… … Encyclopédie Universelle
Begin — may refer to:in people: *Benny Begin (born 1943), Israeli politician *Floyd Lawrence Begin (1902 1977), American Roman Catholic bishop *Johanne Bégin (born 1971), Canadian water polo player *Joseph Damase Bégin (1900 1977), Canadian politician… … Wikipedia
Bégin — Localisation de Bégin dans la MRC Le Fjord du Saguenay Administration Pays … Wikipédia en Français
begin — begin, commence, start, initiate, inaugurate are comparable when they mean to set something going or in progress or to take the first step in a course, process, or operation. Begin, commence, and start are also used intransitively with the… … New Dictionary of Synonyms
begin — (v.) O.E. beginnan to begin, attempt, undertake, a rare word beside the more usual form onginnan (class III strong verb; past tense ongann, pp. ongunnen); from bi (see BE (Cf. be )) + W.Gmc. *ginnan, of obscure meaning and found only in compounds … Etymology dictionary
begin — [bē gin′, bigin′] vi. began, begun, beginning [ME biginnen < OE beginnan; akin to Ger beginnen, Goth duginnan] 1. to start doing, acting, going, etc.; get under way 2. to come into being; arise 3. to have a first part or element [the Bible… … English World dictionary
Begin — bezeichnet: Menachem Begin israelischer Politiker Begin (Band), eine japanische Rockband Bégin, einen Familiennamen Diese Seite ist eine Begriffsklärung zur Unterscheidung mehrerer mit demselben … Deutsch Wikipedia
Bégin — ist der Familienname folgender Personen: Louis Nazaire Bégin (1840–1925), Erzbischof von Québec René Bégin (* 1912), kanadischer Politiker (Liberal Party) Steve Bégin (* 1977), kanadischer Eishockeyspieler Diese Seite ist … Deutsch Wikipedia
Begin — Be*gin , v. i. [imp. & p. p. {Began}, {Begun}; p. pr. & vb. n. {Beginning}.] [AS. beginnan (akin to OS. biginnan, D. & G. beginnen, OHG. biginnan, Goth., du ginnan, Sw. begynna, Dan. begynde); pref. be + an assumed ginnan. [root]31. See {Gin} to… … The Collaborative International Dictionary of English
begin — ► VERB (beginning; past began; past part. begun) 1) perform or undergo the first part of (an action or activity). 2) come into being. 3) have as its starting point. 4) (begin on/upon) set to work on. 5 … English terms dictionary
Begin — Be*gin , v. t. 1. To enter on; to commence. [1913 Webster] Ye nymphs of Solyma ! begin the song. Pope. [1913 Webster] 2. To trace or lay the foundation of; to make or place a beginning of. [1913 Webster] The apostle begins our knowledge in the… … The Collaborative International Dictionary of English