-
1 paw
n. klauw, poot (van een dier)--------v. betasten, ruw beetpakken, met een hoef over de grond schrapen (paard)paw1[ po:] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————paw21 krabben2 onhandig/ruw rondtasten♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 seize on
-
3 tweak
n. het met een ruk knijpen; krachtig ruk; handeling van in werking stellen van fijne aanpassingen (aan een mechanisme, enz.); plagende grap, plagende handeling--------v. knijpen (in), rukken (aan), trekken (aan); fijne aanpassingen aanbrengen (aan een mechanisme, enz.); plagentweak1[ twie:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————tweak2〈 werkwoord〉
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский