-
1 aspirate
n. aspireren, streven naar iets, aanblazen, de `h` uitspreken--------v. met hoorbare h of aanblazing uitspreken; wegzuigen (in geneeskunde)[ æspirreet] -
2 всасывать
vgener. afzuigen, aspireren, opzuigen, aanzuigen, absorberen, indrinken, inslorpen, inslurpen, inzuigen, resorberen, zuigen -
3 домогаться
vgener. aspireren, dingen, happen (naar-÷åãî-ô.), aanzoeken, trachten naar (чего-л.), zoeken -
4 отсасывать
vgener. afzuigen, aspireren -
5 произносить с придыханием
vgener. aspirerenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > произносить с придыханием
-
6 aspire
v. sterk verlangen, streven[ əspajjə]1 sterk verlangen ⇒ streven, aspireren♦voorbeelden:1 aspire after/to something • naar iets streven/verlangen -
7 aspirieren
aspirieren -
8 behauchen
-
9 hauchen
hauchen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ademen, door ademen doen ontstaan♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский