-
1 appel blazen
appel blazen -
2 appel
appel [aapel]〈m.〉1 roep ⇒ oproep, appel♦voorbeelden:appel d'offres • aanbesteding bij inschrijvingfaire l'appel • het appel afnemen, de namen afroepenmanquer à l'appel • op het appel ontbrekenrecevoir un appel pressant • een dringend verzoek om hulp krijgensonner l'appel • appel blazenappel au secours, à l'aide • hulpgeroepappel aux armes • (het) onder de wapenen roepenordre d'appel sous les drapeaux • oproep voor militaire dienstfaire appel à qn. • een beroep op iemand doenfaire appel d' un jugement • tegen een vonnis in beroep gaandécision sans appel • onherroepelijk besluitappel du regard • wenken met de ogen, lonkenfaire un appel du pied • voetje vrijenm1) (op)roep2) beroep, appel [jurisch]3) roeping5) sein, teken6) telefoongesprek, telefoontje -
3 appel
appel1〈de〉♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 de appel valt niet ver van de boom (stam) • tel père, tel fils〈 spreekwoord〉 één rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand • il ne faut qu'une brebis galeuse pour gâter (tout) un troupeau————————appel2〈 het〉♦voorbeelden:appel blazen • sonner l'appelappel houden • faire l'appeltegen die bewering teken ik appel aan • je m'inscris en faux contre cette affirmationeen appel aan • un appel àin appel gaan • aller en appeldie hond is onder appel • ce chien obéit à l'appel¶ iemand onder appel hebben • avoir qn. sous sa coupe -
4 sonner l'appel
sonner l'appel -
5 rappel
rappel [raapel]〈m.〉1 (het) (weer) oproepen ⇒ oproep, (het) terugroepen2 herinnering ⇒ vermaning, herhaling, aanmaning♦voorbeelden:rappel de réservistes • mobilisering van reservistenles acteurs ont eu plusieurs rappels • de toneelspelers werden menigmaal teruggeroependescente en rappel • afdaling met een dubbel touwm1) terugroeping2) oproeping [leger]3) appel4) aanmaning5) herhaling
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский